Vertaling van "mmhg met pseudo-efedrine " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

product dat pseudo-efedrine bevat
produit contenant de la pseudoéphédrine

product dat enkel guaifenesine en pseudo-efedrine bevat
produit contenant seulement de la guaïfénésine et de la pseudoéphédrine

product dat codeïne en guaifenesine en pseudo-efedrine bevat
produit contenant de la codéine et de la guaïfénésine et de la pseudoéphédrine

product dat guaifenesine en pseudo-efedrine in orale vorm bevat
produit contenant de la guaïfénésine et de la pseudoéphédrine sous forme orale

product dat guaifenesine en pseudo-efedrine bevat
produit contenant de la guaïfénésine et de la pseudoéphédrine

product dat azatadine en pseudo-efedrine bevat
produit contenant de l'azatadine et de la pseudoéphédrine

product dat codeïne en pseudo-efedrine bevat
produit contenant de la codéine et de la pseudoéphédrine

product dat naproxen en pseudo-efedrine bevat
produit contenant du naproxène et de la pseudoéphédrine

product dat ibuprofen en pseudo-efedrine bevat
produit contenant de l'ibuprofène et de la pseudoéphédrine

product dat enkel codeïne en guaifenesine en pseudo-efedrine bevat
produit contenant seulement de la codéine et de la guaïfénésine et de la pseudoéphédrine

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De gelijktijdige toediening van linezolid met pseudo-efedrine of fenylpropanolamine leidde tot een gemiddelde verhoging van de systolische bloeddruk met ongeveer 30-40 mmHg, in vergelijking met een stijging van 11-15 mmHg met linezolid alleen, van 14-18 mmHg met pseudo-efedrine of fenylpropanolamine alleen, en van 8-11 mmHg met placebo.
L'administration simultanée de linézolide et de pseudo-éphédrine ou de phénylpropanolamine a entraîné une augmentation moyenne de la tension artérielle systolique de l'ordre de 30-40 mm Hg contre 11-15 mm Hg sous linézolide seul, 14-18 mm Hg sous pseudo-éphédrine ou phénylpropanolamine seule et 8-11 mm Hg sous placebo.

De gelijktijdige toediening van linezolid met pseudoefedrine of fenylpropanolamine leidde tot een gemiddelde verhoging van de systolische bloeddruk met ongeveer 30-40 mmHg, in vergelijking met een stijging van 11-15 mmHg met linezolid alleen, van 14-18 mmHg met pseudo-efedrine of fenylpropanolamine alleen, en van 8-11 mmHg met placebo.
L'administration simultanée de linézolide et de pseudo-éphédrine ou de phénylpropanolamine a entraîné une augmentation moyenne de la tension artérielle systolique de l'ordre de 30-40 mm Hg contre 11-15 mm Hg sous linézolide seul, 14-18 mm Hg sous pseudo-éphédrine ou phénylpropanolamine seule et 8-11 mm Hg sous placebo.

Een recente " case-control"-studie toont een verhoogd risico van gastroschisis bij kinderen wiens moeder in de loop van de eerste 3 maanden van de zwangerschap behandeld was met acetylsalicylzuur, pseudo-efedrine, paracetamol, of met een combinatie paracetamol + pseudo-efedrine, [ Am J Epidemiol 155 : 26-31(2002) ].
Une étude " cas-témoins" récente montre un risque accru de laparoschisis chez des enfants dont la mère a été traitée au cours des trois premiers mois de la grossesse par de l’acide acétylsalicylique, du paracétamol, de la pseudoéphédrine, ou l’association de paracétamol et de pseudoéphédrine [ Am J Epidemiol 155 : 26-31(2002) ].

