Traduction de «gleason-scores te bepalen » (Néerlandais → Français) :

In een 4 jaar durende vergelijking van placebo en dutasteride bij 8231 mannen tussen 50 en 75 jaar oud, met een voorafgaande negatieve biopsie voor prostaatkanker en een PSA-basiswaarde tussen 2,5 ng/ml en 10,0 ng/ml voor mannen tussen 50 en 60 jaar oud, of tussen 3 ng/ml en 10,0 ng/ml voor mannen ouder dan 60 jaar (de REDUCE studie) hadden 6706 personen prostaatnaaldbiopsiegegevens (vooral protocolgestuurd) beschikbaar voor analyse om de Gleason-scores te bepalen.
Dans une comparaison de 4 ans du placebo et du dutastéride chez 8 231 hommes de 50 à 75 ans, avec biopsie antérieure négative pour le cancer de la prostate et taux de PSA à l’état initial entre 2,5 ng/ml et 10,0 ng/ml pour les hommes de 50 à 60 ans ou entre 3 ng/ml et 10,0 ng/ml pour les hommes de plus de 60 ans (étude REDUCE), 6 706 sujets ont eu des données de biopsie à l’aiguille de la prostate (principalement exigée par le protocole) disponibles pour analyse afin de déterminer les scores de Gleason.

Het bepalen van de prognose bij prostaatkanker is meestal gebaseerd op drie parameters: de uitgebreidheid van de tumor, de histologische differentiatie (uitgedrukt in de Gleason score (van 2 tot 10)) en de PSA-waarde gemeten vóór het begin van de behandeling.
La détermination du pronostic de cancer de la prostate repose généralement sur trois paramètres : l’étendue de la tumeur, la différenciation histologique (exprimée en score de Gleason [de 2 à 10]) et la valeur PSA mesurée avant le début du traitement.

In de finasteridegroep hadden 280 (6,4%) van de mannen prostaatkanker met een Gleason-score van 7-10, opgespoord met de naaldbiopsie tegenover 237 mannen (5,1%) in de placebogroep.
Dans le groupe finastéride, 280 hommes (6,4 %) avaient un cancer de la prostate caractérisé par l'attribution à la biopsie à l’aiguille d’un score de Gleason compris entre 7 et 10, contre 237 (5,1 %) dans le groupe placebo.

De relatie tussen het langdurig gebruik van finasteride en tumoren met een Gleason-score van 7-10 is onbekend.
La relation entre l'utilisation à long terme de finastéride et l'apparition de tumeurs caractérisées par un score de Gleason compris entre 7 et 10 est inconnue.

De klinische relevantie van de gegevens over de kankers met een Gleason-score van 7-10 is onbekend.
On ne connaît pas la portée clinique des données sur les cancers de score 7 à 10 selon l’échelle de Gleason.

In de finasteride 5mg-groep hadden 280 (6,4%) mannen prostaatkanker met Gleason-scores van 7-10 waargenomen op naaldbiopsie versus 237 (5,1%) mannen in de placebogroep.
Dans le groupe finastéride 5 mg, 280 (6,4 %) hommes avaient un cancer de la prostate avec des scores de Gleason allant de 7 à 10 détecté par biopsie à l’aiguille, contre 237 (5,1 %) hommes du groupe placebo.

De klinische significantie van gegevens over de kankers met een Gleason-score van 7-10 is onbekend.
La signification clinique des données de score 7-10 selon l’échelle de Gleason est inconnue.

Bij een uitgebreidere tumor die bestaat uit weinig gedifferentieerd weefsel (Gleason score > 7) of indien de PSA-waarde hoger is dan 20 ng/ml is de mortaliteit 4 % per jaar. Een totale prostatectomie verlaagt de mortaliteit maar niet bij de groep patiënten die ouder zijn dan 65 jaar op het moment van de diagnose 20 .
Une prostatectomie totale réduit la mortalité, mais pas dans le groupe de patients âgés de plus de 65 ans au moment du diagnostic 20 .

per jaar bij aantasting van 1 prostaatkwab, goed gedifferentieerd weefsel (Gleason score 7) en PSA 20 ng/ ml.
posée de tissus peu différenciés (score de Gleason > 7) ou si la valeur PSA est supérieure à 20 ng/ml, la mortalité s’élève à 4 % par an.

Er werd gekeken naar de veranderingen ten opzichte van de uitgangssituatie. De Health Assessment Questionnaire (HAQ; schaal 0-3) werd gebruikt om bij de patiënten de gemiddelde verandering van het fysiek functioneren ten opzichte van scores bij de uitgangssituatie in de tijd te bepalen.
Le Health Assessment Questionnaire (HAQ ; échelle 0-3) était utilisé pour mesurer les variations moyennes des capacités fonctionnelles par rapport aux valeurs initiales.