Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Asfyxie met 1-minuut-Apgar-score 0-3
Lager van enkelprothese
Lagere urinewegen
Neventerm
Overige gespecificeerde stenen van lagere urinewegen
Steen van lagere urinewegen
Stenen van lagere urinewegen
Witte asfyxie

Traduction de «lager waren » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
autosomaal recessieve lagere motorische neuronziekte met aanvang in kinderjaren

maladie du motoneurone inférieur autosomique récessive de l'enfance


overige gespecificeerde stenen van lagere urinewegen

Autres calculs des voies urinaires inférieures




Omschrijving: pols lager dan 100 per minuut bij geboorte en afnemend of stabiel, afwezige ademhaling of naar adem snakken ('gasping'), matige kleur , afwezige tonus | Neventerm: | asfyxie met 1-minuut-Apgar-score 0-3 | witte asfyxie

Asphyxie avec indice d'Apgar à une minute entre 0 et 3












verworven afwezigheid van been ter hoogte van knie of lager

Absence acquise d'un membre inférieur, au niveau du genou ou au-dessous
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Ouderen Farmacokinetische gegevens over nuchtere bejaarde patiënten met ET (in de leeftijd van 65 - 75 jaar) in vergelijking met nuchtere volwassen patiënten (in de leeftijd van 22 - 50 jaar) geven aan dat de C max en AUC van anagrelide respectievelijk 36% en 61% hoger waren bij bejaarde patiënten, maar dat de C max en AUC van de werkzame metaboliet, 3-hydroxyanagrelide, respectievelijk 42% en 37% lager waren bij de bejaarde patiënten.

Personnes âgées Les données pharmacocinétiques de patients âgés à jeun (âgés de 65 à 75 ans) atteints de thrombocytémie essentielle comparées aux paramètres pharmacocinétiques à jeun de patients adultes (âgés de 22 à 50 ans) indiquent que la C max et l’ASC de l’anagrélide sont plus élevées de respectivement 36 % et 61 % chez les sujets âgés, mais que la C max et l’ASC du métabolite actif, le 3-hydroxy anagrélide, sont moins élevées de respectivement 42 % et 37 %.


Tenslotte kan worden vermeld dat in de ALLHAT-studie de bereikte bloeddrukwaarden iets lager waren voor chloortalidon dan voor lisinopril, met mogelijk daardoor een beter cardioprotectief effect voor chloortalidon [zie ook Folia van november 2002 in het artikel over de PROGRESS-studie en de HOPE-studie].

Enfin, il faut mentionner que dans l’étude ALLHAT, les valeurs de tension artérielle obtenues étaient légèrement plus faibles avec la chlortalidone qu’avec le lisinopril, ce qui peut dès lors avoir pour conséquence un meilleur effet cardio-protecteur de la chlortalidone [voir aussi l’article sur l’étude PROGRESS et l’étude HOPE dans les Folia de novembre 2002 ].


Pediatrische patiënten Uit de farmacokinetische gegevens van nuchtere kinderen en adolescenten (in de leeftijd van 7 - 14 jaar) met essentiële trombocytemie blijkt dat bij kinderen/adolescenten de waarden voor C max en AUC in voor dosis en lichaamsgewicht genormaliseerde blootstelling aan anagrelide lager waren dan bij volwassenen.

Population pédiatrique Les données pharmacocinétiques recueillies auprès d’enfants et d’adolescents à jeun (âgés de 7 à 14 ans), atteints de thrombocytémie essentielle, indiquent que l’exposition normalisée en fonction de la dose et du poids corporel, la C max et l’ASC de l’anagrélide étaient moins élevées chez les enfants /adolescents que chez les adultes.


In de actief gecontroleerde studie had ten minste 89% van de patiënten P. aeruginosa-isolaten met MICs die ten minste 15 keer lager waren dan de gemiddelde postdosis sputumconcentratie, zowel bij het begin als op het einde van de derde actieve behandelingscyclus.

Dans l'étude contrôlée versus comparateur actif, au moins 89 % des patients avaient une CMI vis-à-vis des souches de P. aeruginosa inférieure d'au moins 15 fois à la concentration moyenne post-dose dans les expectorations, aussi bien au début du traitement qu'à la fin du troisième cycle de traitement actif.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Toxiciteit onder jonge dieren Herhaaldelijke intraveneuze toediening van defibrotide, met doses die lager waren of in de buurt kwamen van de therapeutische dosis voor mensen, aan jonge ratten resulteerde in een vertraging van de gemiddelde leeftijd van separatie van de voorhuid, wat zou kunnen duiden op een vertraagde aanvang van de puberteit bij de mannetjesratten.

