Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Antropofobie
Educatie over zorg bij misselijkheid
Evalueren van zorg bij misselijkheid
Management van misselijkheid
Misselijkheid
Misselijkheid en braken
Nausea
Neventerm
Psychogeen braken
Ruminatiestoornis bij jonge kinderen
Sociale angst
Sociale neurose

Traduction de «misselijkheid is gemeld » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous


Omschrijving: Angst voor kritische beoordeling door anderen die leidt tot vermijding van sociale situaties. Ernstiger sociale-fobieën gaan doorgaans gepaard met weinig zelfwaardering en angst voor kritiek. Zij kunnen worden gepresenteerd als klachten over blozen, trillende handen, misselijkheid of aandrang tot plassen, terwijl de patiënt er soms van overtuigd is dat een van deze secundaire uitingen van zijn angst het primaire probleem is. De symptomen kunnen de intensiteit aannemen van paniekaanvallen. | Neventerm: | antropofobie | sociale angst | sociale neurose

Définition: Crainte d'être dévisagé par d'autres personnes, entraînant un évitement des situations d'interaction sociale. Les phobies sociales envahissantes s'accompagnent habituellement d'une perte de l'estime de soi et d'une peur d'être critiqué. Les phobies sociales peuvent se manifester par un rougissement, un tremblement des mains, des nausées ou un besoin urgent d'uriner, le patient étant parfois convaincu que l'une ou l'autre de ces manifestations secondaires constitue le problème primaire. Les symptômes peuvent évoluer vers des attaques de panique. | Anthropophobie Névrose sociale


Omschrijving: Herhaaldelijk braken dat voorkomt bij dissociatieve stoornissen (F44.-) en hypochondrische stoornis (F45.2) en dat niet louter is te wijten aan aandoeningen die buiten dit hoofdstuk zijn geclassificeerd. Deze subcategorie kan eveneens gebruikt worden als aanvulling op O21.- (buitensporig braken tijdens de zwangerschap) indien emotionele factoren op de voorgrond staan als oorzaak van recidiverende misselijkheid en braken tijdens de zwangerschap. | Neventerm: | psychogeen braken

Définition: Vomissements répétés survenant au cours d'un trouble dissociatif (F44.-) et d'une hypocondrie (F45.2), et qui ne sont pas exclusivement imputables à une des affections classées en dehors de ce chapitre. Ce code peut également être utilisé en complément du code O21.- (vomissements incoercibles au cours de la grossesse), quand des facteurs émotionnels sont au premier plan dans la survenue de nausées et de vomissements récurrents au cours de la grossesse. | Vomissements psychogènes


Omschrijving: Een eetstoornis met wisselende symptomatologie doorgaans specifiek voor de vroege kinderjaren. Zij behelst over het algemeen voedselweigering en buitensporige kieskeurigheid bij aanwezigheid van voldoende voedselaanbod, een redelijk competente verzorger en in de afwezigheid van een organische ziekte. De toestand gaat al dan niet samen met ruminatie (d.w.z. herhaalde regurgitatie zonder misselijkheid of gastro-intestinale ziekte). | Neventerm: | ruminatiestoornis bij jonge kinderen

Définition: Trouble de l'alimentation caractérisé par des manifestations variées, habituellement spécifique de la première et de la deuxième enfance. Il implique en général un refus alimentaire et des caprices alimentaires excessifs, alors que la nourriture est appropriée, que l'entourage est adéquat, et qu'il n'y a pas de maladie organique. Le trouble peut s'accompagner d'une rumination (d'une régurgitation répétée de nourriture non accompagnée de nausées ou d'une maladie gastro-intestinale). | Mérycisme de l'enfance












TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Een bijwerking van lichte misselijkheid werd gemeld door 1 van de 21 vrijwilligers.

Un effet indésirable dû au médicament à type de nausées a été rapporté chez 1 des 21 volontaires.


