Traduction de «nodale » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

atrioventriculaire nodale re-entrytachycardie
tachycardie du nœud auriculoventriculaire par réentrée

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

E Sinoatriale ziekte E6 Voorkamerflutter/VKF met bradycardie E Sinoatriale ziekte E7 Interatriaal blok E Sinoatriale ziekte E8 Chronotrope insufficiëntie F Atriale tachycardie F1 Atriale tachycardie F Atriale tachycardie F2 Pre-excitatie F Atriale tachycardie F3 Nodale AV tachycardie G Ventriculaire tachycardie G1 Ventriculaire extrasystolen G Ventriculaire tachycardie G2 Nonsustained Ventrikeltachycardie G Ventriculaire tachycardie G3 Sustained VT of VT G Ventriculaire tachycardie G4 Torsade de pointe
Maladie du sinus et de E4 Maladie du sinus - bradycardie E l'oreillette Maladie du sinus et de E5 Maladie du sinus - brady/tachy E l'oreillette Maladie du sinus et de E6 FA/flutter chronique + bradycardie E l'oreillette Maladie du sinus et de E7 Bloc interauriculaire E l'oreillette Maladie du sinus et de E8 Insuffisance chronotrope E l'oreillette F Tachycardie auriculaire F1 Tachycardie atriale F Tachycardie auriculaire F2 Tachycardie réciproque F Tachycardie auriculaire F3 Tachycardie AV nodale G Tachycardie ventriculaire G1 Extrasystoles ventriculaire G Tachycardie ventriculaire G2 TV/FV non soutenue G Tachycardie ventriculaire G3 TV/FV soutenue G Tachycardie ventriculaire G4 Torsade de pointe

Bij de AV-nodale tachycardieën bevindt de elektrische re-entry zich in de AV-knoop (atrioventriculaire knoop) zélf. Dit re-entryfenomeen kan overigens ook veroorzaakt zijn door een extra geleidingsverbinding tussen voorkamers en kamers zoals bij een bundel van Kent en het syndroom van Wolff-Parkinson-White .
Ce phénomène de réentrée peut par ailleurs engendrer une connexion supplémentaire entre les oreillettes et les ventricules : on a alors un faisceau de Kent ou un syndrome de Wolff-Parkinson-White .

Ook tachycardieën kunnen van verschillende aard zijn. Ze vinden hun oorsprong ofwel in de voorkamers (de zogenaamde supraventriculaire tachycardieën ), ofwel in de verbinding tussen de voorkamers en de kamers (het gaat dan om AV-nodale tachycardieën ), ofwel in de kamers zelf ( ventriculaire tachycardieën ).
Les tachycardies peuvent aussi être de différentes natures et trouver ainsi leur origine soit dans les oreillettes du cœur (on parle de tachycardies supra-ventriculaires ), soit à la connexion entre les oreillettes et les ventricules (il s’agit alors de tachycardies jonctionnelles ), ou encore dans les ventricules (on parle dans ce cas de tachycardies ventriculaires ).

profylaxis van paroxysmale atriale tachycardie, paroxysmale atriumfibrillatie, paroxysmale A-V nodale cirkeltachycardie, paroxismale A-V cirkeltachycardie met gebruik van accessoire paden, en paroxysmale supraventriculaire tachycardie na hartchirurgie
Prophylaxie de la tachycardie auriculaire paroxystique, de la fibrillation auriculaire paroxystique, de la tachycardie supraventriculaire paroxystique par rythme réciproque au niveau du nœud auriculo-ventriculaire, de la tachycardie paroxystique par rythme réciproque au niveau du nœud auriculo-ventriculaire associée aux voies accessoires et de la tachycardie supraventriculaire paroxystique après chirurgie cardiaque

Bij patiënten met een onbekende nodale status, eerdere andere chemotherapie, alsook een onbekende/ontbrekende status van eerdere hormonale therapie werd een niet statistisch significante trend ten gunste van tamoxifen gezien.
Chez les patientes avec un statut ganglionnaire inconnu, ou une chimiothérapie antérieure différente, ou également une hormonothérapie antérieure inconnue ou manquante, une tendance non statistiquement significative en faveur de tamoxifène a été observée.

Het gunstige effect van exemestane tegenover tamoxifen wat betreft DFS bleek ongeacht de nodale status of eerdere chemotherapie.
La supériorité de l’exémestane sur le tamoxifène en ce qui concerne la DFS était manifeste, quel que soit le statut ganglionnaire ou le traitement éventuel antérieur par chimiothérapie.

In vergelijking met tamoxifen werd bij exemestaan een statistisch significante risicoreductie van overlijden gezien van 23% (hazard ratio voor algehele overleving 0,77; Wald Chi kwadraat test: p = 0,0069) indien gecorrigeerd werd voor van tevoren gespecificeerde prognostische factoren (bv. oestrogeenreceptorstatus, nodale status, voorafgaande chemotherapie, het gebruik van hormoonsubstitutietherapie (HRT) en het gebruik van bisfosfonaten).
Une réduction statistiquement significative de 23% du risque de décès (risque relatif pour la survie globale 0,77 ; test du chi-deux de Wald : p = 0,0069) a été observée pour l’exémestane comparé au tamoxifène, après ajustement des facteurs pronostiques prédéfinis (c.-à-d. le statut des récepteurs des œstrogènes, le statut ganglionnaire, la chimiothérapie antérieure, l’utilisation d’un traitement hormonal de substitution et l’utilisation de bisphosphonates).

Het gunstige effect van exemestaan boven tamoxifen ten aanzien van de DFS bleek onafhankelijk te zijn van de nodale status of van eerdere chemotherapie.
L’effet bénéfique de l’exémestane par rapport au tamoxifène relativement à la DFS était apparent quel que soit le statut ganglionnaire ou le traitement antérieur par chimiothérapie.

Wanneer er gecorrigeerd werd voor de van tevoren gespecificeerde prognostische factoren (d.w.z. oestrogeenreceptorstatus, nodale status, voorafgaande chemotherapie, gebruik van HRT en gebruik van bisfosfonaten) werd een statistisch significante reductie van 18% op het overlijdensrisico (hazard ratio voor algehele overleving 0,82; Wald Chi-kwadraattest: p = 0,0082) gezien voor exemestaan in vergelijking met tamoxifen in de hele studiepopulatie.
Une réduction statistiquement significative du risque de décès de 18% (Risque Relatif pour la survie globale : 0,82 ; test du Chi 2 de Wald : p=0,0082) a été observée avec exémestane par rapport à tamoxifène dans la population entière de l’étude après ajustement des facteurs pronostiques prédéfinis (statut RE, statut ganglionnaire, chimiothérapie antérieure, utilisation d’un THS et administration de bisphosphonates).