Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.

Vertaling van "jaar behandeling had de placebogroep " (Nederlands → Frans) :

Na 6 maanden, 1 en 2 jaar behandeling had de placebogroep een gemiddelde verbetering van respectievelijk 2,5; 2,5 en 2,3 punten, terwijl de Avodart groep een verbetering vertoonde van respectievelijk 3,2; 3,8 en 4,5 punten.

Après six mois, un an et deux ans de traitement, une amélioration moyenne atteignant respectivement 2,5, 2,5 et 2,3 points a été constatée pour le groupe placebo, contre une amélioration respective de 3,2, 3,8 et 4,5 points pour le groupe Avodart.


Elke behandelde patiënt, tussen de leeftijd van 20 en 67 jaar oud, had een goede tolerantie voor de ultrasone technologie van het cavitatie effect, en een verlies in centimeters werd gemeten vanaf de eerste behandeling.

Chaque patient traité, âgé de 20 à 67 ans, présente une très bonne tolérance à la technologie d’ultrasons à effet cavitationnel et une perte de centimètres mesurable dès le premier traitement.


Eenendertig van de 32 patiënten die wel eerder waren behandeld met nucleosiden/nucleotiden hadden eerdere behandeling met lamivudine. In week 72 had 96% (27/28) van de immuunactieve patiënten (HBV DNA ≥ 10 5 kopieën/ml, serum- ALAT > 1,5 x ULN) in de behandelingsgroep met tenofovirdisoproxilfumaraat en 0% (0/32) van de patiënten in de placebogroep HBV DNA < 400 kopieën/ml. Vijfenzeventig procent (21/28) van de immuunactieve patiënten in de tenofovirdisoproxilfumaraatgroep had in week 72 normale ALATspiegels, vergeleken met 34% (11/32) in de placebogroep.

Soixante-quinze pour cent (21/28) des patients en phase immunitaire active dans le groupe fumarate de ténofovir disoproxil présentaient un taux d’ALAT normal à la semaine 72, contre 34% (11/32) des patients du groupe placebo.


Uit drie jaar gegevens bleek een daling in de incidentie van jichtaanvallen waarbij minder dan 4% van de patiënten behandeling voor een jichtaanval nodig had (dat wil zeggen dat meer dan 96% geen behandeling voor de jichtaanval nodig had) in maand 16-24 en maand 30-36.

Les données recueillies pendant 3 ans ont montré une diminution de l’incidence des crises de goutte, un traitement pour une crise de goutte s’étant avéré nécessaire chez moins de 4% des patients (plus de 96% des patients n’ont pas été traités pour une crise de goutte) entre les 16 ème et 24 ème mois et entre les 30 ème et 36 ème mois.


De incidentie van fracturen werd als veiligheidseindpunt geëvalueerd: bij voortgezette behandeling met Prolia bleef de incidentie van nieuwe wervel- en niet-wervelfracturen in jaar 4 en jaar 5 laag. Het jaarlijkse percentage nieuwe wervelfracturen was gemiddeld 1,4% in de jaren 4 en 5, terwijl 1,4% en 1,1% van de patiënten een niet-wervelfractuur had in respectievelijk jaar 4 en jaar.

L’incidence des fractures a été évaluée comme un critère de sécurité : un traitement continu par Prolia a maintenu une incidence faible des nouvelles fractures vertébrales et non vertébrales durant les années 4 et 5 (le taux annuel de nouvelles fractures vertébrales était de 1,4 % pour chacune des années 4 et 5, tandis que celui des fractures non-vertébrales représentait 1,4 % et 1,1 % des patientes respectivement pendant les années 4 et 5).


Patiënten mochten niet eerder zijn behandeld met tenofovirdisoproxilfumaraat, maar konden een behandeling op basis van interferon hebben ontvangen (> 6 maanden vóór de screening) of een andere orale anti-HBV nucleosiden- /nucleotidenbehandeling zonder tenofovirdisoproxilfumaraat (> 16 weken vóór de screening). In week 72 had in totaal 88% (46/52) van de patiënten in de behandelingsgroep met tenofovirdisoproxilfumaraat en 0% (0/54) van de patiënten in de placebogroep HBV ...[+++]

La réponse au traitement par le fumarate de ténofovir disoproxil était comparable chez les patients naïfs de traitement par un nucléos(t)ide (n = 20) et chez les patients prétraités par un nucléos(t)ide (n = 32), y compris les patients résistants à la lamivudine (n = 6).


Vierenzeventig procent (26/35) van de patiënten in de tenofovirdisoproxilfumaraatgroep had in week 72 genormaliseerde ALAT-spiegels, vergeleken met 31% (13/42) in de placebogroep. De respons op de behandeling met tenofovirdisoproxilfumaraat was vergelijkbaar bij patiënten die niet eerder (n = 20) en wel eerder (n = 32) met nucleosiden/nucleotiden waren behandeld, inclusief de lamivudineresistente patiënten (n = 6).

Quatre-vingt-quinze pour cent des patients naïfs de traitement par un nucléos(t)ide, 84% des patients prétraités par un nucléos(t)ide et 83% des patients résistants à la lamivudine ont obtenu un taux d’ADN du VHB < 400 copies/ml à la semaine 72.


Een studie uitgevoerd bij volwassenen en adolescenten (12 tot 65 jaar) met myoclone aanvallen toonde aan dat 33,3% van de patiënten in de levetiracetam-groep en 30,0% van de patiënten in de placebogroep bijwerkingen ondervonden die toegeschreven konden worden aan de behandeling.

Une étude menée chez des adultes et des adolescents présentant des crises myocloniques (âgés de 12 à 65 ans) montre que 33,3 % des patients dans le groupe lévétiracétam et 30,0 % des patients dans le groupe placebo ont eu des effets indésirables considérés comme liés au traitement.


Fluticason had wel een gunstig effect op de symptomen van wheezing tijdens de behandeling, maar in het jaar na stoppen van de behandeling was er geen verschil ten opzichte van placebo in termen van episode-vrije dagen, aantal exacerbaties of longfunctie [New Engl J Med 2006; 354:1985-97, met editoriaal 2058-60].

Le fluticasone entraînait bien un effet favorable sur les symptômes de wheezing pendant le traitement, mais au cours de l’année suivant l’arrêt du traitement, il n’y avait aucune différence par rapport au placebo en ce qui concerne le nombre de jours sans épisode, le nombre d’exacerbations ou la fonction pulmonaire [New Engl J Med 2006; 354:1985-97, avec un éditorial 2058-60].


Het bevolkingsonderzoek is bedoeld voor alle vrouwen van 50 tot 69 jaar die niet in behandeling zijn voor een borstkanker, ook voor wie nooit enige klacht had of enige afwijking vaststelde wat de borsten aangaat.

Le mammotest s'adresse à toutes les femmes âgées de 50 à 69 ans qui ne sont pas en traitement pour un cancer du sein, y compris celles qui n'ont jamais eu à se plaindre de la moindre anomalie au niveau des seins.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'jaar behandeling had de placebogroep' ->

Date index: 2023-12-18
w