Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "krijgen toegediend moeten " (Nederlands → Frans) :

Bij gebruik van een vWF-product moet de behandelende arts er rekening mee houden dat voortgezette behandeling een excessieve stijging van factor VIII:C kan veroorzaken. Bij patiënten die factor VIII-bevattende vWF-producten krijgen toegediend, moeten de plasmawaarden van factor VIII:C worden gecontroleerd om aanhoudende excessieve factor VIII:C-waarden in het plasma, die een verhoogd risico op trombotische complicaties kunnen veroorzaken, te voorkomen en moeten er antitrombotische maatregelen worden overwogen.

Comme pour tout produit qui contient un facteur Von Willebrand, un traitement prolongé peut provoquer une augmentation excessive du FVIII:C. Par conséquent, les patients qui reçoivent des produits contenant un facteur VIII avec un facteur Von Willebrand devront bénéficier d’une surveillance étroite des taux plasmatiques de FVIII:C, pour éviter une augmentation excessive, susceptible d’accroître le risque d’événements thrombotiques. Des mesures antithrombotiques doivent être envisagées le cas échéant.


Bij gebruik van een vWF-product dat FVIII bevat moet de behandelende arts zich ervan bewust zijn dat verdere behandeling een excessieve stijging in FVIII:C kan veroorzaken. Bij patiënten die FVIII-bevattende vWF-producten krijgen toegediend moeten de plasmawaarden van FVIII:C gecontroleerd worden teneinde aanhoudende excessieve FVIII:C plasmawaarden, die een verhoogd risico op trombotische complicaties kan veroorzaken, te voorkomen, en moeten anti-trombotische maatregelen worden overwogen.

Comme pour tout produit qui contient un facteur Von Willebrand, un traitement prolongé peut provoquer une augmentation excessive du FVIII:C. Par conséquent, les patients qui reçoivent des produits contenant un facteur VIII avec un facteur Von Willebrand devront bénéficier d’une surveillance étroite des taux plasmatiques de FVIII:C, pour éviter une augmentation excessive, susceptible d’accroître le risque d’événements thrombotiques.


Pasgeborenen die de aanbevolen dosering langer dan 120 uur krijgen toegediend, moeten zorgvuldig gevolgd worden voor het optreden van antrumhyperplasie en obstructie van de maagafvoer.

Les nouveau-nés auxquels la posologie recommandée est administrée pendant plus de 120 heures, doivent faire l'objet d'un suivi attentif, afin de détecter une hyperplasie antrale et une obstruction de l'évacuation gastrique.


Alle patiënten die DepoCyte krijgen toegediend, moeten tegelijkertijd met dexamethason worden behandeld, om de symptomen van arachnoïditis te verlichten.

Tous les patients recevant DepoCyte doivent être traités de façon concomitante avec la dexaméthasone pour atténuer les symptômes de l'arachnoïdite.


Patiënten met een gestoorde leverfunctie die transdermaal fentanyl krijgen toegediend, moeten nauwgezet worden gecontroleerd op tekenen van fentanyltoxiciteit en indien nodig moet de dosis fentanyl verminderd worden (zie rubriek 5.2.

Si les patients présentant une altération de la fonction hépatique se voient administrer du fentanyl transdermique, ils devront être suivis attentivement afin de déceler des signes de toxicité du fentanyl et la posologie de fentanyl réduite si nécessaire (voir section 5.2.


Anusol zetpillen moeten met de nodige voorzichtigheid aangewend worden bij patiënten die betablokkers of cimetidine krijgen toegediend ten gevolge van verlaagde plasmaklaring van lidocaïne.

Anusol (suppositoires) doit être utilisé avec la plus grande prudence chez les patients prenant des bêtabloquants ou de la cimétidine en raison d’une diminution de la clairance plasmatique de la lidocaïne.


De prevalentie maakt het immers mogelijk om te bepalen of er al dan niet vaccinatie voor bepaalde bevolkingcategorieën moet worden aanbevolen om een standpunt in te nemen t.o.v. de bloeddonaties en in bepaalde gevallen om de mensen te identificeren die een eventuele profylaxe toegediend moeten krijgen.

En effet, c’est la prévalence qui permet de déterminer si la vaccination doit ou pas être recommandée pour certaines catégories de population, de se positionner par rapport aux dons de sang et, dans certains cas, de déterminer les personnes devant bénéficier d’une éventuelle prophylaxie.


Aangezien rocuroniumbromide een verlamming van de ademhalingsspieren veroorzaakt, moeten patiënten die dit middel krijgen toegediend, kunstmatig worden beademd totdat de spontane ademhaling voldoende is hersteld.

Comme le bromure de rocuronium provoque une paralysie des muscles respiratoires, une assistance ventilatoire est obligatoire pour les patients traités avec ce principe actif et ce, jusqu’à ce qu’une respiration spontanée suffisante soit restaurée.


Aangezien de personen die in een beroepskader een PEP nodig hebben, over het algemeen een blijvend risico van blootstelling aan HBV lopen, moeten deze een volledige vaccinatie krijgen. Bij de non-responder na vaccinatie is een dosis HBIg in 70 tot 90 % van de gevallen doeltreffend om besmetting te voorkomen, wanneer die binnen 7 dagen na de percutane blootstelling (Wienbaum et al., 2003) toegediend wordt; veelvuldige dosissen hebben bij 75 tot 95 % van de gevallen hun doe ...[+++]

Parmi les non répondeurs à la vaccination, une dose d’IgHB est efficace à 70 à 90 % pour prévenir la contamination lorsqu’elle est administrée dans les 7 jours de l’exposition percutanée (Wienbaum et al., 2003) et de multiples doses ont montré une efficacité de 75 à 95 % (CDC, 1998).


Dit is het geval voor kinderen met een immuuncompromitterende aandoening, een functionele asplenie, een splenectomie, een miltdysfunctie, een cochleair implantaat, een stofwisselingsziekte, enz. Deze kinderen moeten bijkomende vaccinaties krijgen met het geconjugeerd pneumokokkenvaccin PCV13 en vervolgens met het polysacharidevaccin PPS23V. Bij het toedienen van deze vaccins moet er rekening worden gehouden met de leeftijd van de patiënt en met eerder toegediende vaccins.

Il s’agit d’enfants présentant une affection immunodéprimante, une asplénie fonctionnelle, un dysfonctionnement de la rate, une maladie métabolique, ayant subi une splénectomie, porteurs d’un implant cochléaire, etc. Ces enfants doivent recevoir des compléments de vaccination au moyen du vaccin antipneumococcique conjugué PCV13 et ensuite du vaccin polysaccharidique PPS23V. Lors de l’administration de ces vaccins, il faut tenir compte de l’âge du patient et des vaccins administrés précédemment.


w