Een recente « case-control »-studie toont een verhoogd risico van gastroschisis bij kinderen wiens moeder in de loop van de eerste 3 maanden van de zwangerschap behandeld was met acetylsalicylzuur, pseudo-efedrine, paracetamol, of met een combinatie paracetamol + pseudo-efedrine [Am.
Une étude “castémoins” récente montre un risque accru de laparoschisis chez des enfants dont la mère a été traitée au cours des trois premiers mois de la grossesse par de l’acide acétylsalicylique, du paracétamol, de la pseudoéphédrine, ou l’association de paracétamol et de pseudoéphédrine [Am.

De risico’s bij het gebruik van bepaalde vasoconstrictoren langs orale weg (b.v. pseudo-efedrine, d.i. een stereo-isomeer van efedrine, en fenylpropanolamine) kwamen reeds aan bod in de Folia van december 1999 en april 2002.
Les risques liés à la prise orale de certains vasoconstricteurs (par ex. la pseudoéphédrine, un stéréo-isomère de l’éphédrine, et la phénylpropanolamine) ont déjà été abordés dans les Folia de décembre 1999 et d’avril 2002.

geneesmiddelen die het centrale zenuwstelsel stimuleren bv. efedrine of pseudo-efedrine, vaak
médicaments utilisés pour traiter la dépression, p. ex. amitriptyline

- efedrine, pseudo-efedrine (middelen die de luchtwegen verwijden)
- éphédrine, pseudo-éphédrine (médicaments élargissant les voies respiratoires)

- geneesmiddelen met een stimulerende werking op het centraal zenuwstelsel, bv. efedrine of pseudo-efedrine, vaak aanwezig in middelen tegen hoest en verkoudheden;
les médicaments utilisés pour stimuler le système nerveux central, par exemple l'éphédrine ou la pseudoéphédrine, que l'on trouve souvent dans les remèdes pour la toux et le rhume;

Afgeraden wordt om efedrine gelijktijdig toe te dienen met andere vaatvernauwende middelen (fenylpropanolamine, pseudo-efedrine, fenylefrine, methylfenidaat), α- en ß-adrenerge blokkers, vluchtige halogeen anesthetica, imipramine-achtige antidepressiva, serotoninerge-noradrenerge antidepressiva, guanethidine en aanverwante producten.
Il est déconseillé d'associer l'éphédrine à d'autres vasoconstricteurs (phénylpropanolamine, pseudoéphédrine, phényléphrine, méthylphénidate), aux agents bloquants α et ß adrénergiques, aux anesthésiques volatils halogénés, aux antidépresseurs imipraminiques, aux antidépresseurs sérotoninergiques-noradrénergiques, à la guanéthidine et apparentés.

Aluminiumbevattende antacida kunnen de correcte absorptie verhinderen van geneesmiddelen zoals (tetra)cyclines, hartglycosiden (bv. digoxine), H 2 - receptorantagonisten, atropine, ijzerbevattende preparaten, atenolol, metoprolol, bifosfonaten, chloroquine, diflunisal, efedrine, pseudo-efedrine, ethambutol, fluoroquinolonen, natriumfluoride, gabapentin, glucocorticoïden, ibuprofen, indometacine, isoniazide, itraconazol, ketoconazol, levothyroxine, lansoprazol, mefenaminezuur, misoprostol, mycofenolaat, fenothiazines, neuroleptica, penicillamine, propranolol, rosuvastatine, lincosamides, strontium ranelaat, raltegravir, elvitegravir, dolutegravir.
métoprolol, des diphosphonates, de la chloroquine, du diflunisal, de l’éphédrine, de la pseudo-éphédrine, de l’éthambutol, des fluoroquinolones, du fluorure de sodium, de la gabapentine, des glucocorticoïdes, de l’ibuprofène, de l’indométacine, de l’isoniazide, de l’itraconazole, du kétoconazole, du lévothyroxine, du lansoprazole, de l’acide méfénamique, du misoprostol du mycophénolate, des phénothiazines, des neuroleptiques, de la pénicillamine, du propranolol, du rosuvastatine, des lincosamides, du strontium ranélate, raltégravir, elvitégravir, dolutégravir..