Men stelt bijv. vast dat terwijl er in 2004 een gelijke verdeling was tussen de analyses op diervoeders en die op levensmiddelen, de nieuwe programmatie een verdeling van 40 % voor diervoeders en 60 % voor levensmiddelen voorstelt.
On constate ainsi qu’en 2004 alors qu’ il y avait une répartition équivalente entre les analyses sur des aliments pour animaux et celles sur denrées alimentaires, la nouvelle programmation prévoit par contre une distribution de type 40% (aliments pour animaux) - 60% (denrées alimentaires).