Traduction de «hematocriet hemolytische anemie » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

hemolytische anemie | mechanisch | hemolytische anemie | microangiopathisch | hemolytische anemie | toxisch
Anémie hémolytique:mécanique | microangiopathique | toxique

auto-immune hemolytische-ziekte (koud type)(warm type) | chronische koudehemagglutinineziekte | hemolytische anemie | koud type (secundair)(symptomatisch) | hemolytische anemie | warm type (secundair)(symptomatisch) | koudeagglutinine | hemoglobinurie | koudeagglutinine | ziekte
Anémie hémolytique:type chaud (secondaire) (symptomatique) | type froid (secondaire) (symptomatique) | Hémoglobinurie à agglutinines froides Maladie (à):agglutinines froides | chronique à hémagglutinines froides | hémolytique auto-immune (type chaud) (type froid)

auto-immuun-hemolytische anemie door IgM
anémie hémolytique auto-immune due à l'IgM

auto-immune hemolytische anemie door IgG
anémie hémolytique auto-immune due à l'IgG

auto-immune hemolytische anemie door IgA
anémie hémolytique auto-immune due à l'IgA

koude auto-immuun-hemolytische anemie
anémie hémolytique auto-immune froide

AIHA - auto-immune hemolytische anemie
anémie hémolytique auto-immune

warme auto-immuun-hemolytische anemie
anémie hémolytique auto-immune chaude

maternale auto-immuun-hemolytische anemie
anémie hémolytique auto-immune maternelle

neonatale auto-immune hemolytische anemie
anémie hémolytique auto-immune néonatale

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Agranulocytose, -- -- -- Zeer zelden beenmergdepressie Daling van hemoglobine en -- -- Niet bekend -- hematocriet Hemolytische anemie -- -- -- Zeer zelden Leukopenie -- Zeer zelden -- Zeer zelden Neutropenie -- -- Niet bekend -- Trombocytopenie, soms met -- Zeer zelden Niet bekend Zelden purpura Aplastische anemie -- -- -- Niet bekend Overgevoeligheid -- Zeer zelden Niet bekend Zeer zelden
Dysgeusie Peu fréquent Peu fréquent -- -- Syndrome extra-pyramidal -- Fréquence -- -- indéterminée Maux de tête Fréquent Fréquent -- Rare Hypertonie -- Très rare -- -- Léthargie Peu fréquent -- -- -- Paresthésies Peu fréquent Peu fréquent -- Rare Neuropathie périphérique, Peu fréquent Très rare -- -- neuropathie Somnolence Peu fréquent Fréquent -- -- Syncope Peu fréquent Peu fréquent -- -- Tremblements -- Peu fréquent -- -- Hypoesthésie -- Peu fréquent -- -- Glaucome aigu à angle -- -- -- Fréquence fermé indéterminée Troubles visuels -- Peu fréquent -- -- Baisse de la vision Peu fréquent Peu fréquent -- Rare Acouphènes -- Peu fréquent -- -- Vertiges Peu fréquent -- Peu fréquent --

Bloed- en lymfestelselaandoeningen: zelden: hemoglobinedaling, daling van de hematocriet zeer zelden: beenmergsuppressie, anemie, trombocytopenie, leukopenie, neutropenie, agranulocytose (zie rubriek 4.4), hemolytische anemie, lymfadenopathie, auto-immuunziekte
Affections hématologiques et du système lymphatique : rare : baisses de l’hémoglobine, baisses de l’hématocrite. très rare : dépression de la moelle osseuse, anémie, thrombocytopénie, leucopénie, neutropénie, agranulocytose (voir rubrique 4.4), anémie hémolytique, lymphadénopathie, maladie auto-immune.