Patiënten moeten worden geïnformeerd dat misselijkheid is gemeld tijdens behandeling met Kaletra (zie rubriek 4.8).

Les patients doivent être informés que des nausées ont été rapportées lors de traitements par Kaletra (voir rubrique 4.8).


De meest gemelde bijwerkingen bij behandeling met gemcitabine zijn onder meer: misselijkheid met of zonder braken, verhoogde levertransaminasen (ASAT/ALAT) en alkalische fosfatase, gemeld bij ongeveer 60 % van de patiënten, proteïnurie en hematurie gemeld bij ongeveer 50 % van de patiënten, dyspneu gemeld bij 10-40 % van de patiënten (hoogste incidentie bij patiënten met longcarcinoom) en allergische huiduitslag die zich voordoet bij ongeveer 25 % van de patiënten en bij 10 % van de patiënten gepaard gaat met jeuk.

Les réactions médicamenteuses les plus fréquemment rapportées en relation avec le traitement par la gemcitabine sont notamment : nausées avec ou sans vomissements, élévation des transaminases hépatiques (ASAT/ALAT) et de la phosphatase alcaline, rapportées chez environ 60% des patients ; protéinurie et hématurie, rapportées chez environ 50% des patients ; dyspnée rapportée chez 10 à 40% des patients (incidence plus élevée chez les patients atteints de cancer bronchique) ; éruptions cutanées allergiques survenant chez environ 25% des patients et qui sont associées à des démangeaisons chez 10% des patients.


De vaakst gemelde bijwerkingen als gevolg van gemcitabine zijn: misselijkheid met of zonder braken, verhoogde levertransaminasen (AST/ALT) en alkalisch fosfatase, gemeld bij ongeveer 60% van de patiënten; proteïnurie en hematurie, gemeld bij ongeveer 50% van de patiënten; dyspneu, gemeld bij 10-40% van de patiënten (hoogste incidentie bij longkankerpatiënten); allergische huiduitslag komt voor bij ongeveer 25% van de patiënten en gaat gepaard met jeuk bij 10% van de patiënten.

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés en association avec le traitement par la gemcitabine incluent : nausées avec ou sans vomissements ; élévation des transaminases hépatiques (AST/ALT) et des phosphatases alcalines, rapportée chez environ 60% de patients ; protéinurie et hématurie rapportées chez environ 50% des patients ; dyspnée rapportée chez 10 à 40% des patients (incidence la plus élevée chez les patients atteints d’un cancer du poumon) ; des éruptions cutanées allergiques surviennent chez environ 25% des patients et sont associées à un prurit chez 10% des patients.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
De meest frequent gemelde bijwerkingen waren lichtovergevoeligheidsreacties (69%), oesophageale stenose (40%), braken (32%), pijn in de borst van niet-cardiale oorsprong (20%), pyrexie (20%), dysphagie (19%), constipatie (13%), dehydratie (12%) en misselijkheid (11%). De meerderheid van deze gemelde bijwerkingen waren mild tot gematigd in intensiteit.

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés ont été : réactions de photosensibilité (69 %), sténose œsophagienne (40 %), vomissements (32 %), douleur thoracique d’origine non cardiaque (20 %), fièvre (20 %), dysphagie (19 %), constipation (13 %), déshydratation (12 %) et nausées (11%). La majorité de ces effets indésirables rapportés était d’intensité légère à modérée.


De vaakst voorkomende geneesmiddelbijwerkingen gemeld voor 20% van de patiënten waren diarree (78,5%), misselijkheid (42,1%), trombocytopenie (38,5%), braken (37,1%), buikpijn (33,4%), huiduitslag (32,4%), anemie (27,4 %), pyrexie (23,4%) en verhoogd alanineaminotransferase (22,3%).

