Behandeling met citalopram kan pas veertien dagen na staken van het gebruik van een irreversibele MAO-remmer worden geïnitieerd. In geval van staken van het gebruik van een reversibele MAO-remmer kan de behandeling met citalopram worden geïnitieerd na de in de SPC genoemde periode voor deze reversibele MAO-remmer.
Le citalopram ne doit pas être administré pendant les 14 jours suivant l’arrêt d’un traitement par un IMAO irréversible, ni pendant la période suivant l’arrêt d’un traitement par un IMAO réversible mentionnée dans le RCP de cet IMAO réversible.