Vertaling van "leiden tot verlaagde tipranavir-spiegels " (Nederlands → Frans) :

Gelijktijdige toediening van APTIVUS en middelen die CYP3A en/of Pgp induceren, kan leiden tot verlaagde tipranavir-spiegels en een verminderd therapeutisch effect (zie onderstaande tekst met informatie over de onderzochte middelen).
La co-administration d’APTIVUS et d’agents inducteurs du CYP3A et/ou de la Pgp peut diminuer les concentrations de tipranavir et réduire son effet thérapeutique (voir la liste et le détail des médicaments concernés ci-dessous).

Indien tipranavir ten onrechte niet gecombineerd wordt met ritonavir zal dit leiden tot verlaagde plasmaspiegels van tipranavir, die onvoldoende kunnen zijn om het gewenste antivirale effect te bereiken.
Une co-administration incorrecte du tipranavir et du ritonavir entraînerait des taux plasmatiques réduits du tipranavir, pouvant être insuffisants pour atteindre l'effet antiviral souhaité.

Bij gelijktijdige toediening van P-glycoproteïneinductoren (rifampicine, sint-janskruid, carbamazepine) wordt verwacht dat dit zal leiden tot verlaagde spiegels van dabigatran. Van gelijktijdige toediening van sterke P-glycoproteïneremmers (zoals amiodaron, verapamil, kinidine, ketoconazol en claritromycine) wordt verwacht dat dit zal leiden tot verhoogde plasmaspiegels van dabigatran.
Réduction des concentrations plasmatiques de dabigatran avec les inducteurs puissants de la P-glycoprotéine : rifampicine, millepertuis, carbamazépine Les inhibiteurs de la P-glycoprotéine augmentent la concentration plasmatique de dabigatran : amiodarone, vérapamil, quinidine, kétoconazole et la clarithromycine

Van gelijktijdige toediening van P-glycoproteïne-inductoren (zoals rifampicine, sint-janskruid (Hypericum Perforatum), carbamazepine of fenytoïne) wordt verwacht dat dit zal leiden tot verlaagde spiegels van dabigatran en dit dient daarom vermeden te worden (zie rubrieken 4.4 en 5.2).
L’administration concomitante d’un inducteur de la P-gp (tels que la rifampicine, le millepertuis (Hypericum perforatum), la carbamazépine ou la phénytoine) devrait entraîner une diminution des concentrations de dabigatran et doit être évitée (voir rubriques 4.4 et 5.2).

Gelijktijdig gebruik van carbamazepine kan leiden tot verlaagde of subtherapeutische minocycline spiegels door inductie van het hepatisch microsomaal enzymsysteem.
En utilisation concomitante, la carbamazépine peut entraîner des niveaux de minocycline réduits ou inférieurs au seuil thérapeutique, en raison de l’induction d’enzymes microsomales hépatiques.