Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "ii-antagonisten en ace-remmers " (Nederlands → Frans) :

Bijl D. Bijwerkingen van combinaties van anhiotensine II-antagonisten en ACE-remmers bij hartfalen.

Bijl D. Bijwerkingen van combinaties van angiotensine II-antagonisten en ACE-remmers bij hartfalen.


Deze effecten werden ook waargenomen bij andere AT 1 receptor antagonisten en ACE-remmers. Ze lijken veroorzaakt te worden door de farmacologische werking van hoge doses olmesartan medoxomil, maar lijken geen klinische relevantie te hebben binnen de voor de mens aanbevolen therapeutische doseringen.

Ces effets ont également été observés avec d'autres antagonistes des récepteurs AT 1 et avec des inhibiteurs de l’ECA et ils semblent être provoqués par l’effet pharmacologique de doses élevées d’olmésartan médoxomil et ne semblent avoir aucune importance chez l’homme aux doses thérapeutiques recommandées.


Deze effecten werden ook waargenomen bij andere AT 1 receptor antagonisten en ACE-remmers.

Ces effets ont également été observés avec d'autres antagonistes des récepteurs AT 1 et avec des inhibiteurs de l’ECA.


ACE-remmers/Angiotensine II receptor antagonisten Meldingen suggereren dat NSAID’s de antihypertensieve werking van ACE-remmers en angiotensine II receptor antagonisten kunnen verminderen, NSAID’s kunnen ook het risico op nierfunctiestoornissen die gerelateerd zijn aan het gebruik van ACE-remmers of angiotensine II receptor antagonisten vergroten. De combinatie van NSAID’s en ACE-remmers of angiotensine II receptor antagonisten moet met voorzichtigheid worden gegeven bij patiënten die ouder zijn, met volume-depletie of met een verminderde nierfunctie (zie rubriek 4.4)

Inhibiteurs de l’ECA/ antagonistes du récepteur de l’angiotensine II Des rapports suggèrent que les AINS peuvent diminuer l’effet antihypertenseur des inhibiteurs de l’ECA et des antagonistes du récepteur de l’angiotensine II. Les AINS peuvent aussi augmenter le risque d’insuffisance rénale associée à l’utilisation d’inhibiteurs de l’ECA ou d’antagonistes du récepteur de l’angiotensine II. L’association d’AINS et d’inhibiteurs de l’ECA ou d’antagonistes du récepteur de l’angiotensine II doit être administrée avec précaution chez les patients âgés, les patients présentant une dépression volémique, ou chez les patients souffrant d’insuff ...[+++]


LUCH 3,3% 61 0,0% 45 1,4% 17 5 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 3,0% 57 0,1% 92 2,9% 10 6 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 2,8% 52 0,1% 139 4,4% 6 7 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 2,3% 43 0,1% 213 6,7% 3 8 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 2,2% 40 0,1% 76 2,4% 11 9 V08AB WATEROPLOSBARE NEFROTROPE LAAG-OSMOLAIRE CONTRASTMIDD 2,1% 40 57,8% 2 0,1% 116 10 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 2,1% 39 0,1% 124 3,9% 8 11 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 2,0% 37 0,1% 13 0,4% 42 12 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,9% 36 0,1% 179 5,6% 4 13 L03AB INTERFERONEN 1,8% 34 0,1% 2 0,1% 104 14 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 1,8% 33 0,1% 39 1,2% 18 15 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL ...[+++]

DE LA BETALACTAMASE INCLU 1,6% 31 0,1% 27 0,8% 28 16 R06AE DERIVES DE LA PIPERAZINE 1,5% 28 0,1% 75 2,4% 12 17 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 1,5% 28 0,0% 33 1,0% 24 18 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,5% 27 0,1% 57 1,8% 14 19 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,4% 26 0,1% 63 2,0% 13 20 H01CB SOMATOSTATINE ET ANALOGUES 1,3% 25 0,1% 1 0,0% 143 21 J02AC DERIVES TRIAZOLES 1,2% 22 0,1% 5 0,2% 78 22 N02AX AUTRES OPIACES 1,1% 21 0,0% 18 0,6% 37 23 G03AA PROGESTATIFS ET ESTROGENES, ASSOCIATIONS FIXES 1,1% 21 0,1% 167 5,3% 5 24 R01AD CORTICOSTEROIDES 1,1% 20 0,1% 46 1,5% 15 25 B01AB GROUPE DES HEPARINES 1,1% 20 0,0% 10 0,3% 53 26 J01MA FLUOROQUINOLONES 1,1% 20 0,1% 8 0,3% 60 27 M01AC OXICAMS 1,0% 18 0,1% 36 1,1% 22 28 ...[+++]


