Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Depressieve reactie
Psychogene depressie
Reactieve depressie
Recidiverende episoden van
Seizoensafhankelijke depressieve stoornis

Traduction de «maanden behandeling werden » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Omschrijving: De betrokkene heeft ten minste één duidelijk vastgestelde hypomane, manische of gemengde affectieve episode doorgemaakt in het verleden en bovendien ten minste één andere affectieve episode, depressief, hypomaan, manisch of gemengd, maar lijdt momenteel niet aan enige noemenswaardige ontregeling van de stemming en heeft daar ook al enige maanden niet aan geleden. Perioden van remissie ten tijde van profylactische behandeling dienen hier gecodeerd te worden.

Définition: Le sujet a eu, dans le passé, au moins un épisode hypomaniaque, maniaque ou mixte bien documenté, et au moins un autre épisode affectif (hypomaniaque, maniaque, dépressif ou mixte), mais sans aucune perturbation significative de l'humeur, ni actuellement, ni au cours des derniers mois. Les rémissions sous traitement prophylactique doivent être classées ici.


Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door herhaalde depressieve episoden, zoals beschreven onder depressieve episode (F32.-) zonder enige voorgeschiedenis van onafhankelijke episoden van stemmingsverhoging en toegenomen energie (manie). Er kunnen evenwel korte episoden van lichte stemmingsverhoging en hyperactiviteit (hypo-manie) zijn onmiddellijk na een depressieve episode soms teweeggebracht door anti-depressieve behandeling. De ernstigere vormen van recidiverende depressieve stoornis (F33.2 en F33.3) komen in veel opzichten overeen met vroegere begrippen, zoals manisch-depressieve depressie, melancholie, vitale depressie en ...[+++]

Définition: Trouble caractérisé par la survenue répétée d'épisodes dépressifs correspondant à la description d'un tel épisode (F32.-), en l'absence de tout antécédent d'épisodes indépendants d'exaltation de l'humeur et d'augmentation de l'énergie (manie). Le trouble peut toutefois comporter de brefs épisodes caractérisés par une légère élévation de l'humeur et une augmentation de l'activité (hypomanie), succédant immédiatement à un épisode dépressif, et parfois déclenchés par un traitement antidépresseur. Les formes graves du trouble dépressif récurrent (F33.2 et F33.3) présentent de nombreux points communs avec des concepts antérieurs comme ceux de dépression maniaco-dépressive, de mélancolie, de dépression vitale et de dépression endogène ...[+++]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
In vijf studies met parallelle groepen van acht weken tot acht maanden behandeling werden aan bloeding gerelateerde bijwerkingen, overwegend op de huid en de slijmvliezen, waargenomen bij 1,74% van de patiënten die met paroxetine werden behandeld, en bij 0,74% van de patiënten die met de placebo werden behandeld.

Dans le cadre de cinq études en parallèle portant sur une durée de huit semaines à huit mois de traitement, les évènements indésirables de type saignements, principalement de la peau et des muqueuses, ont été observés dans le groupe paroxétine à une fréquence de 1,74 %, contre 0,74 % dans le groupe placebo.


De EINSTEIN-extensie studie bij 1197 patiënten (gemiddelde leeftijd van 58 jaar, SD 16 jaar), die gedurende 6 tot 12 maanden behandeld werden met acenocoumarol, warfarine of rivaroxaban en zonder formele indicatie om deze behandeling voort te zetten.

TEV fatal ou non (HR de 0,68 avec IC à 95% de 0,44 à 1,04; p< 0,001) mais non supérieur, sans différence pour les saignements majeurs ou non majeurs mais cliniquement pertinents (associés à une intervention médicale, à un contact non prévu avec un médecin, à une interruption de traitement, à de la douleur ou un obstacle aux activités quotidiennes). L’étude EINSTEIN-extension concerne 1197 patients (âge moyen de 58, ET 16 ans) ayant été traités pendant 6 à 12 mois par acénocoumarol, warfarine ou rivaroxaban et sans indication formelle de devoir poursuivre ce traitement.


In vijf parallelle groepsonderzoeken met een duur van acht weken tot acht maanden behandeling werden er bloedingsgerelateerde bijwerkingen, hoofdzakelijk van de huid en weke delen, gemeld bij met paroxetine behandelde patiënten aan een frequentie van 1,74% in vergelijking met 0,74% bij met placebo behandelde patiënten.

Au cours de cinq études de groupe en parallèle, d’une durée allant de huit semaines à huit mois de traitement, des effets indésirables liés à des saignements, principalement de la peau et des muqueuses, ont été observés chez les patients traités par paroxétine à une fréquence de 1,74 %, contre 0,74 % pour les patients traités par placebo.


Late (d.w.z. uitgestelde) evenementen: late cardiotoxiciteit treedt gewoonlijk laat in het verloop van de behandeling of binnen 2 tot 3 maanden na de beëindiging van de behandeling op, maar er werden ook latere problemen gerapporteerd meerdere maanden tot jaren na het einde van de behandeling.

