Traduction de «metabolisme van clarithromycine versnellen » (Néerlandais → Français) :

Efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutin en rifapentine Krachtige inductoren van het cytochroom-P450-metabolisme, zoals efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutin en rifapentine, kunnen het metabolisme van clarithromycine versnellen en daardoor de plasmaspiegels van clarithromycine verlagen, terwijl die van 14-OHclarithromycine, een metaboliet die ook microbiologisch actief is, worden verhoogd.
Efavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine Les inducteurs puissants du système métabolique du cytochrome P450 tels que l’éfavirenz, la névirapine, la rifampicine, la rifabutine et la rifapentine peuvent accélérer le métabolisme de la clarithromycine et, ainsi, réduire les concentrations plasmatiques de cette dernière tout en augmentant celles de la 14-OH-clarithromycine, un métabolite qui est également actif sur le plan microbiologique.

Efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine Sterke inductoren van het cytochroom P450 stofwisselingssysteem zoals efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine, kunnen het metabolisme van clarithromycine versnellen en bijgevolg de plasmaspiegels van clarithromycine verlagen, terwijl de plasmaspiegels van 14-OH-clarithromycine, een metaboliet die ook microbiologisch actief is, worden verhoogd.
Efavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine Les inducteurs puissants du système métabolique du cytochrome P450 tels que l’éfavirenz, la névirapine, la rifampicine, la rifabutine et la rifapentine, peuvent accélérer le métabolisme de la clarithromycine et donc diminuer les taux plasmatiques de clarithromycine et augmenter ceux de la 14-OH clarithromycine, un métabolite qui est également microbiologiquement actif.

Efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine Sterke induceerders van het cytochroom P450 metabolismesysteem zoals efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine kunnen het metabolisme van clarithromycine versnellen en daardoor de plasmaspiegels van clarithromycine verlagen, terwijl die van 14-OH-clarithromycine, een metaboliet die ook microbiologisch actief is, verhoogd worden.
Efavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine Les puissants inducteurs du système métabolique du cytochrome P450, tels que éfavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine, peuvent accélérer le métabolisme de la clarithromycine, et donc diminuer les concentrations plasmatiques de la clarithromycine, tout en augmentant celles de la 14-OH clarithromycine, un métabolite qui est également microbiologiquement actif.

Efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine Sterke inductoren van de metabolische systeem cytochroom P450 zoals efavirenz, nevirapine, rifampicine, rifabutine en rifapentine kunnen het metabolisme van clarithromycine versnellen en zo de plasmaconcentratie van clarithromycine verlagen, terwijl die van 14-OHclarithromycine, een metaboliet die ook microbiologisch actief is, stijgt.
Efavirenz, névirapine, rifampicine, rifabutine et rifapentine Les inducteurs puissants du système métabolique appelé cytochrome P450, comme l'éfavirenz, la névirapine, la rifampicine, la rifabutine et la rifapentine, peuvent accélérer le métabolisme de la clarithromycine et réduire ainsi les taux plasmatiques de ce produit, tout en augmentant ceux de la 14-OH-clarithromycine, métabolite également actif sur le plan microbiologique.

De niet-lineaire farmacokinetiek van clarithromycine en de afname van de vorming van 14-OH clarithromycine en van N-demethyleringsprodukten bij hogere dosissen wijzen erop dat het metabolisme van clarithromycine bij hoge dosissen een verzadigingspunt bereikt.
La pharmacocinétique non linéaire de la clarithromycine et la diminution de la formation du 14-OH métabolite et des produits de la N-déméthylation à des doses plus élevées, démontrent que le métabolisme de la clarithromycine atteint la saturation aux doses élevées.

Geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze CYP2C19 of CYP3A4 of allebei induceren (zoals rifampicine en St.-Janskruid) kunnen de serumconcentratie van esomeprazol verlagen door het metabolisme ervan te versnellen. 4.6 Zwangerschap en borstvoeding
Il est possible que les médicaments connus pour induire le CYP2C19 ou le CYP3A4 ou les deux (comme la rifampicine et le millepertuis) diminuent les taux sériques d'ésoméprazole en accélérant son métabolisme.

Inductoren van CYP2C19 en/of CYP3A4 De geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze CYP2C19 of CYP3A4 of allebei induceren (zoals rifampicine en St.-Janskruid) kunnen de serumconcentratie van omeprazol verlagen door het metabolisme ervan te versnellen.
Inducteurs du CYP2C19 et/ou du CYP3A4 Les substances actives connues pour induire le CYP2C19 ou le CYP3A4 ou encore les deux (comme la rifampicine et le millepertuis) peuvent entraîner une réduction des concentrations sériques d'oméprazole en accélérant son métabolisme.

Daaruit blijkt dat in vele gevallen sprake was van één of meerdere van de bekende risicofactoren voor het optreden van “torsades de pointes”, zoals hypokaliëmie, gelijktijdige inname van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (b.v. neuroleptica, anti-aritmica, ketanserine) en gelijktijdig gebruik van een geneesmiddel dat het QT-interval kan verlengen en waarvan daarenboven het metabolisme door erythromycine en clarithromycine kan worden geïnhibeerd (in het bijzonder cisapride*, terfenadine** en astemizol**).
Il en ressort que, dans beaucoup de cas, on notait la présence d’un ou de plusieurs des facteurs de risque connus pour favoriser la survenue de torsades de pointes, tels que hypokaliémie, prise concomitante d’autres médicaments allongeant l’intervalle QT (par exemple, les neuroleptiques, les antiarythmiques, la kétansérine), et prise concomitante d’un médicament pouvant allonger l’intervalle QT et dont le métabolisme peut en plus être inhibé par l’érythromycine ou par la clarithromycine (en particulier, le cisapride*, la terfénadine** et l’astémizole**).

Hierboven in de tekst gaat het over inhibitie van het metabolisme van sommige geneesmiddelen door erythromycine, clarithromycine en telithromycine.
Le texte qui précède aborde l’inhibition du métabolisme de certains médicaments par l’érythomycine, la clarithromycine et la télithromycine.

Daaruit blijkt dat in vele gevallen sprake was van één of meerdere van de bekende risicofactoren voor het optreden van " torsades de pointes", zoals hypokaliëmie, gelijktijdige inname van andere geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (b.v. neuroleptica, anti-aritmica, ketanserine) en gelijktijdig gebruik van een geneesmiddel dat het QT-interval kan verlengen en waarvan daarenboven het metabolisme door erythromycine en clarithromycine kan worden geïnhibeerd (in het bijzonder cisapride*, terfenadine** en astemizol**).
Il en ressort que, dans beaucoup de cas, on notait la présence d’un ou de plusieurs des facteurs de risque connus pour favoriser la survenue de torsades de pointes, tels que hypokaliémie, prise concomitante d’autres médicaments allongeant l’intervalle QT (par exemple, les neuroleptiques, les antiarythmiques, la kétansérine), et prise concomitante d’un médicament pouvant allonger l’intervalle QT et dont le métabolisme peut en plus être inhibé par l’érythromycine ou par la clarithromycine (en particulier, le cisapride*, la terfénadine** et l’astémizole**).