Vertaling van "niet waarschijnlijk dat angiotensine ii-antagonisten geassocieerd zijn " (Nederlands → Frans) :

Aangezien er geen effect is op ACE en geen potentiëring van bradykinine of substance P, is het niet waarschijnlijk dat angiotensine II-antagonisten geassocieerd zijn met hoesten. In een klinische studies waar valsartan vergeleken werd met een ACE-remmer, was de incidentie van droge hoest significant (P < 0,05) lager bij patiënten behandeld met valsartan dan bij degenen behandeld met een ACE-remmer (respectievelijk 2,6% versus 7,9%).
Les antagonistes de l’angiotensine II ne devraient pas provoquer de toux, dans la mesure où ils n’agissent pas sur l’enzyme de conversion et ne potentialisent pas l’action de la bradykinine ou de la substance P. Les études cliniques comparant le valsartan et un IEC ont montré que l’incidence d’une toux sèche était significativement plus faible (p < 0,05) sous valsartan que sous IEC (2,6 % contre 7,9 % respectivement).

LUC 2,2% 107 0,1% 82 1,4% 21 12 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,9% 91 0,3% 215 3,6% 7 13 C07AB BETA‐BLOKKERS, SELECTIEVE 1,7% 82 0,1% 212 3,6% 8 14 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 1,7% 82 0,4% 89 1,5% 19 15 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,6% 76 0,1% 232 3,9% 6 16 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 1,4% 67 0,1% 306 5,2% 3 17 C09CA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 1,3% 62 0,1% 108 1,8% 15 18 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,3% 61 0,1% 171 2,9% 11 19 J07BH ROTAVIRUSDIARREEVACCINS 1,2% 59 0,4% 1 0,0% 162 20 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMA 1,2% 59 0,2% 50 0,9% 30 21 H01CB ANTIGROEIHORMOON 1,1% 53 0,3% 1 0,0% 141 22 C09DA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN MET DIURETICA 1,0% 48 0,1% 53 0,9% 29 23 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 1,0% 48 0,3% 141 2,4% 14 24 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 1,0% 46 0,2% 107 1,8% 16 25 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN, THIAZEPINEN EN OXEPINEN 0,9% 45 0,1% 11 0,2% 71 26 M01AC OXICAMDERIVATEN 0,9% 41 0,2% 76 1,3% 22 27 J01MA FLUOROCHINOLONEN 0,9% 41 0,1% 14 0,2% 64 28 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 0,8% 40 0,2% 281 4,8% 4 29 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 0,8% 39 0,1% 23 0,4% 49 30 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,8% 36 0,1% 7 0,1% 89 31 L03AB INTERFERONEN 0,8% 36 0,1% 1 0,0% 146 32 N06AA NIET‐SELECTIEVE MONOAMINE‐HEROPNAMEREMMERS 0,6% 30 0,5% 105 1,8% 17 33 R01AD CORTICOSTEROIDEN 0,6% 28 0,1% 63 1,1% 25 34 C09BA ACE‐REMMERS MET DIURETICA 0,6% 28 0,1% 45 0,8% 34 35 R06AX OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,6% 27 0,1% 53 0,9% 28 36 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,5% 26 0,1% 23 0,4% 50 37 H01AC SOMATROPINE EN SOMATROPINEAGONISTEN 0,5% 25 0,1% 1 0,0% 147 38 J07BM PAPILLOMAVIRUSVACCINS 0,5% 25 0,1% 0 0,0% 211 39 M05BA BISFOSFONATEN 0,5% 25 0,1% 29 0,5% 45 40 N04BC DOPAMINE‐AGONISTEN 0,5% 24 0,2% 6 0,1% 97 41 L02BG ENZYMREMMERS 0,5% 23 0,1% 6 0,1% 96 42 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,4% 21 0,1% 20 0,3% 52 43 M01AX OVERIGE NIET‐STEROIDE ANTIINFLAMMATOIRE/ANTIRHEUMATISCH 0,4% ...
DE LA BETALACTAMASE INC 1,2% 59 0,2% 50 0,9% 30 21 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 1,1% 53 0,3% 1 0,0% 141 22 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 1,0% 48 0,1% 53 0,9% 29 23 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,0% 48 0,3% 141 2,4% 14 24 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 1,0% 46 0,2% 107 1,8% 16 25 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES, THIAZEPINES ET OXEPINES 0,9% 45 0,1% 11 0,2% 71 26 M01AC OXICAMS 0,9% 41 0,2% 76 1,3% 22 27 J01MA FLUOROQUINOLONES 0,9% 41 0,1% 14 0,2% 64 28 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 0,8% 40 0,2% 281 4,8% 4 29 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 0,8% 39 0,1% 23 0,4% 49 30 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,8% 36 0,1% 7 0,1% 89 31 L03AB INTERFERONS 0,8% 36 0,1% 1 0,0% 146 32 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE MONOAMINES 0,6% 30 0,5% 105 1,8% 17 33 R01AD CORTICOSTEROIDES 0,6% 28 0,1% 63 1,1% 25 34 C09BA IECA ET DIURETIQUES 0,6% 28 0,1% 45 0,8% 34 35 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,6% 27 0,1% 53 0,9% 28 36 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,5% 26 0,1% 23 0,4% 50 37 H01AC SOMATROPINE ET AGONISTES DE LA SOMATROPINE 0,5% 25 0,1% 1 0,0% 147 38 J07BM VACCINS CONTRE LE PAPILLOMAVIRUS 0,5% 25 0,1% 0 0,0% 211 39 M05BA BIPHOSPHONATES 0,5% 25 0,1% 29 0,5% 45 40 N04BC AGONISTES DE LA DOPAMINE 0,5% 24 0,2% 6 0,1% 97 41 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 0,5% 23 0,1% 6 0,1% 96 42 R03BB ANTICHOLINERGIQUES 0,4% 21 0,1% 20 0,3% 52 43 M01AX AUTRES ANTI‐INFLAMMATOIRES/ANTIRHUMASTISMAUX NON STER 0,4% 20 1,3% 49 0,8% 32 44 C10AX AUTRES HYPOLIPIDEMIANTS 0,4% 19 0,1% 13 0,2% 65 45 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,4% 19 0,0% 45 0,8% 35 46 J01FA MACROLIDES 0,4% 19 0,1% 8 0,1% 85 47 N04BA DOPA ET SES DERIVES 0,4% 17 0,1% 7 0,1% 88 48 N06DA INHIBITEURS DE LA CHOLINESTERASE 0,4% 17 0,1% 7 0,1% 90 49 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 0,4% 17 0,1% 17 0,3% 54 50 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,4% 17 0,1% 62 1,0% 26 51 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 0,3% 17 0,1% 2 0,0% 137 52 C01BC AN ...

