Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «leeftijdsbereik n 16 gemiddelde » (Néerlandais → Français) :

Voedsel verlaagt de C max met ongeveer 30%, verhoogt de t max met ongeveer 1 uur en heeft weinig invloed op de AUC. Bij gezonde mannelijke proefpersonen binnen het beoogde leeftijdsbereik (n=16, gemiddelde leeftijd 55 ± 8 jaar) werden na orale toediening van 8 mg gedurende 7 dagen eenmaal daags onmiddellijk na het ontbijt de volgende farmacokinetische parameters verkregen: C max 87 ± 51 ng/ml (SD), t max 2,5 uur (bereik 1,0-3,0), AUC 433 ± 286 ng u/ml.

Les aliments réduisent la C max d’environ 30 %, augmentent le T max d’environ 1 heure et ont peu d’effet sur l’ASC. Chez les sujets sains de sexe masculin dans la tranche d’âge cible (n = 16, âge moyen 55 ± 8 ans), après administration de 8 mg par voie orale une fois par jour immédiatement après le petit-déjeuner, et ce pendant 7 jours, les valeurs pharmacocinétiques suivantes ont été obtenues : C max 87 ± 51 ng/ml (écart type), T max 2,5 heures (intervalle 1,0-3,0), ASC 433 ± 286 ng h/ml.


Veiligheidsgegevens van een gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek waarbij ciprofloxacine bij kinderen werd gebruikt (ciprofloxacine: n=335, gemiddelde leeftijd = 6,3 jaar; vergelijkende middelen: n=349, gemiddelde leeftijd = 6,2 jaar; leeftijdsbereik = 1 tot 17 jaar) toonden op dag +42 een incidentie van 7,2% en 4,6% aan van vermoede geneesmiddelgerelateerde artropathie (wordt onderscheiden van gewrichtsgerelateerde klinische tekenen en symptomen).

Les données de sécurité issues d’une étude randomisée en double aveugle concernant l’utilisation de la ciprofloxacine chez l’enfant (ciprofloxacine : n = 335, âge moyen = 6,3 ans ; comparateurs : n = 349, âge moyen = 6,2 ans ; extrêmes = 1 à 17 ans) ont mis en évidence une incidence des arthropathies suspectées d’être en rapport avec la prise du médicament (distinctes des signes et symptômes cliniques liés aux articulations) à J +42 de 7,2 % et 4,6 % sous ciprofloxacine et comparateurs.


Veiligheidsgegevens van een gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek waarbij ciprofloxacine bij kinderen werd gebruikt (ciprofloxacine: n = 335, gemiddelde leeftijd = 6,3 jaar; vergelijkende middelen: n = 349, gemiddelde leeftijd = 6,2 jaar; leeftijdsbereik = 1 tot 17 jaar) toonden op dag +42 een incidentie van 7,2% en 4,6% aan van vermoede geneesmiddelgerelateerde artropathie (wordt onderscheiden van gewrichtsgerelateerde klinische tekenen en symptomen).

Les données de sécurité issues d'une étude randomisée en double aveugle concernant l'utilisation de la ciprofloxacine chez l‘enfant (ciprofloxacine: n=335, âge moyen = 6,3 ans; comparateurs: n=349, âge moyen = 6,2 ans; extrêmes = 1 à 17 ans) ont mis en évidence une incidence des arthropathies suspectées d'être en rapport avec la prise du médicament (distinctes des signes et symptômes cliniques liés aux articulations) au Jour +42 de 7,2 % et 4,6 % sous ciprofloxacine et comparateurs.


Pediatrische populatie In een studie onder 26 pediatrische hypertensieve patiënten (1 tot 16 jaar oud) die een eenmalige dosis van een suspensie valsartan (gemiddeld: 0,9 tot 2 mg/kg, met een maximale dosis van 80 mg), was de klaring (liter/uur/kg) van valsartan vergelijkbaar in het leeftijdsbereik van 1 tot 16 jaar en gelijk aan die van volwassenen die dezelfde formulering ontvingen.

Population pédiatrique Dans une étude portant sur 26 patients pédiatriques hypertendus (âgés de 1 à 16 ans) ayant reçu une dose unique d’une suspension de valsartan (0,9 à 2 mg/kg en moyenne, avec une dose maximale de 80 mg), la clairance du valsartan (en litres/h/kg) a été similaire dans tout le groupe d’âge (entre 1 et 16 ans) et comparable à celle d’adultes recevant la même préparation.


Linagliptine 24-maanden gegevens, als aanvullingstherapie op metformine in vergelijking met glimepiride In een onderzoek, waarin de werkzaamheid en veiligheid van aanvulling met 5 mg linagliptine of glimepiride (gemiddelde dosis 3 mg) werd vergeleken bij patiënten met inadequate bloedglucoseregulatie met metformine als monotherapie, was de gemiddelde afname in HbA1c - 0,16% met linagliptine (gemiddelde baseline HbA1c 7,69%) en -0,36% met glimepiride (gemiddelde baseline HbA1c 7,69%), met een gemiddeld behandelverschil van 0,20% (97,5% BI: 0,09; 0,299).

