Vertaling van "meldingen van stevens-johnson " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

syndroom van Stevens-Johnson
syndrome de Stevens-Johnson

Neventerm: syndroom van Stevens-Johnson
Syndrome de Stevens-Johnson

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Huid- en onderhuidaandoeningen: Onbekend: Hypersensibiliteit en huidreacties zoals angio-oedeem, gegeneraliseerde huiduitslag, netelroos, huidreacties met blaasvorming en leukocytoclastische vasculitis, waarvan sommige ernstig, zoals geïsoleerde meldingen van Stevens-Johnson-syndroom en toxische epidermale necrolyse.
Affections de la peau et du tissus sous-cutané: Fréquence indéterminée: Hypersensibilité et réactions cutanées, dont angio-œdème, éruption généralisée, urticaire, réactions cutanées bulleuses et vascularite leucocytoclasique parfois sévère incluant des cas isolés de syndrome de Stevens-Johnson et de nécrolyse épidermique toxique.

Huid en onderhuidaandoeningen: Overgevoeligheid en huidreacties, zoals angiooedeem, uitslag, huidreacties met blaasvorming, waarvan sommige ernstig, zoals geïsoleerde meldingen van Stevens Johnson syndroom, toxische epidermale necrolyse leukocytoclastische vasculitis. Haaruitval
Atteinte de la peau et des tissus sous-cutanés: hypersensibilité et réactions cutanées, incluant angio-oedème, rash généralisé, urticaire, réactions cutanées bulleuses, parfois sévères incluant des cas isolés du syndrome de Stevens-Johnson, de nécrolyses épidermiques toxiques et de vascularite leucocytoclasique. alopécie.

Huid- en onderhuidaandoeningen: hypersensibiliteit en huidreacties zoals angio-oedeem, huiduitslag, netelroos en huidreacties met blaasvorming, waarvan sommige ernstig, zoals geïsoleerde meldingen van Stevens-Johnson syndroom, toxische epidermale necrolyse en leukocytoclastische vasculitis. Haaruitval
Atteinte de la peau et des tissus sous-cutanés: hypersensibilité et réactions cutanées, incluant angio-oedème, rash généralisé, urticaire et réactions cutanées bulleuses, parfois sévères incluant des cas isolés du syndrome de Stevens-Johnson, de nécrolyses épidermiques toxiques et de vascularite leucocytoclasique. alopécie.

Huid- en onderhuid aandoeningen: Hypersensibiliteit en huidreacties zoals angio-oedeem, huiduitslag, netelroos en huidreacties met blaasvorming, waarvan sommige ernstig, zoals geïsoleerde meldingen van Stevens-Johnson syndroom, toxische epidermale necrolyse en leukocytoclastische vasculitis. Haaruitval
hypersensibilité et réactions cutanées, incluant angio-oedème, rash généralisé, urticaire, réactions cutanées bulleuses, parfois sévères incluant des cas isolés du syndrome de Stevens-Johnson, de nécrolyses épidermiques toxiques et de vascularite leucocytoclasique. alopécie.

Zelden: Er zijn zeldzame meldingen van pemfigus bij patiënten behandeld met ACE-inhibitoren Zeer zelden: Stevens-Johnson syndroom.
Rare : on a rapporté de rares cas de pemphigus chez des patients traités par des inhibiteurs de l’ECA. Très rare : syndrome de Stevens-Johnson.

In post-marketing ervaring zijn er zeldzame meldingen van ernstige huidreacties geweest inclusief het syndroom van Stevens Johnson en toxische epidermale necrolyse.
Après la mise sur le marché, des cas rares de réactions cutanées sévères dont le syndrome de Stevens- Johnson et d’érythrodermie bulleuse avec épidermolyse ont été rapportés.

Tijdens postmarketing ervaringen zijn er zeldzame meldingen geweest van ernstige huidreacties waaronder Stevens-Johnson-syndroom en toxische epidermale necrolyse.
Dans des expériences post-marketing, il y a eu de rares rapports de sévères réactions cutanées, y compris le syndrome de Stevens-Johnson et nécrolyse épidermique toxique.

Stevens-Johnson-syndroom en Lyell-syndroom zijn varianten van eenzelfde ziekte, en onderscheiden zich naargelang het aangetaste huidoppervlak: < 10 % VOOR HET STEVENS-JOHNSON-SYNDROOM EN> 30 % voor het Lyell-syndroom; bij een huidloslating van 10 tot 30% spreekt men van een intermediaire vorm.
Le syndrome de Stevens-Johnson et le syndrome de Lyell sont des variantes d’une même maladie, et se distinguent par la surface de la peau atteinte: < 10% pour le syndrome de Stevens-Johnson et > 30% pour le syndrome de Lyell; on parle de forme intermédiaire lorsque le décollement atteint 10 à 30% de la surface corporelle.

Voor carbamazepine blijken Stevens-Johnson syndroom en Lyell-syndroom frequenter op te treden bij patiënten die drager zijn van het HLA-B1502-allel dan bij patiënten die geen drager zijn: frequentie van 1 à 10 per 1.000 versus 1 à 6 per 10.000.
Avec la carbamazépine, les syndromes de Stevens-Johnson ou de Lyell paraissent plus fréquents chez les patients porteurs de l’allèle HLA-B1502 que chez ceux qui n’en sont pas porteurs: fréquence d’1 à 10 pour 1.000 par rapport à 1 à 6 pour 10.000.

Stevens-Johnson en Lyell-syndroom door geneesmiddelen
Syndrome de Stevens-Johnson et syndrome de Lyell d’origine médicamenteuse