LUCHTWEGAANDOEN 2,2% 77 0,1% 69 1,7% 19 12 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 2,0% 69 0,3% 152 3,7% 7 13 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 1,8% 64 0,1% 165 4,0% 4 14 M01AC OXICAMDERIVATEN 1,7% 60 0,2% 96 2,3% 13 15 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,7% 59 0,1% 33 0,8% 31 16 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 1,5% 52 0,1% 163 3,9% 5 17 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 1,4% 50 0,3% 50 1,2% 21 18 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 1,4% 48 0,1% 83 2,0% 15 19 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 1,3% 46 0,2% 37 0,9% 26 20 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 1,2% 42 0,3% 114 2,8% 11 21 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,2% 42 0,1% 106 2,6% 12 22 L03AB INTERFERONEN 1,1% 40 0,1% 2 0,0% 118 23 J01MA FLUOROCHINOLONEN 1,0% 35 0,1% 11 0,3% 63 24 G03AA PROGESTAGENEN MET OESTROGENEN IN VASTE VERHOUDING 1,0% 35 0,2% 218 5,3% 2 25 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 0,9% 33 0,2% 74 1,8% 18 26 M05BA BISFOSFONATEN 0,9% 32 0,1% 27 0,6% 37 27 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,8% 29 0,0% 3 0,1% 112 28 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,8% 28 0,1% 5 0,1% 89 29 N06AA NIET-SELECTIEVE MONOAMINE-HEROPNAMEREMMERS 0,8% 28 0,5% 92 2,2% 14 30 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 0,7% 26 0,1% 28 0,7% 36 31 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN EN THIAZEPINEN 0,7% 24 0,1% 6 0,1% 85 32 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 0,6% 21 0,1% 11 0,3% 64 33 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,6% 21 0,1% 48 1,2% 22 34 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,6% 20 0,1% 47 1,1% 24 35 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,6% 20 0,1% 19 0,4% 48 36 R06AX OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,5% 19 0,1% 35 0,8% 29 37 N05AX OVERIGE ANTIPSYCHOTICA (NEUROLEPTICA) 0,5% 17 0,0% 6 0,1% 84 38 N03AG VETZUURDERIVATEN 0,5% 17 0,1% 16 0,4% 52 39 C09BA ACE-REMMERS MET DIURETICA 0,5% 16 0,1% 27 0,6% 38 40 R01AD CORTICOSTEROIDEN 0,4% 16 0,1% 36 0,9% 27 41 H01AC SOMATROPINE EN SOMATROPINEAGONISTEN 0,4% 16 0,1% 1 0,0% 150 42 M01AX OVERIGE NIET-STEROIDE ANTIINFLAMMATOIRE/ANTIRH ...
OBSTRUCTIV 2,2% 77 0,1% 69 1,7% 19 12 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 2,0% 69 0,3% 152 3,7% 7 13 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 1,8% 64 0,1% 165 4,0% 4 14 M01AC OXICAMES 1,7% 60 0,2% 96 2,3% 13 15 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 1,7% 59 0,1% 33 0,8% 31 16 C09AA IECA, SIMPLES 1,5% 52 0,1% 163 3,9% 5 17 H02AB GLUCOCORTICOIDES 1,4% 50 0,3% 50 1,2% 21 18 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 1,4% 48 0,1% 83 2,0% 15 19 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INCLUS 1,3% 46 0,2% 37 0,9% 26 20 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,2% 42 0,3% 114 2,8% 11 21 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,2% 42 0,1% 106 2,6% 12 22 L03AB INTERFERONS 1,1% 40 0,1% 2 0,0% 118 23 J01MA FLUOROQUINOLONES 1,0% 35 0,1% 11 0,3% 63 24 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 1,0% 35 0,2% 218 5,3% 2 25 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 0,9% 33 0,2% 74 1,8% 18 26 M05BA BIPHOSPHONATES 0,9% 32 0,1% 27 0,6% 37 27 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 0,8% 29 0,0% 3 0,1% 112 28 J02AC DERIVES TRIAZOLES 0,8% 28 0,1% 5 0,1% 89 29 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE MONOAMINES 0,8% 28 0,5% 92 2,2% 14 30 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,7% 26 0,1% 28 0,7% 36 31 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES ET THIAZEPINES 0,7% 24 0,1% 6 0,1% 85 32 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 0,6% 21 0,1% 11 0,3% 64 33 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,6% 21 0,1% 48 1,2% 22 34 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,6% 20 0,1% 47 1,1% 24 35 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,6% 20 0,1% 19 0,4% 48 36 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,5% 19 0,1% 35 0,8% 29 37 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 0,5% 17 0,0% 6 0,1% 84 38 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 0,5% 17 0,1% 16 0,4% 52 39 C09BA IECA ET DIURETIQUES 0,5% 16 0,1% 27 0,6% 38 40 R01AD CORTICOSTEROIDES 0,4% 16 0,1% 36 0,9% 27 41 H01AC SOMATROPINE ET AGONISTES DE LA SOMATROPINE 0,4% 16 0,1% 1 0,0% 150 42 M0 ...

