Vertaling van "naproflam de anti-hypertensieve " (Nederlands → Frans) :

- Net zoals alle andere niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca, kan Naproflam de anti-hypertensieve werking van alle produkten met anti-hypertensieve werking verminderen.
- Naproflam, comme les autres médicaments anti-inflammatoires non-stéroïdiens, peut réduire l’action antihypertensive de tous les produits à action antihypertensive.

In een 3-maandendurende klinische studie bij hypertensieve patiënten met diabetes mellitus type 2 en microalbuminurie, verlaagde anti-hypertensieve behandeling met candesartan cilexetil de albumineexcretie in de urine (albumine/creatinine ratio, gemiddeld 30%, 95% CI 15-42%).
Dans un essai clinique de 3 mois chez des patients hypertendus atteints de diabète de type 2 et de microalbuminurie, le traitement antihypertenseur par candésartan cilexetil a réduit la sécrétion urinaire d'albumine (rapport albumine/créatinine, moyenne de 30%, intervalle de confiance (IC) à 95% de 15 à 42%).

Anti-hypertensiva: Het anti-hypertensieve effect van een anti-hypertensivum (zoals bètablokkers, ACE-remmers en diuretica) zou kunnen verzwakken bij gelijktijdig gebruik van diclofenac.
Antihypertenseurs : L’effet antihypertenseur d’un médicament antihypertenseur (comme les bêtabloquants, les inhibiteurs de l’ECA et les diurétiques) pourrait être réduit lors de l’utilisation simultanée avec le diclofénac.

Niet steroidale anti-inflammatoire middelen (NSAIDs) Chronische behandeling met NSAIDs kan het anti-hypertensieve effect van ACE-remmer verminderen.
Anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS) Un traitement chronique par AINS peut réduire l’effet antihypertenseur d’un IEC. Les AINS et les IEC ont un effet cumulatif sur l’augmentation de la kaliémie, ce qui peut entraîner une détérioration de la fonction rénale.

b) Anti-hypertensiva NSAID kunnen Na-retentie en oedemen veroorzaken, wat de doeltreffendheid van een anti-hypertensieve behandeling kan verminderen.
b) Antihypertenseurs Les AINS peuvent provoquer de la rétention sodée et des oedèmes, ce qui peut provoquer une diminution de l’efficacité d’un traitement avec les antihypertenseurs.

Wanneer een angiotensine-II-receptorantagonist gelijktijdig wordt toegediend met een niet-steroïdaal anti-inflammatoir geneesmiddel (bijv. COX-2-selectieve NSAIDs, acetylsalicylzuur (> 3 g/d) en nietselectieve NSAIDs), kan een verzwakking van het anti-hypertensieve effect voorkomen.
L’administration simultanée d’un antagoniste des récepteurs de l’angiotensine II et d’un antiinflammatoire non stéroïdien (par ex. AINS sélectifs de la COX-2, acide acétylsalicylique (> 3 g/j) et AINS non sélectifs) peut s’accompagner d’un affaiblissement de l’effet anti-hypertenseur.

Betablokkers: Alle betablokkers hebben een anti-hypertensieve werking.
Bêta-bloquants : Tous les bêtabloquants ont une action anti-hypertensive.

Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een andere anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht.
Sauf, si le traitement par ARAII est considéré comme essentiel, il est recommandé de modifier le traitement chez les patientes envisageant une grossesse pour un médicament ayant un profil de sécurité établi pendant la grossesse.

Patiënten die een zwangerschap plannen moeten omgezet worden op een alternatieve anti-hypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens zwangerschap, tenzij het voortzetten van de angiotensine-2-receptor antagonist therapie noodzakelijk wordt geacht.
A moins que le traitement par ARAII ne soit considéré comme essentiel, il est recommandé de modifier le traitement antihypertenseur chez les patientes qui envisagent une grossesse pour un médicament ayant un profil de sécurité établi pendant la grossesse.