Het wordt daarom aangeraden om bij kinderen en adolescenten die combinatietherapie met IntronA/ribavirine krijgen de behandeling stop te zetten als hun HCV-RNA in week 12 een daling vertoont van < 2 log 10 ten opzichte van de situatie voorafgaand aan de behandeling, of als bij hen in week 24 van de behandeling HCV-RNA kan worden waargenomen.
Il est donc recommandé d’interrompre le traitement des enfants et des adolescents recevant l’association IntronA/ribavirine si la diminution de l’ARN-VHC à la 12 ème semaine est < 2 log 10 par rapport à la valeur d’avant traitement ou si l’ARN-VHC est détectable à la 24 ème semaine de traitement.