Traduction de «introna » (Néerlandais → Français) :

IntronA (3 MIE driemaal per week) IntronA (3 MIE driemaal per week) + ribavirine (1.000/1.200 mg/dag)
IntronA (3 MUI 3 fois par semaine) IntronA (3 MUI 3 fois par semaine) + ribavirine (1 000/1 200 mg/jour)

- IntronA in combinatie met ribavirine Op basis van de resultaten van het klinisch onderzoek, met gegevens over 12 maanden behandeling, is het aan te raden dat patiënten worden behandeld met IntronA in combinatie met ribavirine gedurende tenminste 6 maanden.
- IntronA en association avec la ribavirine En fonction des résultats des études cliniques, pour lesquels des données sont disponibles après 12 mois de traitement, il est recommandé que les patients soient traités avec IntronA en association avec la ribavirine pendant au moins 6 mois.

Bijwerkingen zoals verlenging van de coagulatieparameters en leverabnormaliteiten Bij matige tot ernstige bijwerkingen kan een aanpassing van de dosering noodzakelijk zijn en in sommige gevallen moet de behandeling met IntronA worden beëindigd. Zet de behandeling met IntronA stop bij patiënten met chronische hepatitis waarvan de parameters duiden op een verlenging van de coagulatie, wat kan wijzen op leverdecompensatie.
Il faut interrompre le traitement par IntronA chez les patients atteints d’hépatite chronique qui développent un allongement des tests de la coagulation, ce qui pourrait indiquer une décompensation hépatique.

Gelijktijdige toediening van IntronA en ribavirine verdubbelde minstens de werkzaamheid van IntronA voor de behandeling van chronische hepatitis C bij niet eerder behandelde patiënten.
La co-administration d’IntronA avec la ribavirine a multiplié par au moins deux fois l’efficacité d’IntronA dans le traitement de l’hépatite C chronique chez les patients naïfs.

Alvorens behandeling met IntronA te starten, zou aandacht gegeven moeten worden aan de resultaten van klinische studies waarin IntronA wordt vergeleken met gepegyleerd interferon (zie rubriek 5.1).
Avant d’initier un traitement par IntronA, il convient de tenir compte des résultats issus des essais cliniques comparant IntronA avec l’interféron pégylé (voir rubrique 5.1).

De toevoeging van ribavirine aan IntronA vertienvoudigde bij deze patiënten de werkzaamheid van IntronA alleen voor de behandeling van chronische hepatitis C (48,6 % versus 4,7 %).
Chez ces patients, l’association de la ribavirine à l’IntronA a augmenté d’au moins 10 fois l’efficacité d’IntronA utilisé seul dans le traitement de l’hépatite C chronique (48,6 % vs. 4,7 %).

De verhoogde responsratio voor de combinatie van IntronA + ribavirine, in vergelijking met IntronA alleen, houdt aan in alle subgroepen.
Le taux de réponse augmenté pour l’association IntronA + ribavirine, comparé à IntronA seul, se maintient parmi tous les sous-groupes.