Vertaling van "ml kg min kwalificeert " (Nederlands → Frans) :

Piek VO2 > 75 % of 20 ml/kg/min kwalificeert voor pneumonectomie.
VO 2 max > 75 % ou 20 ml/kg/min signifie que le patient est éligible pour une pneumonectomie.

De totale klaring van iloprost is ongeveer 20 ml/kg/min, wat wijst op een extrahepatische bijdrage aan het metabolisme van iloprost.
La clairance totale de l’iloprost est de l’ordre de 20 ml/kg/min, ce qui suggère une contribution extrahépatique dans le métabolisme de l’iloprost.

Piek VO2 < 35 % of 10 ml/kg/min wijst er op dat resectie een hoog risico inhoudt.
VO 2 max < 35 % ou 10 ml/kg/min indique que la résection est associée à un risque élevé.

Verscheidene studies hebben aangetoond dat de fysieke training bij dat soort patiënten slechts gunstig was voor patiënten met een maximale VO2 uitgedrukt in ml/kg/min = 14. Bovendien moet die training plaatsvinden op inspanningsniveaus die niet meer dan 25 tot 60% van het maximum mogen bedragen.
Plusieurs études ont montré que l’entraînement physique chez ce type de patient n’était bénéfique que pour ceux qui avaient une VO2 maximale exprimée en ml/kg/min > 14. De plus l’entraînement doit se faire à des niveaux d’effort ne dépassant pas 25 % à 60 % du maximum.

Patiënten met een normale nierfunctie (creatinineklaring CrCl > 80 ml/min) en met een lichte (CrCl 60 - 80 ml/min), matige (CrCl 30 - < 60 ml/min) of ernstige (< 30 ml/min) nierfunctiestoornis kregen hydroxycarbamide als een enkelvoudige dosis van 15 mg/kg lichaamsgewicht door toediening van capsules van 200 mg, 300 mg of 400 mg.
Des patients présentant une fonction rénale normale (clairance de la créatinine CrCl > 80 ml/min), une insuffisance rénale légère (CrCl 60 - 80 ml/min), modérée (CrCl 30 - < 60 ml/min) ou sévère (< 30 ml/min) ont reçu une administration unique d'hydroxycarbamide, à une dose de 15 mg/kg de poids corporel en utilisant des gélules de 200 mg, 300 mg ou 400 mg.

Parameter Week 1 (SD) Week 27 (SD) C max (μg/ml) 1,5 (0,6) 1,1 (0,3) AUC (min* μg/ml) 206 (87) 169 (55) T 1/2 (min) 44 (19) 48 (21) Kl (ml/min/kg) 3,0 (1,2) 3,40 (1,0) V ss (% BW) 21 (8) 25 (9)
Paramètre Semaine 1 (écart-type) Semaine 27 (écart-type) C max (μg/ml) 1,5 (0,6) 1,1 (0,3) AUC (min* μg/ml) 206 (87) 169 (55) T 1/2 (min) 44 (19) 48 (21) Cl (ml/min/kg) 3,0 (1,2) 3,40 (1,0) V ss (% Poids Corporel) 21 (8) 25 (9)

De voorspelde steady-state blootstellingswaarden (C min,ss , C max,ss , AUC ,ss,8w ) na subcutane toediening van 150 mg (of respectievelijk 2 mg/kg) iedere 8 weken waren licht verhoogd bij de gewichtscategorie 40-70 kg (6,6 µg/ml, 24,3 µg/ml, 767 µg*d/ml) in vergelijking tot de gewichtscategorieën < 40 kg (4,0 µg/ml, 19,9 µg/ml 566 µg*d/ml) en > 70 kg (4,6 µg/ml, 17,8 µg/ml, 545 µg*d/ml).
Les valeurs d'exposition prédites à l'état d'équilibre (C min EE , C max,EE , AUC ,EE,8s ) après une administration sous-cutanée de 150 mg (ou 2 mg/kg respectivement) toutes les 8 semaines ont été légèrement plus élevées dans la catégorie de poids de 40-70 kg (6,6 µg/ml, 24,3 µg/ml, 767 µg*j/ml) que dans les catégories de poids strictement inférieures à 40 kg (4,0 µg/ml, 19,9 µg/ml, 566 µg*j/ml) et strictement supérieures à 70 kg (4,6 µg/ml, 17,8 µg/ml, 545 µg*j/ml).

gemiddelde ± SD gemiddelde ± SD gemiddelde ± SD C max (U/ml) 0,197 ± 0,052 0,210 ± 0,079 0,302 ± 0,089 AUC (uurU/ml) 0,930 ± 0,214 0,913 ± 0,445 1,191 ± 0,451 CL (ml/min/kg) 1,96 ± 0,495 2,31 ± 1,13 1,68 ± 0,763 Vz (l/kg) 0,604 ± 0,172 0,307 ± 0,143 0,239 ± 0,128 Vss (l/kg) 0,440 ± 0,125 0,252 ± 0,079 0,217 ± 0,081 t 1/2 (uur) 3,61 ± 0,894 2,02 ± 1,26 1,94 ± 1,09
Moyenne ± écart-type Moyenne ± écart-type Moyenne ± écart-type C max (U/ml) 0,197 ± 0,052 0,210 ± 0,079 0,302 ± 0,089 AUC (hU/ml) 0,930 ± 0,214 0,913 ± 0,445 1,191 ± 0,451 CL (ml/mn/kg) 1,96 ± 0,495 2,31 ± 1,13 1,68 ± 0,763 Vz (l/kg) 0,604 ± 0,172 0,307 ± 0,143 0,239 ± 0,128 Vss (l/kg) 0,440 ± 0,125 0,252 ± 0,079 0,217 ± 0,081 t 1/2 (h) 3,61 ± 0,894 2,02 ± 1,26 1,94 ± 1,09

De gemiddelde plasmaklaring bedraagt 794 ml/min. na intraveneuze infusie en 814 ml/min. na subcutane bolusinspuiting van een dosis van 0,10 mg/kg lichaamsgewicht/dag.
La clairance plasmatique moyenne est de 794 ml/min après la perfusion intraveineuse et de 814 ml/min après l'injection en bolus sous-cutané à raison de 0,10 mg/kg de poids corporel/jour.

Wanneer gestratificeerd werd naar gewicht, werd een lagere (30-40%) mediaanwaarde voor blootstelling voor C min,ss (11,4 versus 19 µg/ml) en AUC ss (594 versus 880 µg*d/ml) voor de lagere lichaamsgewichtscategorie (≤ 40 kg) versus de hogere lichaamsgewichtscategorie (> 40 kg) waargenomen.
Après stratification en fonction du poids, une exposition médiane inférieure (30-40%) était observée avec une C min EE (11,4 vs 19 µg/ml) et une ASC ,EE (594 vs 880 µg*j/ml) pour la catégorie de poids la plus basse (≤ 40 kg) vs la catégorie de poids la plus haute (> 40 kg).