Traduction de «methicilline resistentie » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

resistentie voor insuline
insulinorésistance

groeiachterstand als gevolg van insuline-achtige groeifactor I-resistentie
retard de croissance par résistance au facteur de croissance analogue à l'insuline type 1

gegeneraliseerde resistentie tegen schildklierhormoon
résistance généralisée aux hormones thyroïdiennes

perifere resistentie voor schildklierhormonen
résistance périphérique aux hormones thyroïdiennes

meervoudige geneesmiddelenresistente methicillin-resistente Staphylococcus aureus
staphylocoque doré multirésistant aux médicaments résistant à la méticilline

methicillin-resistente Staphylococcus aureus
Staphylocoque doré résistant à la méticilline

niet-meervoudige geneesmiddelenresistente methicillin-resistente Staphylococcus aureus
staphylocoque doré non multirésistant aux médicaments résistant à la méticilline

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

S. aureus isolaten in de laboratoria wordt getest als indicator voor methicilline resistentie.
La variable résultante obtenue pour le SARM concluait à une résistance à l’oxacilline, étant donné que cet antibiotique est testé en laboratoire sur S. aureus dans la recherche d’une résistance à la méticilline.

De frequentie van methicilline-resistentie kan in sommige Europese landen oplopen tot
La fréquence de la résistance à la méthicilline peut, dans certains pays européens, aller

Vaak gevoelige species (d.w.z. resistentie < 10 % in alle EU Lidstaten) Aërobe grampositieve micro-organismen Streptococcus groep F Aërobe gramnegatieve micro-organismen Moraxella catarrhalis Pasteurella multocida Legionella spp. Anaërobe micro-organismen Clostridium spp., andere dan C. difficile Andere micro-organismen Mycoplasma pneumoniae Chlamydia trachomatis Chlamydia pneumoniae Species waarvoor verworven resistentie een probleem kan zijn (d.w.z. resistentie ≥ 10 % in minstens 1 EU Lidstaat) Aërobe grampositieve micro-organismen Streptococcus pneumoniae* Streptococcus groep A, C, G Streptococcus groep B Streptococcus viridans Enterococcus spp + Staphylococcus aureus, methicilline-gevoelig en methicilline-resistent+ Staphylococcus epidermidis+ Aërobe gramnegatieve micro-organismen Haemophilus influenzae Helicobacter pylori Anaërobe micro-organismen Bacteroides spp.
Clostridium spp., autres que C. difficile Autres micro-organismes Mycoplasma pneumoniae Chlamydia trachomatis Chlamydia pneumoniae Espèces susceptibles de poser un problème de résistance acquise (c.-à-d. résistance ≥ 10 % dans au moins 1 Etat Membre de l’UE) Micro-organismes aérobies Gram positifs Streptococcus pneumoniae * Streptococcus des groupes A, C, G Streptococcus du groupe B Streptococcus viridans Enterococcus spp + Staphylococcus aureus, sensible à la méthicilline et résistant à la méthicilline + Staphylococcus epidermidis+ Micro-organismes aérobies Gram négatifs Haemophilus influenzae Helicobacter pylori Micro-organismes anaérobies Bacteroides spp.

SPECIES WAARBIJ VERWORVEN RESISTENTIE EEN PROBLEEM KAN VORMEN Aerobe grampositieve bacteriën Enterococcus faecalis* Staphylococcus aureus methicilline-resistent+ Staphylococcus haemolyticus methicilline-resistent Staphylococcus coagulase spp
ESPECES POUR LESQUELLES LA RESISTANCE PEUT PRESENTER UN PROBLEME Bactéries aérobies Gram positives Enterococcus faecalis* Staphylococcus aureus résistant à la méthicilline+ Staphylococcus haemolyticus résistant à la méthicilline Staphylococcus coagulase spp

Overige micro-organismen Mycoplasma pneumoniae Chlamydia trachomatis Chlamydia pneumoniae Stammen waarvoor verkregen resistentie een probleem kan opleveren (d.w.z. resistentie ≥ 10% in tenminste één lidtstaat van de EU) Aërobe gram-positieve micro-organismen Staphylococcus aureus, gevoelig voor methicilline Streptococcus pneumoniae* Aërobe gram-negatieve micro-organismen Haemophilus influenzae Helicobacter pylori Inherent resistente micro-organismen Aërobe gram-positieve micro-organismen Enterococcus spp.
Autres micro-organismes Mycoplasma pneumoniae Chlamydia trachomatis Chlamydia pneumoniae Souches dont la résistance acquise peut poser problème (c.-à-d. présentant une résistance ≥ 10 % dans au moins un état membre de l’UE) Micro-organismes aérobies gram-positifs Staphylococcus aureus, sensible à la méthicilline Streptococcus pneumoniae* Micro-organismes aérobies gram-négatifs Haemophilus influenzae Helicobacter pylori Micro-organismes présentant une résistance intrinsèque Micro-organismes aérobies gram-positifs Enterococcus spp.

Staphylococcus aureus – methicilline (oxacilline) resistentie (MRSA) (n=6844) ------------------------------------------------------------------------------
Résistance Staphylococcus aureus – méticilline (oxacilline) (SARM) (n=6.844) ------------------------------------------------------------------------------------------------------

Coagulase negatieve stafylokokken – methicilline (oxacilline) resistentie (n=4663) ------------------------------------------------------------------------------
Résistance Staphylocoques coagulase négatifs – méticilline (oxacilline) (n=4.663) ------------------------------------------------------------------------------------------------------

Methicilline-resistente S. aureus bezit zeer waarschijnlijk co-resistentie tegen fluorochinolonen, waaronder levofloxacine.
Les Staphylococcus aureus résistants à la méticilline (SARM) possèdent souvent une co-résistance aux fluoroquinolones, dont la lévofloxacine.

De resistentie van methicilline- of oxacillineresistente Staphylococcus is toe te schrijven aan de vorming van een extra PBP met verminderde affiniteit voor cefotaxim.
En revanche, la résistance du staphylocoque résistant à la méthicilline ou à l’oxacilline est due à la formation d’une PLP supplémentaire dotée d’une affinité réduite pour le céfotaxime.

In tegenstelling hiermee, wat betreft de Methicillin-(Oxacillin-) resistente Staphylococcus, is de ontwikkeling van een bijkomende PBP met gereduceerde affiniteit tegen ceftriaxone verantwoordelijk voor de resistentie.
Contrairement à cela, concernant le Staphylococcus résistant à la Méthicilline (Oxacilline), la création d’une PBP supplémentaire présentant une affinité réduite à l’égard de la ceftriaxone est l’élément responsable de la résistance.