Vertaling van "interacties met andere hmg-coa reductaseremmers " (Nederlands → Frans) :

Interacties met andere HMG-CoA reductaseremmers worden ook verwacht, met inbegrip van pravastatine, simvastatine en lovastatine, echter, klinisch-significante interacties tussen eltrombopag en atorvastatine of fluvastatine worden niet verwacht.
Des interactions sont également attendues avec d'autres inhibiteurs de la HMG-CoA réductase, incluant la pravastatine, la simvastatine et la lovastatine ; toutefois aucune interaction cliniquement significative n'est attendue entre eltrombopag et l'atorvastatine ou la fluvastatine.

Vitamine K antagonisten: Evenals met andere HMG-CoA reductaseremmers kan bij patiënten die gelijktijdig behandeld worden met vitamine K antagonisten (bijvoorbeeld warfarine of een ander coumarine-anticoagulans) het starten van een behandeling met CRESTOR of een dosisverhoging leiden tot een stijging van de “International Normalised Ratio” (INR).
Antagonistes de la vitamine K: Comme avec d’autres inhibiteurs de la HMG-CoA réductase, le début d’un traitement ou le passage à des doses supérieures de CRESTOR chez des patients traités simultanément par des antagonistes de la vitamine K (p.ex. la warfarine ou un autre anticoagulant coumarinique) peut provoquer une augmentation des taux normalisés internationaux (INR).

Evenals andere HMG-CoA-reductaseremmers kan atorvastatine in zeldzame gevallen invloed hebben op de skeletspieren en myalgie, myositis en myopathie veroorzaken, wat kan verergeren tot rabdomyolyse, een potentieel levensbedreigende aandoening die wordt gekenmerkt door duidelijk verhoogde creatinekinase (CK) spiegels (> 10 maal ULN), myoglobinemie en myoglobinurie wat tot nierfalen kan leiden.
L’atorvastatine, comme les autres inhibiteurs de l’HMG-CoA réductase, peut, dans de rares cas, affecter les muscles squelettiques et entraîner des myalgies, des myosites et des myopathies qui peuvent évoluer vers une rhabdomyolyse potentiellement fatale caractérisée par des taux élevés de créatine phosphokinase (CPK) (> 10 fois la limite supérieure de la normale LSN), une myoglobinémie et une myoglobinurie pouvant entraîner une insuffisance rénale.

Het gebruik van andere HMG- CoA reductaseremmers, zoals pravastatine, fluvastatine of rosuvastatine dient overwogen te worden (zie rubriek 4.5).
L’utilisation d’autres inhibiteurs de l’HMG-CoA réductase, tels que la pravastatine, la fluvastatine et la rosuvastatine, doit être envisagée (voir rubrique 4.5).

Net als met andere HMG-CoA-reductaseremmers zijn verhoogde serumtransaminasen gerapporteerd bij patiënten die Atorvastatin Apotex kregen.
Comme avec les autres inhibiteurs de l’HMG-CoA réductase, des augmentations du taux sérique des transaminases ont été rapportées chez des patients recevant Atorvastatin Apotex.

Net als met andere HMG-CoA-reductaseremmers zijn verhoogde serumtransaminasen gerapporteerd bij patiënten die Atorvastacalc kregen.
Comme avec les autres inhibiteurs de l’HMG-CoA réductase, des augmentations du taux sérique des transaminases ont été rapportées chez des patients recevant Atorvastacalc.

Verhoogde serumspiegels van creatinekinase (CK) hoger dan 3 maal de bovengrens van de normaalwaarden traden op bij 2,5% van de patiënten die met Atorvastatin Apotex werden behandeld, vergelijkbaar met andere HMG-CoA-reductaseremmers in klinische onderzoeken.
Une augmentation du taux sérique de la créatine phosphokinase (CPK) de plus de trois fois la limite supérieure de la normale a été obserbée chez 2,5 % des patients sous Atorvastatin Apotex, proportion similaire à celle observée avec les autres inhibiteurs de l’HMG-CoA réductase au cours d’études cliniques.

1 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 21,5% 8.374 3,2% 13.064 15,8% 2 2 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 7,4% 2.887 5,2% 14.753 17,9% 1 3 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 5,4% 2.094 3,2% 5.237 6,3% 4 4 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 5,2% 2.010 3,3% 9.734 11,8% 3 5 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 4,7% 1.821 2,8% 3.757 4,5% 6 6 B01AB HEPARINEGROEP 3,8% 1.496 2,5% 805 1,0% 19 7 L04AD CALCINEURINEREMMERS 3,5% 1.375 4,1% 109 0,1% 52 8 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 3,5% 1.365 2,6% 1.589 1,9% 10 9 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 3,3% 1.300 3,7% 3.249 3,9% 7 10 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 3,3% 1.278 2,3% 4.082 4,9% 5 11 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,9% 1.126 0,8% 2.050 2,5% 8 12 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 2,6% 1.019 5,3% 93 0,1% 57 13 C01BC ANTI-ARITMICA (KLASSE IC) 2,4% 938 9,4% 1.176 1,4% 13 14 C10AX OVERIGE HYPOLIPEMIERENDE MIDDELEN 1,8% 698 5,1% 494 0,6% 30 15 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIPEM 1,4% 559 4,6% 291 0,4% 37 16 C09BB ACE-REMMERS MET CALCIUMANTAGONISTEN 1,3% 523 4,2% 653 0,8% 22 17 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 21,5% 8.374 3,2% 13.064 15,8% 2 2 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 7,4% 2.887 5,2% 14.753 17,9% 1 3 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 5,4% 2.094 3,2% 5.237 6,3% 4 4 C09AA IECA, SIMPLES 5,2% 2.010 3,3% 9.734 11,8% 3 5 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 4,7% 1.821 2,8% 3.757 4,5% 6 6 B01AB GROUPE DES HEPARINES 3,8% 1.496 2,5% 805 1,0% 19 7 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 3,5% 1.375 4,1% 109 0,1% 52 8 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 3,5% 1.365 2,6% 1.589 1,9% 10 9 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 3,3% 1.300 3,7% 3.249 3,9% 7 10 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 3,3% 1.278 2,3% 4.082 4,9% 5 11 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,9% 1.126 0,8% 2.050 2,5% 8 12 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 2,6% 1.019 5,3% 93 0,1% 57 13 C01BC ANTIARYTHMIQUES, CLASSE IC 2,4% 938 9,4% 1.176 1,4% 13 14 C10AX AUTRES HYPOLIPIDEMIANTS 1,8% 698 5,1% 494 0,6% 30 15 C10BA INHIB. DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) ET AUTRES HYPOLIPID 1,4% 559 4,6% 291 0,4% 37 16 C09BB IECA ET ANTAGONISTES DU CALCIUM 1,3% 523 4,2% 653 0,8% 22 17 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

Glivec kan de plasmaconcentratie verhogen van andere door CYP3A4 gemetaboliseerde geneesmiddelen (bv. triazolo-benzodiazepines, dihydropyridine calciumkanaal blokkers, bepaalde HMG-CoA reductase inhibitoren, nl. statines, enz.).
Par ailleurs, Glivec peut augmenter la concentration plasmatique d’autres médicaments métabolisés par le CYP3A4 (par exemple triazolo-benzodiazépines, inhibiteurs calciques de type dihydropyridine, certains inhibiteurs de l’HMG-CoA réductase, c’est à dire les statines, etc.).