Omdat er geen effect is op de ACE en geen potentiëring van bradykinine of substantie P is het onwaarschijnlijk dat het gebruik van angiotensine-II-antagonisten samenhangt met hoesten. In klinische studies waarin valsartan werd vergeleken met een ACE-remmer was de incidentie van een droge hoest significant lager (P< 0,05) bij patiënten die met valsartan werden behandeld in vergelijking met degenen die met een ACE-remmer werden behandeld (respectievelijk ...[+++]

Les antagonistes de l’angiotensine II ne devraient pas provoquer de toux, dans la mesure où ils n’agissent pas sur l’enzyme de conversion et ne potentialisent pas l’action de la bradykinine ou de la substance P. Les études cliniques comparant le valsartan et un IEC ont montré que l’incidence d’une toux sèche était significativement plus faible (p< 0,05) sous valsartan que sous IEC (2,6 % contre 7,9 % respectivement).


Aangezien er geen effect is op ACE en geen potentiëring van bradykinine of substance P, is het niet waarschijnlijk dat angiotensine II-antagonisten geassocieerd zijn met hoesten. In een klinische studies waar valsartan vergeleken werd met een ACE-remmer, was de incidentie van droge hoest significant (P < 0,05) lager bij patiënten behandeld met valsartan dan bij degenen behandeld met een ACE-remmer (respectievelijk 2,6% versus 7,9%) ...[+++]

Les antagonistes de l’angiotensine II ne devraient pas provoquer de toux, dans la mesure où ils n’agissent pas sur l’enzyme de conversion et ne potentialisent pas l’action de la bradykinine ou de la substance P. Les études cliniques comparant le valsartan et un IEC ont montré que l’incidence d’une toux sèche était significativement plus faible (p < 0,05) sous valsartan que sous IEC (2,6 % contre 7,9 % respectivement).


Aangezien angiotensine II-antagonisten geen effect hebben op ACE en geen potentiëring van bradykinine of “substance P” teweegbrengen, is het onwaarschijnlijk dat ze hoest veroorzaken. In klinische onderzoeken waarin valsartan vergeleken werd met een ACE-remmer, was de incidentie van droge hoest significant (p < 0,05) kleiner bij patiënten behandeld met valsartan in vergelijking met degenen behandeld met een ACE-remmer (respectievelijk 2,6% versus 7,9%).

Les antagonistes de l'angiotensine II ne devraient pas provoquer de toux dans la mesure où ils n'agissent pas sur l'enzyme de conversion et ne potentialisent pas l'action de la bradykinine ou de la substance P. Les études cliniques comparant le valsartan et un IEC ont montré que l'incidence d'une toux sèche était significativement plus faible (p < 0,05) sous valsartan que sous IEC (2,6 % contre 7,9 % respectivement).


ACE-remmers (bijv. captopril, enalapril), angiotensine II-antagonisten: Risico op een sterke daling van de bloeddruk en/of acuut nierfalen tijdens het opstarten van de behandeling met de ACE-remmer bij patiënten met een bestaande natriumdepletie (vooral bij patiënten met nierarteriestenose).

IECA (par ex. captopril, énalapril), antagonistes de l’angiotensine II : Risque de chute significative de la tension sanguine et/ou d’insuffisance rénale aiguë pendant l’instauration du traitement par IECA chez les patients ayant une déplétion sodique préexistante (en particulier chez les patients présentant une sténose de l’artère rénale).


met eventueel ernstige verslechtering van nierfunctie + lithium: spironolacton kan de plasmaconcentratie van lithium doen stijgen + ACE-inhibitoren, antagonisten van de angiotensine-II-receptoren (sartanen), andere

de la spironolactone avec risque de forte atteinte de la fonction rénale + lithium: la spironolactone peut augmenter la concentration plasmatique en lithium + IEC, antagonistes des récepteurs de l’angiotensine II (sartans), autres diurétiques d’épargne




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ii-antagonisten en ace-remmers' ->

Date index: 2021-08-23
w