En naast de familie en de vrienden zijn er dan nog de anderen, kennissen, collega’s, de ambtenaren van de dienst bevolking van de gemeente, enz., die maar al te vaak, en meestal zonder kwade bedoelingen, de arbeidsongeschikte mensen wijzen op hun onvermogen om hun sociale rol te vervullen, op de realiteit van invalide te zijn, en op het pijnlijke dat dit vertegenwoordigt.
Et puis, à côté de la sphère familiale et amicale, il y a les autres, les connaissances, les collègues, les employés administratifs du service population de la ville, etc. qui, assez souvent et, la plupart du temps, sans mauvaise intention aucune, renvoient les personnes en incapacité de travail à leur incapacité de remplir leurs rôles sociaux, à leur réalité d’invalides et à ses douloureuses représentations.
