Vertaling van "nuchter glycemie " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

gestoorde nuchtere glycemie
glycémie à jeun anormale

jejunum | nuchtere darm
jéjunum | partie de l'intestin grêle

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Een nuchter glycemie - bepaling heeft een maximale sensitiviteit van 81-88% en een maximale specificiteit van 76-78% bij een grenswaarde van 86.4-88.2 mg/dl.
Une mesure de la glycémie à jeun a une sensibilité maximale de 81-88% et une spécificité maximale de 76-78% avec une valeur-seuil e de 86,4-88,2 mg/dl.

7. Nuchtere glycemie ≥126 mg/dl (≥7,0 mmol/l) of een niet-nuchtere glycemie ≥200 mg/dl
7. Une glycémie à jeun ≥126 mg/dl (≥7,0 mmol/l) ou une glycémie non à jeun ≥200 mg/dl

Onderzoeken die gebruikt worden bij de universele screening zijn: urineonderzoek, glycemie, nuchtere glycemie, GCT en OGTT.
Les examens utilisés pour le dépistage systématique sont : lÊexamen des urines, la glycémie, la glycémie à jeun et le test de tolérance au glucose.

- dosis insuline opdrijven met 4 IE indien nuchtere glycemie > 144 mg/dl bij 3
- augmenter la dose d’insuline de 4 UI si la glycémie à jeun est > à 144 mg/dl au cours

- dosis insuline opdrijven met 2 IE indien nuchtere glycemie tussen 108 en 144 mg/dl
- augmenter la dose d’insuline de 2 UI si la glycémie à jeun est comprise entre 108 et

- dosis insuline verminderen met 4 IE indien nuchtere glycemie < 72 mg/dl bij 3 opeenvolgende metingen of bij nachtelijke hypoglykemie
- diminuer la dose d’insuline de 4 UI si la glycémie à jeun est < à 72 mg/dl au cours de 3 mesures consécutives ou en cas d’hypoglycémies nocturnes

- Diabetes mellitus: De frequentie zal afhangen van de aan- of afwezigheid van risicofactoren (nuchtere glycemie ≥ 5,6 mmol/l, BMI> 30kg/m 2 , verhoogde triglyceriden, voorgeschiedenis van hypertensie).
- Diabète sucré : La fréquence dépendra de la présence ou de l’absence de facteurs de risque (glycémie à jeun ≥ 5,6 mmol/l, IMC > 30 kg/m 2 , élévation des taux de triglycérides, antécédents d’hypertension).

Diabetes mellitus: De frequentie zal afhangen van de aan- of afwezigheid van risicofactoren (nuchtere glycemie ≥ 5,6 mmol/l, BMI> 30kg/m 2 , verhoogde triglyceriden, voorgeschiedenis van hypertensie).
Diabète sucré : La fréquence dépendra de la présence ou de l’absence de facteurs de risque (glycémie à jeun ≥ 5,6 mmol/l, IMC > 30 kg/m 2 , élévation des taux de triglycérides, antécédents d’hypertension).

Risicopatiënten (nuchtere glycemie 5,6 tot 6,9 mmol/l, BMI> 30kg/m 2 , verhoogde triglyceriden, hypertensie) moeten zowel klinisch als biochemisch opgevolgd worden in overeenstemming met de nationale richtlijnen.
Les patients à risque (glycémie à jeun comprise entre 5,6 et 6,9 mmol/l, IMC > 30 kg/m 2 , élévation des taux de triglycérides, hypertension) doivent faire l’objet d’une surveillance, tant clinique que biochimique, conforme aux directives nationales.

Het wordt gekenmerkt door een verhoogde nuchtere glycemie (tussen 1,3 g/l en 2 g/l), er wordt onvoldoende insuline aangemaakt in de alvleesklier waardoor de bloedsuikerspiegel verstoord wordt.
Il se caractérise par une glycémie à jeun élevée (entre 1,3g/l et 2 g/l), l’insuline produite par le pancréas ne suffisant plus à réguler le taux de sucre dans le sang.