Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «monotherapie resulteerde in verlagingen » (Néerlandais → Français) :

Patiënten met op baseline HbA 1c > 10% tot ≤ 12% Een substudie bij patiënten met een baseline-HbA 1c van > 10% tot ≤ 12%, met canagliflozine als monotherapie, resulteerde in verlagingen in HbA 1c ten opzichte van baseline (niet gecorrigeerd voor placebo) van respectievelijk -2,13% en -2,56% voor canagliflozine 100 mg en 300 mg.

Patients ayant un taux initial d'HbA 1c > 10 % et ≤ 12 % Une diminution du taux d'HbA 1c (non ajustée en fonction du placebo) de respectivement -2,13 % et - 2,56 % pour canagliflozine 100 mg et 300 mg, par rapport aux valeurs initiales a été observée dans une sous-étude chez des patients traités par canagliflozine en monothérapie ayant un taux initial d'HbA 1c > 10 % et ≤ 12 %.


In deze studies resulteerde domperidon 10 mg in monotherapie oraal toegediend viermaal per dag in een stijging van de gemiddelde QTc van 1,6 msec (ketoconazole studie) en 2,5 msec (erythromycine studie), terwijl ketoconazole in monotherapie (200 mg tweemaal per dag) en erythromycine in monotherapie (500 mg driemaal per dag) resulteerden in stijgingen van de QTc van 3,8 en 4,9 msec, respectievelijk, gedurende de observatieperiode.

Dans ces études, la dompéridone en monothérapie à raison de 10 mg par voie orale quatre fois par jour a induit un allongement de l’intervalle QTc moyen de 1,6 ms (étude kétoconazole) et de 2,5 ms (étude érythromycine), alors que le kétoconazole (200 mg deux fois par jour) et l’érythromycine (500 mg trois fois par jour) administrés en monothérapie ont entraîné des augmentations du QTc de respectivement 3,8 ms et 4,9 ms pendant la période d’observation.


In deze onderzoeken resulteerde domperidon als monotherapie bij 10 mg oraal viermaal daags in verlenging van het gemiddelde QTc-interval van 1,6 msec (ketoconazol onderzoek) en 2,5 msec (erythromycineonderzoek), terwijl ketoconazol als monotherapie (200 mg tweemaal daags) en erytromycine als monotherapie (500 mg driemaal daags) leidde tot verlengingen in QTc-interval van respectievelijk 3,8 en 4,9 msec over de observatieperiode.

Dans ces essais, la monothérapie orale par dompéridone, à raison de 10 mg quatre fois par jour, entrainaient des allongements du QTc moyen de 1,6 msec (étude portant sur le kétoconazole) ou 2,5 msec (étude consacrée à l’érythromycine), alors que les monothérapies par kétoconazole (200 mg deux fois par jour) et par érythromycine (500 mg trois fois par jour) provoquaient des élévations du QTc de 3,8 et 4,9 msec respectivement, pendant la période d’observation.


Bloeddruk In placebogecontroleerde studies resulteerde behandeling met canagliflozine 100 mg en 300 mg in gemiddelde verlagingen van de systolische bloeddruk van respectievelijk -3,9 mmHg en -5,3 mmHg, tegenover -0,1 mmHg bij placebo, en in een geringer effect op de diastolische bloeddruk, met gemiddelde veranderingen voor canagliflozine 100 mg en 300 mg van respectievelijk -2,1 mmHg en -2,5 mmHg, tegenover -0,3 mmHg voor placebo.

Pression artérielle Dans les études contrôlées versus placebo, le traitement par canagliflozine 100 mg et 300 mg a entrainé des diminutions moyennes de la pression artérielle systolique de respectivement -3,9 mmHg et -5,3 mmHg, comparativement au placebo (-0,1 mmHg). Un effet plus faible a été observé sur la pression artérielle diastolique, avec des modifications moyennes sous canagliflozine 100 mg et 300 mg de respectivement -2,1 mmHg et -2,5 mmHg, comparativement au placebo (-0,3 mmHg).


Ervaring bij patiënten die gelijktijdig geïnfecteerd zijn met HIV en lamivudineresistent HBV: Tijdens een open-label onderzoek, uitgevoerd door onafhankelijke onderzoekers, bij 35 patiënten met chronische hepatitis B met lamivudineresistent HBV en gelijktijdig geïnfecteerd met HIV resulteerde een voortgezette, maximaal 144 weken durende behandeling met 10 mg adefovirdipivoxil in verlagingen van serum-HBV DNA-spiegels en ALAT-spiege ...[+++]

Expérience chez les patients co-infectés par le VIH et ayant un VHB résistant à la lamivudine : Dans une étude en ouvert, initiée par un investigateur, conduite chez 35 patients atteints d’hépatite B chronique, avec un VHB résistant à la lamivudine et co-infectés par le VIH, le traitement prolongé par 10 mg d’adéfovir dipivoxil a entraîné des réductions progressives des taux sériques d’ADN du VHB et des taux d’ALAT sur toute la période de traitement allant jusqu’à 144 semaines.