2,2% 79 0,1% 70 1,8% 17 11 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 1,9% 67 0,1% 163 4,3% 4 12 M01AC OXICAMDERIVATEN 1,8% 64 0,2% 98 2,6% 14 13 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,8% 63 0,3% 129 3,4% 7 14 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,7% 59 0,1% 31 0,8% 34 15 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 1,7% 59 0,3% 19 0,5% 45 16 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 1,6% 56 0,1% 146 3,8% 5 17 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,4% 50 0,1% 102 2,7% 11 18 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE-REMMERS 1,3% 47 0,1% 36 0,9% 27 19 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 1,3% 46 0,2% 50 1,3% 22 20 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 1,2% 43 0,1% 71 1,9% 15 21 J01MA FLUOROCHINOLONEN 1,2% 42 0,1% 12 0,3% 59 22 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 1,1% 41 0,3% 104 2,7% 10 23 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 1,0% 36 0,1% 6 0,2% 86 24 M05BA BISFOSFONATEN 1,0% 34 0,1% 28 0,7% 36 25 R06AE PIPERAZINEDERIVATEN 0,9% 31 0,2% 69 1,8% 18 26 N06AA NIET-SELECTIEVE MONOAMINE-HEROPNAMEREMMERS 0,8% 30 0,5% 99 2,6% 13 27 L03AB INTERFERONEN 0,8% 29 0,1% 1 0,0% 136 28 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 0,8% 28 0,0% 3 0,1% 113 29 N05AH DIAZEPINEN, OXAZEPINEN EN THIAZEPINEN 0,8% 28 0,1% 6 0,2% 82 30 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 0,7% 24 0,1% 27 0,7% 38 31 R03BA GLUCOCORTICOIDEN 0,7% 24 0,1% 20 0,5% 43 32 A02BA H2-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN 0,7% 23 0,1% 39 1,0% 26 33 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 0,7% 23 0,1% 53 1,4% 21 34 J07BB INFLUENZAVACCINS 0,6% 21 0,1% 2 0,1% 119 35 N03AG VETZUURDERIVATEN 0,6% 20 0,2% 17 0,5% 48 36 M01AH COXIBS 0,6% 20 0,2% 18 0,5% 47 37 J01FA MACROLIDEN 0,5% 18 0,1% 6 0,2% 85 38 R03DC LEUKOTRIEENRECEPTORANTAGONISTEN 0,5% 18 0,1% 9 0,2% 71 39 R06AX OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,5% 18 0,1% 32 0,8% 32 40 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 0,5% 17 0,1% 2 0,0% 122 41 N06DA CHOLINESTERASEREMMERS 0,4% 15 0,1% 5 0,1% 94 42 D01BA ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 0,4% 15 0,1% 7 0,2% 80 43 ...
DE LA BETALACTAMASE INCLUS 1,3% 47 0,1% 36 0,9% 27 19 H02AB GLUCOCORTICOIDES 1,3% 46 0,2% 50 1,3% 22 20 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 1,2% 43 0,1% 71 1,9% 15 21 J01MA FLUOROQUINOLONES 1,2% 42 0,1% 12 0,3% 59 22 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,1% 41 0,3% 104 2,7% 10 23 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,0% 36 0,1% 6 0,2% 86 24 M05BA BIPHOSPHONATES 1,0% 34 0,1% 28 0,7% 36 25 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 0,9% 31 0,2% 69 1,8% 18 26 N06AA INHIBITEURS NON SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE MONOAMINES 0,8% 30 0,5% 99 2,6% 13 27 L03AB INTERFERONS 0,8% 29 0,1% 1 0,0% 136 28 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 0,8% 28 0,0% 3 0,1% 113 29 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES ET THIAZEPINES 0,8% 28 0,1% 6 0,2% 82 30 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,7% 24 0,1% 27 0,7% 38 31 R03BA GLUCOCORTICOIDES 0,7% 24 0,1% 20 0,5% 43 32 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,7% 23 0,1% 39 1,0% 26 33 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 0,7% 23 0,1% 53 1,4% 21 34 J07BB VACCINS ANTI-INFLUENZA 0,6% 21 0,1% 2 0,1% 119 35 N03AG DERIVES DES ACIDES GRAS 0,6% 20 0,2% 17 0,5% 48 36 M01AH COXIBS 0,6% 20 0,2% 18 0,5% 47 37 J01FA MACROLIDES 0,5% 18 0,1% 6 0,2% 85 38 R03DC ANTAGONISTES DES RECEPTEURS DES LEUCOTRIENES 0,5% 18 0,1% 9 0,2% 71 39 R06AX AUTRES ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,5% 18 0,1% 32 0,8% 32 40 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 0,5% 17 0,1% 2 0,0% 122 41 N06DA INHIBITEURS DE LA CHOLINESTERASE 0,4% 15 0,1% 5 0,1% 94 42 D01BA ANTIMYCOSIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 0,4% 15 0,1% 7 0,2% 80 43 C09BA IECA ET DIURETIQUES 0,4% 15 0,1% 22 0,6% 42 44 R01AD CORTICOSTEROIDES 0,4% 15 0,1% 35 0,9% 28 45 J01CA PENICILLINES A LARGE SPECTRE 0,4% 14 0,1% 12 0,3% 57 46 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 0,4% 14 0,1% 6 0,1% 90 47 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 0,4% 13 0,2% 1 0,0% 151 48 M01AX AUTRES ANTI-INFLAMMATOIRES/ANTIRHUMASTISMAUX NON STEROIDIENS 0,4% 13 0,2% 19 0,5% 44 49 C07AA BETA-BLOQUANTS NON SELECTIFS 0,4% 13 ...

