In geval van een lichte tot matige bijwerking dient de infusie te worden onderbroken en te worden hervat met de helft van de infusiesnelheid ten tijde van de onderbreking, zodra de toestand van de patiënt stabiel is.
En cas d’EI léger à modéré, la perfusion doit être interrompue et reprise à un débit réduit de moitié par rapport au moment de l’interruption, quand l’état du patient est stable.