Toxicité juvénile Une administration intraveineuse répétée de défibrotide, à des doses inférieures et proches de la dose thérapeutique chez l’homme, à des rats juvéniles, a entraîné un retard pour l’âge moyen de la séparation préputiale, ce qui suggère un retard du début de la puberté chez les rats mâles.


Farmacokinetische gegevens afkomstig van onderzoek bij kinderen hebben echter aangetoond dat de plasmaconcentraties bosentan bij kinderen gemiddeld lager waren dan bij volwassen patiënten en niet werden verhoogd door de dosis Tracleer verder te verhogen dan tot tweemaal daags 2 mg/kg lichaamsgewicht (zie rubriek 5.2).

Toutefois, des études pharmacocinétiques réalisées chez des enfants ont montré des concentrations plasmatiques du bosentan en moyenne inférieure par rapport à l’adulte ainsi que l’absence d’augmentation des concentrations plasmatiques lorsque la dose administrée de Tracleer était supérieure à 2mg/kg de poids corporel deux fois par jour (voir rubrique 5.2).


De gemiddelde AUC (CV%)-waarden van bosentan bij kinderen behandeld met 31,25, 62,5 of 125 mg tweemaal daags waren respectievelijk 3496 (49), 5428 (79) en 6124 (27) ng·h/ml en waren lager dan de waarde van 8149 (47) ng·h/ml die werd gezien bij volwassen patiënten met pulmonale arteriële hypertensie die tweemaal daags 125 mg gebruikten. In de evenwichtssituatie bedroeg de systemische blootstelling van kinderen van 10–20 kg, 20–40 kg en > 40 kg respectievelijk 43%, 67% en 75% van de systemische waarde bij volwassenen.

Les valeurs moyennes de l’aire sous la courbe (SSC (CV%)) de bosentan chez les enfants traités par 31,25, 62,5 ou 125 mg deux fois par jour étaient respectivement de 3496 (49), 5428 (79), et 6124 (27) ng·h/ml et étaient inférieures à la valeur de 8149 (47) ng·h/ml observée chez les patients adultes atteints d’hypertension artérielle pulmonaire et recevant 125 mg de bosentan deux fois par jour. A l’état stable, l’exposition systémique mesurée dans chacun des groupes d’enfants pesant 10–20 kg, 20–40 kg et > 40 kg correspondait respectivement à 43%, 67%, et 75% de la valeur observée chez l’adulte.


De gemiddelde AUC (CV%)-waarden van bosentan bij kinderen behandeld met 31,25, 62,5 of 125 mg tweemaal daags waren respectievelijk 3496 (49), 5428 (79) en 6124 (27) ng·h/ml en waren lager dan de waarde van 8149 (47) ng·h/ml die werd gezien bij volwassen patiënten met pulmonale arteriële hypertensie die tweemaal daags 125 mg gebruikten.

Les valeurs moyennes de l’aire sous la courbe (SSC (CV%)) de bosentan chez les enfants traités par 31,25, 62,5 ou 125 mg deux fois par jour étaient respectivement de 3496 (49), 5428 (79), et 6124 (27) ng·h/ml et étaient inférieures à la valeur de 8149 (47) ng·h/ml observée chez les patients adultes atteints d’hypertension artérielle pulmonaire et recevant 125 mg de bosentan deux fois par jour.


De belangrijkste voorspellende factoren voor succes bij staken van de behandeling waren lagere leeftijd (< 74 jaar), minder hoge systolische bloeddruk tijdens behandeling, behandeling met slechts één antihypertensivum.

Les principaux facteurs permettant de prédire le succès de l’arrêt du traitement étaient un âge moins avancé (< 74 ans), une tension artérielle systolique moins élevée sous traitement, un traitement par un seul antihypertenseur.


In 2002 verscheen de HERS II-studie: de lagere incidentie van cardiovasculaire accidenten die in het derde tot het vijfde behandelingsjaar waren gezien, werd niet meer gezien in de bijkomende jaren van follow-up, en op het einde van de studie (6,8 jaar) was er geen verschil in coronairlijden tussen de HST- en de placebogroep. In de ESPRIT-studie, bij postmenopauzale vrouwen op HST met oestrogeen alleen (estradiolvaleraat 2 mg p.d.), die een eerste myocardinfarct hadden overleefd, was er na twee jaar geen effect op de incidentie van

Les résultats de l’étude HERS-II ont été publiés en 2002: l’incidence moindre d’accidents cardio-vasculaires qui avait été observée de la troisième à la cinquième année, n’a plus été retrouvée au cours des années ultérieures de suivi, et à la fin de l’étude (6,8 ans), aucune différence en ce qui concerne les affections coronariennes n’a plus été observée entre le groupe sous substitution hormonale et le groupe placebo.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'lager waren' ->

Date index: 2024-07-20
w