Traduction de «klinisch en statistisch niet inferieur » (Néerlandais → Français) :

Na 9 maanden behandeling met VPRIV bedroeg de gemiddelde absolute toename in de hemoglobineconcentratie ten opzichte van de uitgangswaarde 1,624 g/dl (± 0,223 SE). Er werd aangetoond dat deze toename van de hemoglobineconcentratie klinisch en statistisch niet inferieur was aan imiglucerase (gemiddeld verschil van de verandering tussen beide behandelingen vanaf de uitgangswaarde tot 9 maanden [VPRIV – imiglucerase]: 0,135 g/dl).
L’augmentation moyenne absolue par rapport aux valeurs initiales du taux d’hémoglobine était de 1,624 g/dl (± 0,223 écart type) après 9 mois de traitement par VPRIV. Cette augmentation du taux d’hémoglobine s’est révélée cliniquement et statistiquement non-inférieure à l’imiglucérase (différence moyenne entre les traitements [VPRIV – imiglucérase] entre les valeurs initiales et les valeurs à 9 mois) : 0,135 g/dl).

In een tweede studie van 12 maanden ter preventie van recidief van manische episode bij patiënten die in remissie waren gegaan met een combinatie van olanzapine en lithium en die dan werden gerandomiseerd naar olanzapine of lithium alleen, was olanzapine statistisch niet-inferieur aan lithium wat het primaire eindpunt van bipolair recidief betreft (olanzapine 30,0%, lithium 38,3%; p = 0,055).
combiné par olanzapine et lithium et ayant subi une randomisation vers le groupe olanzapine ou le groupe lithium seul, l’olanzapine était statistiquement non inférieure au lithium, concernant le critère d’évaluation primaire de récurrence bipolaire (olanzapine 30,0 %, lithium 38,3 % ; p = 0,055).

In een tweede 12 maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode, die in remissie waren gekomen met een combinatie van olanzapine en lithium en vervolgens gerandomiseerd werden naar enkel olanzapine of lithium, was olanzapine statistisch niet inferieur aan lithium volgens het primaire eindpunt van een bipolair recidief (olanzapine 30,0 %, lithium 38,3 %; p = 0,055).
Une deuxième étude randomisée évaluant la non infériorité à 12 mois de l’olanzapine versus le lithium dans la prévention des récidives, chez des patients ayant atteint la rémission d’un épisode maniaque, après un traitement associant l’olanzapine avec le lithium, a été menée. L’olanzapine s’est montrée statistiquement non-inférieure au lithium sur le taux de récidive, critère principal de l’étude (olanzapine 30,0%, lithium 38,3%; p=0,055).

In een tweede 12-maanden durend recidiefpreventieonderzoek bij patiënten met een manische episode, die in remissie waren gekomen met een combinatie van olanzapine en lithium en vervolgens gerandomiseerd werden naar enkel olanzapine of lithium, was olanzapine statistisch niet inferieur aan lithium volgens het primaire eindpunt van een bipolair recidief (olanzapine 30,0%, lithium 38,3%; p = 0,055).
Une deuxième étude randomisée évaluant la non infériorité à 12 mois de l’olanzapine versus le lithium dans la prévention des récidives, chez des patients ayant atteint la rémission d’un épisode maniaque, après un traitement associant l’olanzapine avec le lithium, a été menée. L’olanzapine s’est montrée statistiquement non-inférieure au lithium sur le taux de récidive, critère principal de l’étude

In de bijkomende analyse voor de subgroep van patiënten met oestrogeenreceptorpositieve status of onbekende receptorgevoeligheid bedroeg de niet-bijgestelde hazard ratio voor globale overleving 0,83 (log-rank test: p=0,04250). Dit is een klinisch en statistisch significante vermindering van het overlijdensrisico met 17%.
Dans l’analyse additionnelle du sous-groupe de patientes positives pour les récepteurs œstrogéniques ou de statut inconnu, le hazard ratio non ajusté pour la survie globale était de 0,83 (test du logrank : p = 0,04250), ce qui représente une réduction statistiquement et cliniquement significative de 17 % du risque de décès.

In de bijkomende analyse voor de subgroep van patiënten met oestrogeenreceptorpositieve status of onbekende status bedroeg de niet-bijgestelde hazard ratio voor globale overleving 0,86 (log-rank test: p=0,04262). Dit is een klinisch en statistisch significante vermindering van het overlijdensrisico met 14%.
Dans l’analyse additionnelle du sous-groupe de patientes positives pour les récepteurs œstrogéniques ou de statut inconnu, le hazard ratio non ajusté pour la survie globale était de 0,86 (test du logrank : p = 0,04262), ce qui représente une réduction statistiquement et cliniquement significative de 14 % du risque de décès.

In de additionele analyse van de subgroep van patiënten met een positieve of onbekende oestrogeenreceptorstatus, bedroeg de niet voor de algehele overleving gecorrigeerde hazard ratio 0,83 (log-rank test: p = 0,04250); dit betekent een klinisch en statistisch significante risicoreductie van overlijden van 17%.
Lors de l’analyse supplémentaire des résultats pour le sous-groupe de patientes à récepteurs œstrogéniques positifs ou de statut hormonal inconnu, le risque relatif non ajusté pour la survie globale était de 0,83 (test du log-rank : p = 0,04250), ce qui représente une réduction cliniquement et statistiquement significative de 17% du risque de décès.

Bij een aanvullende analyse van de subgroep van patiënten met oestrogeenreceptorpositieve of onbekende toestand bedroeg de niet-gecorrigeerde hazard ratio van totale overleving 0,83 (logranktest: p = 0,04250), wat overeenstemt met een klinisch en statistisch significante daling van het overlijdensrisico met 17%.
Dans l’analyse complémentaire réalisée pour le sous-groupe de patientes positives au récepteur des œstrogènes ou avec un statut inconnu, le rapport de risque de survie globale non ajusté s’élevait à 0,83 (test log-rank: p = 0,04250), ce qui représente une réduction cliniquement et statistiquement significative de 17% du risque de décès.

– Verschillen niet statistisch significant of klinisch niet relevant – Resultaten niet eenduidig afhankelijk van eindpunt – Studies in de 1 e lijn: niet statistisch significante verschillen
Efficacité vs autres antidépresseurs – Différences non significatives ou cliniquement non-pertinentes – Résultats non-convergents en fonction du critère d’évaluation – Etudes en 1° ligne : différences non significatives

– Verschillen niet statistisch significant of klinisch niet relevant
– Différences non significatives ou cliniquement non-pertinentes