Evénements tardifs (c.-à-d. différés) : la cardiotoxicité retardée se développe habituellement tard durant le traitement, ou dans les 2 à 3 mois suivant la fin du traitement, mais des événements plus tardifs, survenant plusieurs mois, voire des années après la fin du traitement ont également été rapportés.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Late (d.w.z. uitgestelde) effecten Uitgestelde cardiotoxiciteit ontwikkelt zich over het algemeen tegen het einde van de behandeling of tot twee à drie maanden na de behandeling, maar latere effecten, verschillende maanden en zelfs verschillende jaren na het einde van de behandeling, werden ook gemeld.

Effets tardifs (c.-à-d. différés) Une cardiotoxicité différée se développe en général vers la fin du traitement ou jusqu'à deux à trois mois après la fin du traitement, mais des effets ultérieurs, plusieurs mois et même plusieurs années après l’achèvement du traitement, ont également été rapportés.


73,0% van de patiënten die met levetiracetam werden behandeld, en 72,8% van de patiënten die met carbamazepine CR werden behandeld, werd epilepsievrij gedurende zes maanden; het gecorrigeerde absolute verschil tussen de behandeling was 0,2% (95% BI: -7,8 - 8,2), Meer dan de helft van de proefpersonen bleef epilepsievrij gedurende 12 maanden (56,6% van de proefpersonen op levetiracetam en 58,5% van de proefpersonen op carbamazepine ...[+++]

73,0 % des patients traités par lévétiracétam et 72,8% de ceux traités par carbamazépine CR n'ont pas présenté de crises pendant 6 mois ; la différence absolue ajustée entre les traitements était de 0,2% (IC


Tijdens het fase III-dosisoptimaliseringsonderzoek bij patiënten met CML in de gevorderde fase en Ph+ ALL (mediane behandelduur van de behandeling 14 maanden voor CML in acceleratiefase, 3 maanden voor myleoïde blastaire CML, 4 maanden voor lymfoïde blastaire CML en 3 maanden voor Ph+ ALL), werd vochtretentie (pleurale effusie en pericardiale effusie) minder frequent gerapporteerd bij patiënten behandeld met eenmaal daags 140 mg SPRYCEL dan bij patiënten die behandeld werden met tweemaal daags 70 mg (Tabel 3b).

Dans l'étude de phase III d'optimisation de dose chez les patients en phase avancée de LMC et les patients atteints de LAL Ph+ (durée médiane de traitement de 14 mois pour les phases accélérées de LMC, 3 mois pour les phases blastiques myéloïdes de LMC, 4 mois pour les phases blastiques lymphoïdes et 3 mois pour les LAL Ph+), une rétention hydrique (épanchement pleural et épanchement péricardique) a été rapportée moins fréquemment chez les patients traités avec SPRYCEL 140 mg une fois par jour que chez les patients traités avec 70 mg deux fois par jour (Tableau 3b).


Tijdens het fase III-dosisoptimaliseringsonderzoek bij patiënten met CML in de gevorderde fase en Ph+ ALL (mediane behandelduur van de behandeling 14 maanden voor CML in acceleratiefase, 3 maanden voor myleoïde blastaire CML, 4 maanden voor lymfoïde blastaire CML en 3 maanden voor Ph+ ALL), werd vochtretentie (pleurale effusie en pericardiale effusie) minder frequent gerapporteerd bij patiënten behandeld met eenmaal daags 140 mg SPRYCEL dan bij patiënten die behandeld werden met tweemaal daags 70 mg (Tabel 3b).

Dans l'étude de phase III d'optimisation de dose chez les patients en phase avancée de LMC et les patients atteints de LAL Ph+ (durée médiane de traitement de 14 mois pour les phases accélérées de LMC, 3 mois pour les phases blastiques myéloïdes de LMC, 4 mois pour les phases blastiques lymphoïdes et 3 mois pour les LAL Ph+), une rétention hydrique (épanchement pleural et épanchement péricardique) a été rapportée moins fréquemment chez les patients traités avec SPRYCEL 140 mg une fois par jour que chez les patients traités avec 70 mg deux fois par jour (Tableau 3b).


Tijdens die klinische onderzoeken waarbij patiënten gedurende één jaar werden behandeld, was het onwaarschijnlijk dat patiënten die geen virologische respons vertoonden na zes maanden behandeling (HCV-RNA lager dan de onderste detectielimiet), een blijvende virologische respons zouden ontwikkelen (HCV-RNA lager dan de onderste detectielimiet zes maanden na het einde van de behandeling).

Au cours des études cliniques où les patients étaient traités pendant un an, les patients qui n’ont pas eu une réponse virologique après six mois de traitement (ARN-VHC en dessous de la limite inférieure de détection) n’ont pas maintenu une réponse virologique (ARN-VHC en dessous de la limite inférieure de détection six mois après l’arrêt du traitement).


Er werden klinisch significante verbeteringen waargenomen ten opzichte van de uitgangswaarden voor hemoglobineconcentratie en het aantal bloedplaatjes en dit reeds op 3 maanden en tevens voor het volume van de lever en milt op 6 en op 9 maanden na aanvang van de behandeling met VPRIV.

Des améliorations cliniquement significatives par rapport aux valeurs initiales ont été observées en termes de taux d’hémoglobine et de numération plaquettaire dès 3 mois de traitement, ainsi qu’en termes de volumes hépatique et splénique à 6 et 9 mois de traitement par VPRIV.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'maanden behandeling werden' ->

Date index: 2023-06-11
w