BLOED Er zijn enige gevallen waargenomen van stoornissen van het bloedbeeld (daling van het Hb-gehalte en de hematocriet, eosinofilie, leukopenie, thrombocytopenie, aplastische anemie, agranulocytose, hemolytische anemie).
SANG On décrit quelques cas de modifications de la formule sanguine (diminution du taux d'Hb et de l'hématocrite, éosinophilie, leucopénie, thrombocytopénie, anémie aplasique, agranulocytose, anémie hémolytique).

Bloed- en lymfestelselaandoeningen zelden: dalingen in hemoglobine, dalingen in hematocriet. zeer zelden: beenmergdepressie, anemie, trombocytopenie, leukopenie, neutropenie, agranulocytose (zie rubriek 4.4), hemolytische anemie, lymfadenopathie, autoimmune aandoening.
Affections hématologiques et du système lymphatique rare : diminution de l’hémoglobine, diminution de l’hématocrite. très rare : dépression de la moelle osseuse, anémie, thrombopénie, leucopénie, neutropénie, agranulocytose (voir rubrique 4.4), anémie hémolytique, lymphadénopathie, maladie auto-immunitaire.

Lisinopril en andere ACE-inhibitoren Bloed- en lymfestelselaandoeningen Zelden: dalingen van hemoglobine, dalingen van hematocriet Zeer zelden: beenmergdepressie, anemie, trombocytopenie, leukopenie, neutropenie, agranulocytose (zie 4.4), hemolytische anemie, lymfadenopathie, auto-immuunziekte
Lisinopril et autres inhibiteurs de l'ECA Affections hématologiques et du système lymphatique Rare: baisses du taux d'hémoglobine, baisses du taux d'hématocrite Très rare: dépression de la moelle osseuse, anémie, thrombocytopénie, leucopénie, neutropénie, agranulocytose (voir 4.4), anémie hémolytique, lymphadénopathie, maladie auto-immune.

trombocytopen ie, verminderde hematocriet, kristalurie en verlengde protrombinetij d, hemolytische anemie, soms in verband gebracht met glucose-6- fosfaatdehydro genasedeficiën tie (zie rubriek 4.4) overgevoelighe idsreacties zoals anafylaxie (zie rubriek 4.4), angio-oedeem, urticaria, interstitiële nefritis, petechiën, bloedblaren, papels met vasculitis stemmingswiss elingen, slapeloosheid, slaapstoornisse n, depressie,
candidose vaginale thrombocytopé nie, baisse de l’hématocrite, cristallurie et allongement du temps de prothrombine, anémie hémolytique parfois liée à un déficit en glucose-6- phosphatedéhydrogénase (voir rubrique 4.4) réactions d’hypersensibil ité telles qu’anaphylaxie (voir rubrique 4.4), angioœdème, urticaire, néphrite interstitielle, pétéchies, phlyctènes hémorragique, papules avec vasculite sautes d’humeur,

Bloed- en lymfestelselaandoeningen: soms: anemie (zowel aplastische als hemolytische) zelden: neutropenie, verlaging van hemoglobine, verlaging van hematocriet, trombocytopenie, agranulocytose, beenmergdepressie, leukopenie, pancytopenie, lymfadenopathie, auto-immuunziekten
Affections hématologiques et du système lymphatique: Peu fréquent: anémie (incluant anémie aplasique et hémolytique) Rare: neutropénie, diminution de l’hémoglobine, diminution de l’hématocrite, thrombocytopénie, agranulocytose, dépression médullaire osseuse, leucopénie, pancytopénie, lymphadénopathie, maladies auto-immunes

soms: anemie (inclusief aplastische en hemolytische) zelden: neutropenie, verlaging hemoglobine, verlaging hematocriet, trombocytopenie, agranulocytose, beenmergsuppressie, pancytopenie, lymfadenopathie, auto-immuunziekten.
Affections hématologiques et du système lymphatique: peu fréquent: anémie (y compris aplasique et hémolytique) rare: neutropénie, diminutions de l'hémoglobine, diminution de l'hématocrite, thrombocytopénie, agranulocytose, aplasie médullaire, pancytopénie, lymphadénopathie, maladies auto-immunes.