Linagliptine en association à la metformine par rapport au glimépiride, données à 24 mois Dans une étude comparant l'efficacité et la tolérance de l'association de la linagliptine 5 mg ou du glimépiride (posologie moyenne de 3 mg) chez des patients présentant un contrôle glycémique insuffisant avec une monothérapie par metformine, les réductions moyennes d'HbA1c étaient de -0,16 % avec la linagliptine (valeur initiale moyenne d'HbA1c de 7,69 %) et de -0,36 % avec le glimépiride (valeur initiale moyenne d'HbA1c de 7,69 %) avec une différence moyenne entre les traitements de 0,20 % (IC à 97,5 % : 0,09 ; 0,299).


Linagliptine 24-maandengegevens, als aanvullingstherapie op metformine in vergelijking met glimepiride In een onderzoek, waarin de werkzaamheid en veiligheid van aanvulling met 5 mg linagliptine of glimepiride (gemiddelde dosis 3 mg) werd vergeleken bij patiënten met inadequate bloedglucoseregulatie met metformine als monotherapie, was de gemiddelde afname in HbA1c - 0,16% met linagliptine (gemiddelde baseline HbA1c 7,69%) en -0,36% met glimepiride (gemiddelde baseline HbA1c 7,69%), met een gemiddeld behandelverschil van 0,20% (97,5% BI: 0,09; 0,299).

Linagliptine en association à la metformine par rapport au glimépiride, données à 24 mois Dans une étude comparant l’efficacité et la tolérance de l’association de la linagliptine 5 mg ou du glimépiride (posologie moyenne de 3 mg) chez des patients présentant un contrôle glycémique insuffisant avec une monothérapie par metformine, les réductions moyennes d’HbA1c étaient de -0,16 % avec la linagliptine (valeur initiale moyenne d’HbA1c de 7,69 %) et de -0,36 % avec le glimépiride (valeur initiale moyenne d’HbA1c de 7,69 %) avec une différence de traitement moyenne de 0,20 % (97,5 % IC : 0,09 ; 0,299).


Linagliptine 24-maanden gegevens, als aanvullingstherapie op metformine in vergelijking met glimepiride In een onderzoek, waarin de werkzaamheid en veiligheid van aanvulling met 5 mg linagliptine of glimepiride (gemiddelde dosis 3 mg) werd vergeleken bij patiënten met inadequate bloedglucoseregulatie met metformine als monotherapie, was de gemiddelde afname in HbA1c - 0,16% met linagliptine (gemiddelde baseline HbA1c 7,69%) en -0,36% met glimepiride (gemiddelde baseline HbA1c 7,69%), met een gemiddeld behandelverschil van 0,20% (97,5% BI: 0,09; 0,299).

Linagliptine en association à la metformine par rapport au glimépiride, données à 24 mois Dans une étude comparant l'efficacité et la tolérance de l'association de la linagliptine 5 mg ou du glimépiride (posologie moyenne de 3 mg) chez des patients présentant un contrôle glycémique insuffisant avec une monothérapie par metformine, les réductions moyennes d'HbA1c étaient de -0,16 % avec la linagliptine (valeur initiale moyenne d'HbA1c de 7,69 %) et de -0,36 % avec le glimépiride (valeur initiale moyenne d'HbA1c de 7,69 %) avec une différence moyenne entre les traitements de 0,20 % (IC à 97,5 % : 0,09 ; 0,299).


Zij hadden allen een actieve aandoening met een baseline gemiddelde actieve gewrichtstelling van 16 en gemiddeld 16 gewrichten met bewegingsverlies, verhoogde spiegels C- reactief proteïne (CRP) (gemiddeld 3,2 mg/dl) en ESRs (gemiddeld 32 mm/h).

Ils avaient une pathologie active, avec, à l’inclusion, un nombre moyen d’articulations actives de 16 et un nombre moyen d’articulations avec perte de mobilité de 16; et des niveaux élevés de protéine C réactive (CRP) (moyenne: 3,2 mg/dl) et de VS (moyenne: 32 mm/h).


In het tweede jaar van de behandeling was er bij 15 van de 17 patiënten sprake van een verdere verbetering van het percentiel voor gewicht ten opzichte van leeftijd (de duur van de behandeling varieerde per patiënt van 78 tot 142 weken met een gemiddelde nacontroleperiode van 111 weken), bij 10 van de 16 patiënten was het percentiel voor lengte ten opzichte van leeftijd verder verbeterd (de duur van de behandeling varieerde van 90 tot 130 weken met een gemiddelde nacontroleperiode van 113 weken) en bij 11 van de 15 patiënten was het p ...[+++]

Au cours de la deuxième année de traitement, 15 patients sur 17 avaient encore amélioré leurs poids par rapport à l’âge (la durée du traitement allant de 78 à 142 semaines suivant les patients ; période de suivi de 111 semaines en moyenne) ; 10 patients sur 16 avaient encore amélioré leur taille par rapport à l’âge (la durée du traitement allant de 90 à 130 semaines suivant les patients ; période de suivi de 113 semaines en moyenne) ; 11 patients sur 15 avaient encore amélioré leur périmètre crânien par rapport à l’âge (la durée du traitement allant de 90 à 130 semaines suivant les patients ; période de suivi de 110 semaines en moye ...[+++]


(gecorrigeerd gemiddelde) Verschil ten opzichte van placebo -0,91 b -1,16 b (gecorrigeerd gemiddelde) (95%-BI) (-1,09; -0,73) (-1,34; -0,98) N.v.t. c

Variation par rapport aux valeurs initiales -0,77 -1,03 0,14 (moyenne ajustée) Différence par rapport au placebo (moyenne ajustée) (IC 95 %)




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'leeftijdsbereik n 16 gemiddelde' ->

Date index: 2024-07-06
w