Traduction de «incidentie van myocardinfarct ten opzichte van placebo 11 voorvallen » (Néerlandais → Français) :

In de definitieve onderzoeksgegevens van de APC-studie waarin patiënten maximaal 3 jaar lang behandeld werden met 800 mg celecoxib per dag bedroeg de toename van de incidentie van myocardinfarct ten opzichte van placebo 11 voorvallen per 1000 patiënten (Vaak) en de toename van de incidentie van beroerte ten opzichte van placebo 5 voorvallen per 1000 patiënten (Soms; type beroerte niet gespecificeerd).
Il ressort des données finales (expertisées) de l’essai APC mené chez des patients traités par célécoxib à raison de 800 mg/jour pendant une durée maximale de trois ans, que le surcroît d’infarctus du myocarde par rapport au placebo était de 11 événements pour 1000 patients (fréquent) ; et de 5 événements pour 1000 patients pour l’AVC (peu fréquent ; types d’AVC non différenciés).

Cardiovasculaire effecten De resultaten van klinische studies suggereren dat gebruik van geneesmiddelen uit de klasse van de selectieve COX-2-remmers gepaard kan gaan met een risico op trombotische voorvallen (in het bijzonder myocardinfarct (MI) en beroerte) ten opzichte van placebo en sommige NSAID’s.
Effets cardiovasculaires En comparaison au placebo et à certains AINS, des essais cliniques suggèrent que les médicaments de la classe des inhibiteurs sélectifs de la COX-2 peuvent être associés à un risque d’événements cardiovasculaires thrombotiques (en particulier infarctus du myocarde et accident vasculaire cérébral).

In alle klinische onderzoeken (placebogecontroleerd, open-label, werkzaam vergelijkingsmiddel; patiënten met een neutrofielenaantal van ≥ 1,5 x 10 9 /l bij aanvang) was de incidentie van ten minste één bepaling van een neutrofielenaantal van < 0,5 x 10 9 /l bij patiënten die met quetiapine werden behandeld 0,21% ten opzichte van 0% bij patiënten die een placebo kregen, en de incidentie van een neutrofielenaantal van ≥ 0,5 - < 1,0 x 10 9 /l bij patiënten die met quetiapine werden behandeld 0,75% ten opzichte van 0,11% bij patiënten die een placebo kregen.
Dans tous les essais cliniques (sous contrôle placebo, de type ouvert, comparateurs actifs, patients avec un nombre de polynucléaires neutrophiles ≥ 1,5 X 10 9 /l au départ), l’incidence d’au moins une survenue d’un nombre de polynucléaires neutrophiles < 0,5 X 10 9 /l était de 0,21 % chez les patients sous quétiapine et de 0 % chez les patients sous placebo et l’incidence ≥ 0,5 - < 1,0 X 10 9 /l était de 0,75 % chez les patients sous quétiapine et 0,11 % chez les patients sous placebo.

- Totaal cholesterol: de incidentie van veranderingen van normale (< 5,18 mmol/l) naar hoge (≥ 6,22 mmol/l) spiegels was 2,5% met aripiprazol en 2,8% met placebo en de gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarde was -0,15 mmol/l (95% BI: -0,182: -0,115) met aripiprazol en -0,11 mmol/l (95% BI:-0,148: 0,066) met placebo.
- Cholestérol total : l’incidence des modifications des taux variant d’un niveau normal (< 5,18 mmol/l) à un niveau élevé (≥ 6,22 mmol/l) était de 2,5% pour l’aripiprazole et de 2,8% pour le placebo. La modification moyenne par rapport à la valeur initiale était de -0,15 mmol/l (IC 95% : -0,182; -0,115) pour l’aripiprazole et de -0,11 mmol/l (IC 95%: -0,148 ; -0,066) pour le placebo.

- Nuchter triglyceriden: de incidentie van veranderingen van normale (< 1,69 mmol/l) naar hoge (≥ 2,26 mmol/l) spiegels was 7,4% met aripiprazol en 7,0% met placebo en de gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarde was -0,11 mmol/l (95% BI: -0,182: -0,046) met aripiprazol en -0,07 mmol/l (95% BI:-0,148: 0,007) met placebo.
- Triglycérides à jeun : l’incidence des modifications des taux variant d’un niveau normal (< 1,69 mmol/l) à un niveau élevé (≥ 2,26 mmol/l) était de 7,4% pour aripiprazole et de 7,0% pour le placebo. La modification moyenne par rapport à la valeur initiale était de -0,11 mmol/l (IC 95%: -0,182 ; -0,046) pour l’aripiprazole et de -0,07 mmol/l (IC 95% : -0,148 ; 0,007) pour le placebo.

- HDL: de incidentie van veranderingen van normale (≥ 1,04 mmol/l) naar lage (< 1,04 mmol/l) spiegels was 11,4% met aripiprazol en 12,5% met placebo en de gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarde was -0,03 mmol/l (95% BI: -0,046: -0,017) met aripiprazol en -0,04 mmol/l (95% BI: -0,056: 0,022) met placebo.
- HDL : l’incidence des modifications des taux variant d’un niveau normal (≥ 1,04 mmol/l) à un niveau bas (< 1,04 mmol/l) était de 11,4% pour l’aripiprazole et de 12,5% pour le placebo. La modification moyenne par rapport à la valeur initiale était de-0,03 mmol/l (IC 95% : -0,046 ; -0,017) pour l’aripiprazole et de -0,04 mmol/l (IC 95% : -0,056 ; -0,022) pour le placebo.

- Nuchter triglyceriden: de incidentie van veranderingen van normale (< 1,69 mmol/l) naar hoge (≥ 2,26 mmol/l) spiegels was 7,4% met aripiprazol en 7,0% met placebo en de gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarde was -0,11 mmol/l (95% BI: -0,182: -0,046) met aripiprazol en -0,07 mmol/l (95% BI: -0,148: 0,007) met placebo.
- Triglycérides à jeun : l’incidence des modifications des taux variant d’un niveau normal (< 1,69 mmol/l) à un niveau élevé (≥ 2,26 mmol/l) était de 7,4% pour aripiprazole et de 7,0% pour le placebo. La modification moyenne par rapport à la valeur initiale était de -0,11 mmol/l (IC 95% : -0,182 ; -0,046) pour l’aripiprazole et de -0,07 mmol/l (IC 95% : -0,148 ; 0,007) pour le placebo.

- Totaal cholesterol: de incidentie van veranderingen van normale (< 5,18 mmol/l) naar hoge (≥ 6,22 mmol/l) spiegels was 2,5% met aripiprazol en 2,8% met placebo en de gemiddelde verandering ten opzichte van de uitgangswaarde was -0,15 mmol/l (95% BI: -0,182: -0,115) met aripiprazol en -0,11 mmol/l (95% BI: -0,148: 0,066) met placebo.
- Cholestérol total : l’incidence des modifications des taux variant d’un niveau normal (< 5,18 mmol/l) à un niveau élevé (≥ 6,22 mmol/l) était de 2,5% pour l’aripiprazole et de 2,8% pour le placebo. La modification moyenne par rapport à la valeur initiale était de -0,15 mmol/l (IC 95% : -0,182 ; -0,115) pour l’aripiprazole et de -0,11 mmol/l (IC 95%: -0,148 ; -0,066) pour le placebo.