Ototoxiciteit, die tijdelijk of blijvend kan zijn (zie rubriek 4.8) is gemeld bij patiënten met bestaande doofheid, die excessieve intraveneuze doseringen hebben gekregen, of die tegelijkertijd worden behandeld met een ander ototoxisch geneesmiddel zoals een aminoglycoside.
un traitement concomitant par une autre substance ototoxique, telle qu’un aminoglycoside.