Na een primaire periode van stabilisering van het neuromusculaire blok zou een infuussnelheid van 1 tot 2 µg/kg/min (0,06 tot 0,12 mg/kg/uur) adequaat moeten zijn om bij de meeste patiënten een blok van die grootteorde te handhaven.
Après une période initiale de stabilisation du bloc neuromusculaire, une vitesse de perfusion de 1 à 2 µg/kg/min (0,06 à 0,12 mg/kg/h) semble suffisant pour maintenir le bloc neuromusculaire à ce niveau chez la plupart des patients.