NSAID’s (Niet Steroïdale Anti-Inflammatoire Drugs): Het gebruik van NSAID’s (i.e. acetylsalicylzuur (> 3 g/dag), COX-2-remmers en niet-selectieve NSAID’s) kan het antihypertensieve effect van de thiazide diuretica en angiotensine II antagonisten verminderen. Bij sommige patiënten met een belaste nierfunctie (vb. gedehydrateerde patiënten of oudere patiënten met gecompromitteerde nierfunctie) kan de gelijktijdige toediening van angiotensine II antagonisten en middelen die het cyclo-oxygenase remmen, resulteren in een verdere verslechtering van de nierfunctie, inclusief een mogelijk acuut nierfalen, welke meestal reversibel is.
Anti-inflammatoires non-stéroïdiens (AINS): Les AINS (par exemple, l'acide acétylsalicylique à > 3 g/jour, les inhibiteurs de la COX-2 et les AINS non sélectifs) peuvent réduire l'effet antihypertenseur des diurétiques thiazidiques et des antagonistes de l'angiotensine II. Chez certains patients à fonction rénale compromise (par exemple, patients déshydratés ou patients âgés à fonction rénale compromise), la co-administration d'antagonistes de l'angiotensine II et d'agents qui inhibent la cyclooxygénase peut entraîner une détérioration supplémentaire de la fonction rénale, y compris une éventuelle insuffisance rénale aiguë, qui est habituellement réversible.

