Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Bij tamoxifen).
Ruggengraat
Totaal heup

Vertaling van "had met baseline botmineraaldichtheid " (Nederlands → Frans) :

Behandeling van osteoporose bij postmenopauzale vrouwen De werkzaamheid en veiligheid van Prolia, eenmaal per 6 maanden toegediend gedurende 3 jaar, zijn onderzocht bij postmenopauzale vrouwen (7.808 vrouwen met een leeftijd van 60 tot 91 jaar, waarvan 23,6% een prevalente wervelfractuur had) met baseline botmineraaldichtheid (BMD) T-scores in de lumbale wervelkolom of de totale heup tussen -2,5 en -4,0 en een gemiddeld absoluut 10-jaar fractuurrisico van 18,60% (decielen: 7,9-32,4%) voor een ernstige osteoporotische fractuur en 7,22%

Traitement de l'ostéoporose chez la femme ménopausée L'efficacité et la tolérance de Prolia administré en dose unique tous les 6 mois pendant 3 ans ont été étudiées chez des femmes ménopausées (7 808 femmes âgées de 60 à 91 ans, dont 23,6 % d’entre elles présentaient des fractures vertébrales prévalentes). Ces femmes avaient un T-score initial de densité minérale osseuse (DMO) au niveau du rachis lombaire ou de la hanche totale compris entre - 2,5 et - 4,0 et présentant en moyenne un risque absolu de fracture à 10 ans de 18,60 % (déciles : 7,9-32,4 %) pour les fractures ostéoporotiques majeures et de 7,22 % (déciles : 1,4-14,9 %) pour le ...[+++]


De geïncludeerde patiënten hadden een mediane HIV-1 RNA van 4,6 10 log kopieën/ml (van wie 33% > 100.000 kopieën/ml had bij baseline) en een mediaan % CD 4 + cellen van 18% (van wie 37% een % CD 4 + had van < 15% bij baseline).

Les patients avaient à l’inclusion une médiane de 4,6 log 10 copies/ml d’ARN VIH-1 (dont 33 % avaient plus de 100 000 copies/ml à l’inclusion) et un pourcentage médian de CD4+ de 18 % (dont 39 % avaient moins de 15 % de CD4+ à l’inclusion).


De 740 geïncludeerde personen hadden een mediane leeftijd van 51 jaar (range: 18 tot 70); 60% van de personen was man; 21% had een body mass index ≥ 30 kg/m 2 ; 5% was zwart; 2% was Aziatisch; 85% had op baseline een HCV-RNA-niveau van ≥ 800.000 IE/ml; 15% had bridging fibrosis; 14% had cirrose; 57% had HCV-genotype 1a en 43% had HCV-genotype 1b.

Les 740 sujets inclus avaient un âge median de 51 ans (écart : 18 à70 ans) ; 60% des sujets étaient des hommes; 21% avaient un indice de masse corporelle ≥ 30 kg/m 2 ; 5% étaient noirs ; 2% étaient asiatiques ; 85% avaient un taux initial d’ARN du VHC ≥ 800,000 UI/ml ; 15% présentaient une fibrose sévère/fibrose en pont ; 14% avaient une cirrhose ; 57% étaient infectés par un VHC de génotype 1a et 43% par un VHC de génotype 1b.


In de Pbo/PR-arm hadden 2 (9%) personen op baseline brugvormende fibrose en geen enkele persoon had op baseline cirrose.

Dans le bras Pbo/PR, 2 (9%) sujets présentaient une fibrose sévère/fibrose en pont à l’inclusion et aucun sujet ne présentait de cirrhose à l’inclusion.


36% van de personen had op baseline cytogenetische eigenschappen met ongunstig risico.

Trente-six pour cent des sujets présentaient un profil cytogénétique de mauvais pronostic à l’inclusion.


De gemiddelde stijgingen van de botmineraaldichtheid van de lumbale wervelkolom vanaf baseline na 1 jaar waren 5,1% (95% BI: 4,8, 5,4%) in de groep die eenmaal per week 70 mg gebruikte en 5,4% (95% BI: 5,0, 5,8%) in de groep die dagelijks 10 mg gebruikte.

Les augmentations moyennes de la DMO du rachis lombaire comparativement à la DMO initiale ont été de 5,1 % au bout d’un an (IC à 95 %: 4,8, 5,4 %) dans le groupe 70 mg une fois par semaine et de 5,4 % (IC à 95 %: 5,0, 5,8 %) dans le groupe 10 mg par jour.


Resultaten van een botsubonderzoek tonen aan dat behandeling met exemestaan gedurende 2 tot 3 jaar volgend op 3 tot 2 jaar tamoxifen behandeling botverlies doet toenemen tijdens de behandeling (gemiddelde procentuele verandering vanaf baseline voor botmineraaldichtheid (BMD) na 36 maanden: -3,37 [ruggengraat], -2,96 [totaal heup] bij exemestaan en -1,29 [ruggengraat], -2,02 [ totaal heup] bij tamoxifen).

Les résultats de la sous-étude sur l’os indiquent qu’un traitement par exémestane pendant 2 à 3 ans suite à un traitement par tamoxifène de 2 à 3 ans augmente la perte osseuse durant la période sous traitement (% de modification moyenne de la densité minérale osseuse à 36 mois : exémestane : -3,37 [colonne vertébrale], -2,96 [hanche totale] et tamoxifène : -1,29 [colonne vertébrale], -2,02 [hanche totale]).


De 1. 088 geïncludeerde patiënten hadden een mediane leeftijd van 49 jaar (spreiding 18 tot 69); 58% van de patiënten was man; 23% had een body mass index ≥ 30 kg/m 2 ; 9% was zwart, 11% was van Spaanse of Latijns-Amerikaanse afkomst; 77% had een HCV-RNA-concentratie van ≥ 800.000 IE/ml op baseline; 15% had fibrose met brugvorming; 6% had cirrose; 59% had HCV genotype 1a en 40% had HCV genotype 1b.

L’âge médian des 1 088 patients inclus était de 49 ans (de 18 à 69 ans) ; 58% des patients étaient de sexe masculin ; 23% avaient un indice de masse corporelle ≥ 30 kg/m 2 ; 9% étaient noirs ; 11% étaient hispaniques ou latino-américains ; 77% avaient un taux initial d’ARN du VHC ≥ 800 000 UI/ml ; 15% présentaient une fibrose sévère/fibrose en pont ; 6% avaient une cirrhose ; 59% étaient infectés par un VHC de génotype 1a et 40% par un VHC de génotype 1b.


Bovendien had, bij de RAISEstudie, 42% van de met eltrombopag behandelde patiënten met een aantal bloedplaatjes op baseline van ≤ 15.000/µl na de 6 maanden behandeling een respons.

De plus, dans l’étude RAISE, 42 % des patients ayant un taux initial de plaquettes < 15 000/µl et traités par eltrombopag ont répondu à la fin d'une période de 6 mois de traitement.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'had met baseline botmineraaldichtheid' ->

Date index: 2021-07-30
w