Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
SD
VPRIV – imiglucerase

Vertaling van "maanden behandeling met vpriv bedroeg de gemiddelde " (Nederlands → Frans) :

Na 9 maanden behandeling met VPRIV bedroeg de gemiddelde absolute toename in de hemoglobineconcentratie ten opzichte van de uitgangswaarde 1,624 g/dl (± 0,223 SE). Er werd aangetoond dat deze toename van de hemoglobineconcentratie klinisch en statistisch niet inferieur was aan imiglucerase (gemiddeld verschil van de verandering tussen beide behandelingen vanaf de uitgangswaarde tot 9 maanden [VPRIV – imiglucerase]: 0,135 g/dl).

L’augmentation moyenne absolue par rapport aux valeurs initiales du taux d’hémoglobine était de 1,624 g/dl (± 0,223 écart type) après 9 mois de traitement par VPRIV. Cette augmentation du taux d’hémoglobine s’est révélée cliniquement et statistiquement non-inférieure à l’imiglucérase (différence moyenne entre les traitements [VPRIV – imiglucérase] entre les valeurs initiales et les valeurs à 9 mois) : 0,135 g/dl).


Na 24 weken behandeling bedroeg de gemiddelde ( standaard deviatie [SD]) maximum plasmaconcentratie (Cmax) 2.357 (± 1.560) ng/ml en de gemiddelde ( SD) oppervlakte onder de plasmaconcentratie-tijdcurve (AUC 0­t ) bedroeg 5.860 ( 4.184) uur ng/ml.

Après 24 semaines de traitement, la concentration plasmatique maximum moyenne (Cmax) (± écart-type [ET]) a été de 2 357 (± 1 560) ng/ml et l’aire moyenne sous la courbe concentration-temps (ASC 0-t ) (± ET) a été de 5 860 (± 4 184) h × ng/ml.


Er waren geen statistisch significante verschillen tussen VPRIV en imiglucerase met betrekking tot veranderingen in het aantal bloedplaatjes en in het volume van de lever en de milt na 9 maanden behandeling met VPRIV en tot de eerste hemoglobinerespons (gedefinieerd als een toename van 1 g/dl t.o.v. de uitgangswaarde).

Aucune différence statistiquement significative entre VPRIV et l’imiglucérase n’a été observée en termes d’évolution de la numération plaquettaire, des volumes hépatique et splénique après 9 mois de traitement par VPRIV, et d’obtention de la première réponse de l’hémoglobine (à savoir, augmentation de 1 g/dl par rapport aux valeurs initiales).


Bij oudere kinderen bedroeg de gemiddelde propofolklaring na een enkelvoudige bolusinjectie van 3 mg/kg 37,5 ml/min/kg (4-24 maanden) (n=8), 38,7 ml/min/kg (11-43 maanden) (n=6), 48 ml/min/kg (1-3 jaar) (n=12), 28,2 ml/min/kg (4-7 jaar) (n=10) vergeleken met 23,6 ml/min/kg bij volwassenen (n=6).

La clairance médiane du propofol chez les enfants plus âgés ayant reçu une dose bolus de 3 mg/kg était de 37,5 ml/min/kg (4-24 mois) (n=8), 38,7 ml/min/kg (11-43 mois) (n=6), 48 ml/min/kg (1-3 ans) (n=12), 28,2 ml/min/kg (4-7 ans) (n=10), par rapport à 23,6 ml/min/kg chez les adultes (n=6).


Na een periode van 6 maanden bedroeg de gemiddelde CAVERJECT dosis ongeveer 20 microgram.

Après une période de 6 mois, la dose moyenne de CAVERJECT était d'environ 20 microgrammes.


Bij kinderen bedroeg de gemiddelde concentratieverhouding zidovudine in cerebrospinaal vocht/plasma tussen 0,52 tot 0,85 bij meting tijdens orale behandeling, 0,5 tot 4 uur na inname.

Chez l’enfant, le rapport des concentrations du liquide céphalorachidien/plasma de la zidovudine est de 0,52 à 0,85, lorsqu’il est mesuré lors d’un traitement oral, 0,5 à 4 heures après la prise.


Na zeven jaar behandeling bedroeg de gemiddelde toename in de Z-scores ten opzichte van de uitgangswaarden 0,7 (95% BI 0,4, 1,0) voor de lumbale wervelkolom en 0,5 (95% BI 0,2, 0,7) voor de femurhals.

Après sept années de traitement, l’augmentation moyenne des Z-scores par rapport aux résultats initiaux était de 0,7 (IC à 95 % [0,4 ; 1,0]) pour le rachis lombaire et de 0,5 (IC à 95 % [0,2 ; 0,7]) pour le col du fémur.


De gemiddelde progressievrije overleving bedroeg 5,5 maanden (95% BI; 4,6, 6,4) en de gemiddelde totale overleving bedroeg 17,4 maanden (95% BI; 15,0, 24,0).

La survie sans progession (médiane) était de 5,5 mois (IC à 95 % : 4,6 - 6,4) et la survie globale (médiane) était de 17,4 mois (IC à 95 % : 15,0 - 24,0).


Na minstens 12 maanden van onafgebroken behandeling met VPRIV slaagden alle patiënten erin om de dosis VPRIV stapsgewijs te verlagen van 60 naar 30 eenheden/kg nadat minstens 2 van de 4 therapeutische doelstellingen van EVT voor ‘Jaar 1’ werden bereikt voor de ziekte van Gaucher type.

Après au moins 12 mois de traitement par VPRIV en continu, on a pu procéder à une réduction progressive de la posologie (de 60 à 30 unités/kg) chez l’ensemble des patients lorsqu’au moins deux des quatre objectifs thérapeutiques de l’enzymothérapie substitutive de « l’Année 1 » pour la maladie de Gaucher de type 1 étaient atteints.


De overlevingsduur van patiënten aan wie alleen een combinatie van melfalan en prednison werd toegediend, bedroeg gemiddeld 33,2 maanden vanaf het begin van het onderzoek, tegenover 51,6 maanden wanneer tevens Thalidomide Celgene werd gebruikt.

Les patients ayant reçu du melphalan et de la prednisone ont survécu en moyenne 33,2 mois à partir du début de l’étude, contre 51,6 mois lorsque le traitement comprenait également Thalidomide Celgene.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'maanden behandeling met vpriv bedroeg de gemiddelde' ->

Date index: 2023-06-26
w