Als angiotensine II-antagonisten gelijktijdig met NSAIDs (te weten selectieve COX-2-remmers, acetylsalicylzuur (< 3g/dag) en niet-selectieve NSAIDs) worden toegediend, kan gelijktijdig gebruik van angiotensine II-antagonisten en NSAIDs leiden tot een hoger risico op verslechtering van de nierfunctie, waaronder met een eerder bestaande nierfunctiestoornis.
Lors de l’administration d’antagonistes des récepteurs de l'angiotensine II avec des AINS (à savoir inhibiteurs sélectifs de la COX-2, acide acétylsalicylique (< 3 g/jour) et AINS non sélectifs), l'utilisation concomitante de ces produits peut entraîner un risque accru de détérioration de la fonction rénale, notamment en cas d’altération préexistante de la fonction rénale.

Aangezien er geen effect is op ACE en geen potentiëring van bradykinine of substance P, zullen angiotensine II-antagonisten waarschijnlijk geen hoest veroorzaken.
Comme il n'y a pas d'effet sur l'ECA ni aucune potentialisation de la bradykinine ou de la substance P, les antagonistes de l'angiotensine II sont peu susceptibles d'être associés à de la toux.

Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's), inclusief selectieve COX-2-remmers, acetylsalicylzuur (> 3 g/dag), en niet-selectieve NSAID's Wanneer angiotensine-II-antagonisten gelijktijdig met NSAID's worden toegediend, kan verzwakking van het bloeddrukverlagende effect optreden.
Anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS), y compris les inhibiteurs sélectifs de la COX-2, l’acide acétylsalicylique (à plus de 3 g/jour) et les AINS non sélectifs Une atténuation de l’effet antihypertenseur peut survenir en cas d’administration concomitante d’antagonistes de l’angiotensine II et d’AINS.

Voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s), inclusief selectieve COX-2-remmers, acetylsalicylzuur > 3 g/dag en niet-selectieve NSAID’s Wanneer angiotensine-II-antagonisten gelijktijdig worden toegediend met NSAID’s, kan het antihypertensieve effect kleiner worden.
Associations faisant l'objet de précautions d’emploi Anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS), y compris les inhibiteurs sélectifs de la COX-2, l’acide acétylsalicylique à plus de 3 g/jour) et les AINS non sélectifs Une atténuation de l’effet antihypertenseur peut survenir en cas d’administration concomitante d’antagonistes de l’angiotensine II et d’AINS, cette association peut conduire à une augmentation du risque d’altération/aggravation de la fonction rénale et d’augmentation du potassium sérique.

Niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID's), inclusief selectieve COX-2-remmers, acetylsalicylzuur > 3 g/dag, en niet selectieve NSAID's Wanneer angiotensine II antagonisten gelijktijdig worden gebruikt met NSAID's, kan verzwakking van het antihypertensieve effect optreden.
Médicaments anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS), incluant les inhibiteurs sélectifs de la COX-2, l’acide acétylsalicylique à une dose > 3 g/jour) et les AINS non sélectifs Lorsqu’on administre simultanément des antagonistes de l’angiotensine II et des AINS, une atténuation de l’effet antihypertenseur peut survenir.