Traduction de «mcg ml respectievelijk » (Néerlandais → Français) :

Een monodosis van 15 mg/kg, toegediend in 30 minuten langs intraveneuze weg aan volwassen vrijwilligers waarvan de nierfunctie normaal is, produceert een gemiddelde serumpiek van 77 mcg/ml en concentraties van 47 en 1 mcg/ml respectievelijk 1 en 12 uur na de injectie. Bij oudere patiënten (gemiddelde kreatinineklaring van 64 ml/min), na een 30 minuten durende injectie van 15 mg/kg, observeert men een gemiddelde serumpiek van 55 mcg/ml en serumconcentraties van 5,4 en 1,3 mcg/ml respectievelijk 12 en 24 uur na de injectie.
Chez des patients plus âgés (clearance moyenne de la creatinine de 64 ml/min), après 30 minutes de perfusion de 15 mg/kg, on observe un pic sérique moyen de 55 mcg/ml et des concentrations sériques de 5,4 et 1,3 mcg/ml respectivement 12 et 24 heures après la perfusion.

Na inname van 200 mg, om de 4 uur, bedraagt de gemiddelde piekplasmaconcentratie in steady state (Css max.) 0,7 mcg/ml en de gemiddelde dalplasmaconcentratie (Css min.) 0,4 mcg/ml. Na inname van 400 en 800 mg om de 4 uur, bedragen deze waarden 1,2 mcg/ml – 1,8 mcg/ml en 0,6 – 0,9 mcg/ml respectievelijk.
Après la prise de 200 mg toutes les 4 heures, la concentration plasmatique maximale moyenne à l’état d’équilibre (Css max) atteint 0,7 µg/ml et la concentration plasmatique moyenne à la vallée (Css min) atteint

Na inname van 400 en 800 mg om de 4 uur, bedragen deze waarden 1.2 mcg/ml – 1.8 mcg/ml en 0.6 mcg/ml –0.9 mcg/ml respectievelijk.
Après la prise de 400 et 800 mg toutes les 4 heures, ces chiffres sont respectivement de 1.2 mcg/ml – 1.8 mcg/ml et de 0.6 mcg/ml –0.9 mcg/ml.

Intraveneus gebruik Een monodosis van 500 mg (7,5 mg/kg) toegediend aan normale volwassenen via een infuus in de ader gespreid over 30 minuten produceert een gemiddelde serumpiek van 38 mcg/ml aan het einde van de injectie en serumconcentraties van 24 mcg/ml, 18 mcg/ml en 0,75 mcg/ml respectievelijk na 30 minuten, een uur en 10 uur na de injectie.
Voie intraveineuse Une dose unique de 500 mg (7,5 mg/kg) administrée chez des adultes normaux en perfusion veineuse étalée sur 30 minutes produit un pic sérique moyen de 38 mcg/ml à la fin de l'injection, et des taux sériques de 24 mcg/ml, 18 mcg/ml et 0,75 mcg/ml respectivement après 30 minutes, une heure, et 10 heures après l'injection.

Penetratie in het prostaatweefsel Na orale toediening van 500 mg levofloxacine eenmaal daags gedurende 3 dagen, waren de gemiddelde concentraties in het prostaatweefsel 8,7 mcg/g, 8,2 mcg/g en 2,0 mcg/g respectievelijk na 2 uur, 6 uur en 24 uur; de gemiddelde prostaat/plasmaconcentratieverhouding was 1,84.
Pénétration dans le tissu prostatique Après administration orale de 500 mg de lévofloxacine une fois par jour pendant 3 jours, la concentration moyenne dans le tissu prostatique était de 8,7 mcg/g, 8,2 mcg/g et 2,0 mcg/g respectivement après 2 heures, 6 heures et 24 heures; la moyenne du rapport entre la concentration dans le tissu prostatique et la concentration plasmatique était de 1,84.

Het gemiddelde (bereik) voor C min en C max bij steady state waargenomen na 85 dagen behandelen was respectievelijk 32,5 mcg/ml (6,6 tot 113,8 mcg/ml) en 48,1 mcg/ml (9,8 tot 132,4 mcg/ml).
La moyenne (fourchette) des C min et C max à l'état d'équilibre observée après 85 jours de traitement était de 32,5 mcg/ml (6,6 à 113,8 mcg/ml) et 48,1 mcg/ml (9,8 à 132,4 mcg/ml), respectivement.

Na het innemen van één enkele dosis van 500 mg en van 1.000 mg bedraagt de gemiddelde maximumconcentratie respectievelijk 16 mcg en 28 mcg/ml.
Après la prise d'une dose unique de 500 mg et de 1.000 mg, les concentrations maximales moyennes (pics) sont approximativement de 16 mcg et de 28 mcg/ml respectivement.