Traduction de «meeste proefpersonen waren » (Néerlandais → Français) :

De meeste proefpersonen waren WHO functionele klasse I (75/234, 32%) of II (120/234, 51%) op baseline; een kleiner aantal patiënten was klasse III (35/234, 15%) of IV (1/234, 0,4%); van enkele patiënten (3/234, 1,3%), was de WHO functionele klasse onbekend.
A l’inclusion, la plupart des patients étaient en classe fonctionnelle OMS I (75/234= 32 %) ou II (120/234= 51 %), peu de patients étaient en Classe fonctionnelle OMS III (35/234= 15 %) ou IV (1/234= 0,4%); pour quelques patients (3/234= 1,3 %), la classe fonctionnelle OMS était inconnue.

De meest frequent (> 25 % van de proefpersonen) gedetecteerde post-baseline-RAV’s bij deze proefpersonen waren aminozuursubstituties V36M (61 %) en R155K (68 %) bij proefpersonen met infectie met genotype 1a-virussen en T54A (42 %), T54S (37 %), A156S (26 %) en V170A (32 %) bij proefpersonen met infectie met genotype 1b-virussen.
Les RAV post- inclusion les plus fréquemment détectés (> 25 % des sujets) chez ces sujets étaient les substitutions d’acides aminés V36M (61 %) et R155K (68 %) chez les sujets infectés par un virus de génotype 1a et T54A (42 %), T54S (37 %), A156S (26 %) et V170A (32 %) chez les sujets infectés par un virus de génotype 1b.

De interim SVR analyse is gebaseerd op 85 % (142/168) van de proefpersonen die opgenomen werden, de meeste proefpersonen die nulresponders waren (50/52) in het hoofdonderzoek zijn echter opgenomen in de interimanalyse.
L’analyse intermédiaire de la RVP porte sur 85 % (142/168) des patients inclus, toutefois, la plupart des sujets qui étaient répondeurs nuls (50/52) dans l’étude précédente ont été inclus dans cette analyse intermédiaire.

Daarnaast werden of waren de meeste proefpersonen behandeld met chemotherapie (zie rubriek 4.4).
De plus, la plupart des patients recevaient ou avaient reçu une chimiothérapie (voir rubrique 4.4).

In een gegevensselectie met een mediane behandelingsduur van 2,2 jaar van de proefpersonen (bereik: 0 tot 5,0 jaar) waren de meest gemelde behandelingsgerelateerde bijwerkingen: hoofdpijn (13,2%), toegenomen erectie (9,0%), braken (6,8%), buikpijn (3,4%) hoest en dyspepsie (elk 2,6%).
L’analyse des données sur une durée médiane de traitement de 2,2 ans (durées individuelles de traitement allant de 0 à 5 ans) les effets indésirables les plus fréquemment rapportés ont été : maux de tête (13,2 %), augmentation de l’érection (9,0 %), vomissements (6,8 %), douleurs abdominales (3,4 %), toux (2,6 %) et dyspepsie (2,6 %).

Van de onderzoeken die aan kwaliteitscriteria voldeden waren de meeste ‘single case design’, waarbij de proefpersonen als eigen controle dienden.
Les études qui satisfaisaient aux critères de qualité étaient le plus souvent des ‘single case design’, où les personnes testées étaient leur propre contrôle.

De meest frequente bijwerkingen waren vaginaal verlies en pijnlijke borsten, gemeld door respectievelijk 7,3% en 4,2% van de proefpersonen.
Les événements indésirables les plus fréquents ont été les pertes vaginales et les seins douloureux, symptômes rapportés par 7,3% et 4,2% des sujets respectivement.