Traduction de «herhaalde orale toediening vastgesteld » (Néerlandais → Français) :

Gebruik bij katten geen nabehandeling die meloxicam of andere niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAID’s) bevat, omdat geen veilige dosering voor herhaalde orale toediening vastgesteld is.
Chez le chat, ne pas faire suivre le traitement injectable par un traitement oral de méloxicam ou d’un autre anti-inflammatoire non-stéroïdien (AINS) car les posologies appropriées n’ont pas été établies.

Bij herhaalde orale toediening van leflunomide aan muizen gedurende hoogstens 3 maanden, aan ratten en honden gedurende hoogstens 6 maanden en aan apen gedurende hoogstens 1 maand werd vastgesteld dat leflunomide vooral toxisch was voor het beenmerg, het bloed, het maag-darmkanaal, de huid, de milt, de thymus en de lymfeklieren.
Une administration orale répétée de léflunomide à la souris sur une période allant jusqu’à 3 mois, chez le rat et le chien jusqu’à 6 mois et chez le singe jusqu’à 1 mois, a montré que les principaux organes cibles pour la toxicité étaient la moelle osseuse, le sang, le tractus digestif, la peau, la rate, le thymus et les ganglions lymphatiques.

veilige dosering voor een herhaalde orale toediening is vastgesteld.
pas conseillée chez les chats, dans la mesure où aucune posologie pour une administration orale

Na toediening van een radioactief gemerkte dosis voriconazol, vindt men ongeveer 80% van de radioactiviteit terug in de urine na herhaalde intraveneuze toediening en ongeveer 83% na herhaalde orale toediening.
Après administration d’une dose radio-marquée de voriconazole, environ 80 % de la radioactivité est retrouvée dans l’urine en cas d’administrations intraveineuses répétées, et environ 83 % en cas d’administrations orales répétées.

De terminale halfwaardetijd na orale toediening is 350-500 minuten en bij herhaalde orale toediening treedt geen accumulatie op.
La demi-vie terminale après administration orale est de 350-500 minutes et aucune accumulation n'apparaît après des administrations orales répétées.

Net zoals bij volwassenen accumuleerden fluoxetine en norfluoxetine sterk na herhaalde orale toediening; de concentraties bereikten een evenwichtstoestand na 3 tot 4 weken dagelijkse toediening.
Comme chez les adultes, la fluoxétine et la norfluoxétine s’accumulaient fortement en cas d’administration orale répétée; les concentrations à l'état d'équilibre ont été atteintes après 3 à 4 semaines d'administration journalière.

Herhaalde orale toediening van 4 en 6 mg/kg/dag aan apen gedurende maximaal 20 weken leidde tot mortaliteit en significante toxiciteit (duidelijk gewichtsverlies, verminderde aantallen rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes, hemorragie van meerdere organen, ontsteking van het maagdarmkanaal, lymfoïde atrofie en beenmergatrofie).
Chez le singe l’administration orale répétée de 4 et 6 mg/kg/jour pendant une durée allant jusqu’à 20 semaines a engendré une mortalité et une toxicité significative (perte de poids marquée, diminution du nombre des érythrocytes, des leucocytes et de la numération plaquettaire, hémorragie organique multiple, inflammation du tube gastro-intestinal, atrophie lymphoïde et de la moelle osseuse).

Herhaalde orale toediening van 75, 150 en 300 mg/kg/dag aan ratten gedurende maximaal 26 weken resulteerde bij alle drie doseringen in een reversibele, behandeling-gerelateerde verhoging van de mineralisatie van het nierbekken, die het duidelijkst was bij vrouwtjesratten.
Chez le rat, l’administration orale répétée de 75, 150 et 300 mg/kg/jour pendant une durée allant jusqu’à 26 semaines a engendré une amplification réversible, liée au traitement, de la calcification du calice rénal aux 3 doses, plus particulièrement chez les femelles.

Na herhaalde orale toediening gedurende 5 opeenvolgende dagen van dagelijkse doses van 2mg/kg was de cumulatie 151%.
Après administration orale d’une dose quotidienne de 2 mg/kg pendant 5 jours consécutifs, l’accumulation est de 151 %.

Herhaalde orale toediening van 1 en 2 mg/kg/dag aan apen gedurende maximaal 1 jaar resulteerde in reversibele veranderingen in de cellulariteit van het beenmerg, een lichte afname in de verhouding myeloïde/erytroïde cellen en thymusatrofie.
Chez le singe, l’administration orale répétée de 1 et 2 mg/kg/jour pendant une durée allant jusqu’à 1 an a engendré des modifications réversibles de la cellularité de la moelle osseuse, une légère réduction du rapport cellules myéloïdes/érythroïdes et une atrophie thymique.