Van patiënten met een voorgeschiedenis van zelfmoordgerelateerde voorvallen, of deze die een significante graad van zelfmoordideeën vertonen voor het starten van de behandeling, is bekend dat ze een groter risico lopen op het ontwikkelen van zelfmoordgedachten of –pogingen en deze moeten daarom nauwlettend worden opgevolgd tijdens de behandeling.
Les patients ayant des antécédents de comportements de type suicidaire, ou ceux présentant un degré significatif d’idées suicidaires avant le début du traitement, sont connus comme étant à plus grand risque d’idées suicidaires ou de tentatives de suicide; ils devront dès lors faire l’objet d’une surveillance étroite pendant le traitement.