Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "ml min hadden gemiddeld " (Nederlands → Frans) :

Patiënten met een matig verminderde nierfunctie (CrCL 30 – 50 ml/min) hadden gemiddeld een 2,29-maal en 1,81-maal zo hoge plasmaspiegel van dabigatran, respectievelijk voor en na de toediening, in vergelijking met patiënten zonder verminderde nierfunctie (CrCL ≥ 80 ml/min).

Les patients ayant une insuffisance rénale modérée (ClCr 30-50 mL/min) avaient en moyenne des concentrations plasmatiques de dabigatran pré- et post-dose supérieures de 2,29 et 1,81-fois, respectivement, par rapport aux patients n’ayant pas d’insuffisance rénale (ClCr ≥ 80 mL/min).


Zes van deze 11 (55 %) patiënten hadden 8 uur na toediening (C min ) een gemiddelde plasmaconcentratie van indinavir onder de grens van betrouwbare kwantificering.

Parmi ces 11 patientes, 6 (55 %) avaient des concentrations plasmatiques moyennes d’indinavir, 8 heures après administration (C min ), en dessous du seuil de quantification.


Bij 15 kinderen en 11 volwassenen met verhoogde diurese die hoge doses Alkeran (140 mg/m²) intraveneus toegediend kregen, waren de gemiddelde initiële en terminale halfwaardetijden respectievelijk 6,5 ± 3,6 minuten en 41,4 ± 16,5 minuten. Bij 28 patiënten met verschillende maligne aandoeningen die doses van 70 tot 200 mg/m² in een 2 tot 20 minuten infuus toegediend kregen, waren de gemiddelde initiële en terminale halfwaardetijden respectievelijk 8,8 ± 6,6 min. en 73,1 ± 45,9 min. Het gemiddeld ...[+++]

Chez 15 enfants et 11 adultes avec une diurèse augmentée, ayant reçu en intraveineux des doses élevées d'Alkeran (140 mg/m²), les durées de demi-vie initiales et terminales moyennes étaient respectivement de 6,5 ± 3,6 minutes et de 41,4 ± 16,5 min. Chez 28 patients atteints de différentes affections malignes et recevant des doses de 70 à 200 mg/m² en perfusion pendant 2 à 20 minutes, les durées de demi-vie initiales et terminales moyennes étaient respectivement de 8,8 ± 6,6 min. et de 73,1 ± 45,9 min. Les volumes moyens de distribution en steady-state et le volume compartimental central étaient de 40,2 ± 18,3 l. et de 18,2 ± 11,7.


Patiënten met nierinsufficiëntie (eGFR < 60 ml/min/1,73 m 2 of CrCl < 60 ml/min) Patiënten met op baseline een eGFR van < 60 ml/min/1,73 m 2 of een CrCl van < 60 ml/min hadden een hogere incidentie van bijwerkingen gerelateerd aan volumedepletie (bijvoorbeeld houdingsafhankelijke duizeligheid, orthostatische hypotensie, hypotensie), met incidenties van respectievelijk 4,7%, 8,1% en 1,5% met canagliflozine 100 mg, canagliflozine 300 mg en placebo (zie de rubrieken 4.2 en 4.4).

Patients ayant une insuffisance rénale (DFGe < 60 mL/min/1,73 m² ou ClCr < 60 mL/min) Les patients avec un DFGe initial < 60 mL/min/1,73 m² ou une ClCr < 60 mL/min avaient une incidence supérieure d'effets indésirables associés à la déplétion volémique (par exemple, sensation vertigineuse posturale, hypotension orthostatique, hypotension), avec des incidences respectivement de 4,7 %, 8,1 % et 1,5 % pour canagliflozine 100 mg, canagliflozine 300 mg et le placebo (voir rubriques 4.2 et 4.4).


Bij HIV-geïnfecteerde patiënten in steady state waren de gemiddelde C max -, gemiddelde C min -, en gemiddelde AUC-waarden lineair bij dagdoses van 200 mg, 400 mg en 600 mg.

Chez les patients infectés par le VIH, les valeurs moyennes à l'état d’équilibre de la C max , de la C min et de l'aire sous la courbe sont linéaires aux doses quotidiennes de 200, 400 et 600 mg.


Bij de dosis van 100 micromol/kg bedroeg de gemiddelde distributie-halveringstijd bij normale proefpersonen, berekend met de residu-methode bij 12 normale vrijwilligers, 13,3 ± 6,8 min.Het gemiddelde distributievolume bij de dosis van 100 micromol/kg bij patiënten zonder nierinsufficiëntie (met inbegrip van normale proefpersonen en patiënten met pathologie van CZS of lever) bedroeg 158,7 ± 29,0 tot 214,3 (bereik 116,4 tot 295,0) ml/kg.

À la dose de 100 micromoles/kg, la demi-vie moyenne de la phase de distribution chez les sujets normaux, calculée selon la méthode des résidus chez 12 volontaires sains, est de 13,3 ± 6,8 min. Le volume moyen de distribution à la dose de 100 micromoles/kg chez les patients ayant une fonction rénale normale (incluant des sujets normaux et des patients atteints d’affections du SNC ou du foie) est de 158,7 ± 29,0 à 214,3 (intervalle de 116,4 à 295,0) ml/kg.


Nierfunctiestoornis Vergeleken met proefpersonen met een normale nierfunctie waren de plasmaconcentraties van prucalopride na een enkelvoudige dosis van 2 mg bij proefpersonen met lichte (Cl CR 50-79 ml/min) en matige (Cl CR 25-49 ml/min) nierfunctiestoornis gemiddeld respectievelijk 25% en 51% hoger.

Insuffisance rénale Par rapport à des sujets ayant une fonction rénale normale, les concentrations plasmatiques de prucalopride après une dose unique de 2 mg étaient en moyenne 25 % et 51 % plus élevées chez les sujets souffrant d’une insuffisance rénale légère (Cl CR 50-79 ml/min) et modérée (Cl CR 25-49 ml/min), respectivement.


Patiënten met ESRD bij chronische hemodialyse en die 200 mg Copegus als dagelijkse dosis kregen, hadden gemiddelde ribavirine blootstelling (AUC) van ongeveer 80% van de waarde die werd gevonden bij patiënten met een normale nierfunctie die de standaard dagelijkse dosis van 1000/1200 mg Copegus kregen.

Les patients en IRST en hémodialyse chronique et ayant reçu une dose journalière de Copegus de 200 mg ont présenté une exposition à la ribavirine moyenne (ASC) d’environ 80 % de la valeur observée chez les patients avec une fonction rénale normale recevant la dose journalière standard de Copegus de 1000/1200 mg.


Posttransplantatie nierfunctiestoornissen (bereik van creatinineklaring 11-107 ml/min) hadden geen invloed op de farmacokinetiek van everolimus bij transplantatiepatiënten.

Une insuffisance rénale post-transplantation (clairance de la créatinine comprise entre 11 ml/mn et 107 ml/mn) n’a pas eu d’effet sur la pharmacocinétique de l’évérolimus chez des patients transplantés.


De mediane gemiddelde wekelijkse dosering was 3 µg/kg voor patiënten die een splenectomie hadden ondergaan en 2 µg/kg voor patiënten die geen splenectomie hadden ondergaan.

La posologie hebdomadaire moyenne chez les patients splénectomisés était de 3 µg/kg et de 2 µg/kg chez les patients non-splénectomisés.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ml min hadden gemiddeld' ->

Date index: 2023-06-18
w