Traduction de «krachtige inductoren van cyp3a4 werden behandeld » (Néerlandais → Français) :

Fenytoïne, carbamazepine en rifampicine: bij patiënten die met krachtige inductoren van CYP3A4 werden behandeld nam de orale klaring van ondansetron toe en was de concentratie ondansetron in het bloed afgenomen.
Phénytoïne, carbamazépine et rifampicine: Chez les patients traités avec des inducteurs puissants du CYP3A4, la clairance orale de l'ondansétron a été augmentée et les concentrations sanguines d’ondansétron ont diminué.

Fenytoïne, Carbamazepine en Rifampicine: Bij patiënten die behandeld werden met krachtige inductoren van CYP3A4 (bv. fenytoïne, carbamazepine en rifampicine) was de orale klaring van ondansetron gestegen en de bloedconcentratie verminderd.
Phénytoïne, carbamazépine et rifampicine : Chez les patients traités par des inducteurs puissants du CYP3A4 (c.-à-d. la phénytoïne, la carbamazépine et la rifampicine), la clairance orale de l'ondansetron augmentait, tandis que ses concentrations sanguines diminuaient.

Fenytoïne, carbamazepine en rifampicine: Bij patiënten die behandeld worden met krachtige inductoren van CYP3A4 (d.w.z. fenytoïne, carbamazepine en rifampicine) was de orale klaring van ondansetron gestegen en waren de bloedspiegels van ondansetron verminderd.
Phénytoïne, carbamazépine et rifampicine : Chez les patients traités par des inducteurs puissants du CYP3A4 (c.-à-d. la phénytoïne, la carbamazépine et la rifampicine), la clairance orale de l'ondansétron augmentait, tandis que ses concentrations sanguines diminuaient.

Interacties met andere geneesmiddelen Krachtige inductoren van CYP3A4 kunnen de werkzaamheid van erlotinib verminderen terwijl krachtige remmers van CYP3A4 kunnen leiden tot verhoogde toxiciteit.
Interactions avec d’autres médicaments Les inducteurs puissants du CYP3A4 peuvent réduire l’efficacité de l’erlotinib tandis que les inhibiteurs puissants du CYP3A4 peuvent augmenter sa toxicité.

Krachtige inductoren van CYP3A4 activiteit verhogen het erlotinib metabolisme en verminderen significant de erlotinib plasmaconcentraties.
Les inducteurs puissants du CYP3A4 accélèrent le métabolisme de l’erlotinib et diminuent significativement ses concentrations plasmatiques.

Gelijktijdig gebruik van Tasigna met geneesmiddelen die krachtige inductoren van CYP3A4 zijn (bijv. fenytoïne, rifampicine, carbamazepine, fenobarbital en sint-janskruid) kan de blootstelling aan nilotinib waarschijnlijk klinisch relevant verlagen.
L’utilisation concomitante de Tasigna et d’inducteurs puissants du CYP3A4 (par ex. phénytoïne, rifampicine, carbamazépine, phénobarbital ou le millepertuis) réduit vraisemblablement l’exposition au nilotinib de manière cliniquement significative.

Geneesmiddelinteracties Indinavir moet voorzichtig worden toegepast bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die krachtige inductoren van CYP3A4 zijn.
Interactions médicamenteuses L’indinavir doit être utilisé avec précaution avec d’autres médicaments qui sont des puissants inducteurs du CYP3A4.

Daarom moet gelijktijdig gebruik van krachtige CYP3A4 inductoren en imatinib worden vermeden (zie rubriek 4.5).
Par conséquent, l’utilisation concomitante d’imatinib avec des inducteurs puissants du CYP3A4 devra être évitée (voir rubrique 4.5).

Gelijktijdig gebruik van rifampicine of andere krachtige CYP3A4 inductoren en imatinib moet worden vermeden.
L’utilisation concomitante d’imatinib avec des inducteurs puissants du CYP3A4 devra être évitée.