Tijdens een gerandomiseerde, dubbelblinde, klinische studie met parallelle groepen met 1975 patiënten waarvan de bloeddruk niet optimaal onder controle was met een therapie van 32 mg candesartan cilexetil eenmaal daags, resulteerde een toevoeging van 12,5 of 25 mg hydrochloorthiazide in additionele verlagingen van de bloeddruk.

Dans une étude clinique randomisée, en double aveugle, en groupes parallèles, conduite chez 1975 patients randomisés insuffisamment contrôlés sous 32 mg de candésartan cilexetil une fois par jour, l'adjonction de 12,5 mg ou de 25 mg d'hydrochlorothiazide a entraîné des réductions


In een 6 weken durend placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met een manische of een gemengde episode van een bipolaire I stoornis met of zonder psychotische kenmerken die partieel onvoldoende reageerden op lithium of valproaat als monotherapie gedurende 2 weken bij therapeutische serumconcentraties, resulteerde de toevoeging van aripiprazol als adjunctieve therapie in superieure werkzaamheid bij de reductie van manische symptomen in vergelijking tot lithium of valproaat als monotherapie.

Dans une étude clinique de 6 semaines contrôlée versus placébo, incluant des patients présentant des épisodes maniaques ou mixtes dans le cadre de troubles bipolaires de type I, avec ou sans caractéristiques psychotiques qui étaient partiellement non répondeurs au lithium ou au valproate en monothérapie pendant 2 semaines à des taux sériques thérapeutiques, l’association d’aripiprazole eu pour effet une efficacité supérieure au lithium ou au valproate en monothérapie sur la réduction des symptômes maniaques.


Behandeling met de combinatie van temsirolimus en IFN-α resulteerde in een statistisch significante toename van de incidentie van bepaalde graad 3-4 bijwerkingen (gewichtsverlies, anemie, neutropenie, trombocytopenie en ontsteking van de slijmvliezen) in vergelijking met bijwerkingen waargenomen in de onderzoeksarmen met IFN-α monotherapie of temsirolimus monotherapie.

7,3 mois, risque relatif = 0,93, p = 0,4902). Le traitement avec l’association temsirolimus plus IFN-α a entraîné une augmentation statistiquement significative de l’incidence de certains évènements indésirables de grade 3-4 (perte de poids, anémie, neutropénie, thrombocytopénie, inflammation des muqueuses) comparé aux évènements indésirables observés dans les bras IFN-α seul et temsirolimus seul.


In een 6 weken durend placebogecontroleerd onderzoek bij patiënten met een manische of een gemengde episode van een bipolaire I stoornis met of zonder psychotische kenmerken die partieel onvoldoende reageerden op lithium of valproaat als monotherapie gedurende 2 weken bij therapeutische serumconcentraties, resulteerde de toevoeging van aripiprazol als adjunctieve therapie in superieure werkzaamheid in de reductie van manische symptomen in vergelijking tot lithium of valproaat als monotherapie.

Dans une étude clinique de 6 semaines contrôlée versus placébo, incluant des patients présentant des épisodes maniaques ou mixtes dans le cadre de troubles bipolaires de type I, avec ou sans caractéristiques psychotiques qui étaient partiellement non répondeurs au lithium ou au valproate en monothérapie pendant 2 semaines à des taux sériques thérapeutiques, l’association d’aripiprazole a eu pour effet une efficacité supérieure au lithium ou au valproate en monothérapie sur la réduction des symptômes maniaques.


Nuchter plasmaglucose In vier placebo-gecontroleerde studies resulteerde behandeling met canagliflozine als monotherapie of als add-on-therapie bij één of twee orale bloedglucoseverlagende geneesmiddelen in vergelijking met placebo in gemiddelde veranderingen vanaf baseline in nuchter plasmaglucose (fasting plasma glucose: FPG) van -1,2 mmol/l tot -1,9 mmol/l voor canagliflozine 100 mg en -1,9 mmol/l tot -2,4 mmol/l voor canagliflo ...[+++]

Glycémie à jeun Dans quatre études contrôlées versus placebo, le traitement par canagliflozine en monothérapie ou en association avec un ou deux médicaments hypoglycémiants oraux a provoqué des modifications moyennes de la glycémie à jeun, par rapport aux valeurs initiales, de -1,2 mmol/l à -1,9 mmol/l pour canagliflozine 100 mg et de -1,9 mmol/l à -2,4 mmol/l pour canagliflozine 300 mg, comparativement au placebo.


w