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés chez 20 % des patients étaient : diarrhée (78,5 %), nausées (42,1 %), thrombopénie (38,5 %), vomissements (37,1 %), douleur abdominale (33,4 %), rash (32,4 %), anémie (27,4 %), fièvre (23,4 %) et élévation de l’alanine aminotransférase (22,3 %).


De meest voorkomende bijwerkingen die in langdurig klinisch onderzoek werden gemeld, waren duizeligheid (42%), misselijkheid (30%), nystagmus (23%), staat van verwarring (25%), afwijkende gang (16%), geheugenstoornis (13%), wazig zien (14%), hoofdpijn (12%), asthenie (13%), overgeven (11%) en slaperigheid (10%).

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés dans les études cliniques à long terme ont été les suivants : sensations vertigineuses (42 %), nausées (30 %), nystagmus (23 %), état confusionnel (25 %), troubles de la démarche (16 %), troubles mnésiques(13 %), flou visuel (14 %), céphalées (12 %), asthénie (13 %), vomissements (13 %), et somnolence (10%).


De meest frequent gemelde bijwerkingen bij gebruik van Levodopa/Carbidopa/Entacapone Sandoz zijn dyskinesieën die voorkwamen bij ongeveer 19% van de patiënten; gastro-intestinale symptomen inclusief misselijkheid en diarree kwamen voor bij respectievelijk ongeveer 15% en 12% van de patiënten; spierpijn, skeletspierpijn en bindweefselpijn kwam voor bij ongeveer 12% van de patiënten en onschadelijke roodachtig-bruine verkleuring van de urine (chromaturie) kwam voor bij ongeveer 10% van de patiënten.

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportées lors de traitements par Levodopa/Carbidopa/Entacapone Sandoz sont les suivantes : dyskinésies, chez environ 19% des patients; symptômes digestifs, notamment nausées et diarrhées, chez respectivement près de 15% et 12% des patients, douleurs musculaires, musculo-squelettiques et du tissu conjonctif, chez environ 12% des patients et, enfin, coloration brun-rougeâtre des urines non cliniquement significative (chromaturie) chez environ 10% des patients.


Op basis van een follow-upduur van minimaal 12 maanden waren de bijwerkingen die het meest frequent werden gemeld door nieuw gediagnosticeerde CML patiënten in de chronische fase die met SPRYCEL werden behandeld: vochtretentie (waaronder pleurale effusie) (19%), diarree (17%), hoofdpijn (12%), huiduitslag (11%), musculoskeletale pijn (11%), misselijkheid (8%), vermoeidheid (8%), myalgie (6%), braken (5%) en spierontsteking (4%).

Sur la base d'un suivi minimum de 12 mois, les effets indésirables les plus fréquemment rapportés chez les patients atteints de LMC en phase chronique nouvellement diagnostiquée, traités par SPRYCEL ont été: rétention hydrique (dont épanchement pleural) (19%), diarrhée (17%), céphalée (12%), rash cutané (11%), douleur musculo-squelettique (11%), nausées (8%), fatigue (8%), myalgie (6%), vomissements (5%) et inflammation musculaire (4%).


De frequentst gemelde bijwerkingen door patiënten die resistent of intolerant waren voor een voorafgaande behandeling met imatinib en die werden behandeld met SPRYCEL waren vochtretentie (waaronder pleurale effusie), diarree, hoofdpijn, misselijkheid, huiduitslag, kortademigheid, bloeding, vermoeidheid, pijn in de spieren, infectie, overgeven, hoesten, buikpijn en koorts.

Les effets indésirables les plus fréquemment rapportés chez les patients résistants ou intolérants à un traitement antérieur par imatinib, traités par SPRYCEL, ont été: rétention hydrique (dont épanchement pleural), diarrhée, céphalée, nausée, rash cutané, dyspnée, hémorragie, fatigue, douleur musculo-squelettique, infection, vomissement, toux, douleur abdominale et pyrexie.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'misselijkheid is gemeld' ->

Date index: 2021-07-12
w