Verminderde leverfunctie: Men dient een lagere of intermitterende dosis (bijv. om de andere dag 20 mg) te overwegen bij patiënten met leverfunctiestoornissen (zie rubriek 5.2 “Farmacokinetische gegevens”) of bij patiënten onder een gelijktijdige behandeling dewelke het risico om interactie met fluoxetine uit te lokken, met zich meebrengt (zie rubriek 4.5 “Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie“).
Fonction hépatique diminuée : Il faut envisager une dose plus faible ou intermittente (par exemple de 20 mg un jour sur deux) chez les patients présentant un trouble de la fonction hépatique (voir rubrique 5.2 « Données pharmacocinétiques ») ou chez les patients suivant simultanément un traitement qui pourrait déclencher un risque d’interaction avec la fluoxétine (voir rubrique 4.5 « Interactions avec d’autres médicaments et autres formes d’interactions »).