Bij patiënten die nierinsufficiëntie ontwikkelen en een gevorderde leverziekte of cirrose hebben, moet worden overwogen het doseringsinterval van adefovir aan te passen of over te gaan op een alternatieve behandeling voor hepatitis B. Staken van de behandeling van chronische hepatitis B bij deze patiënten wordt niet aanbevolen.
Chez les patients présentant une maladie hépatique à un stade avancé ou une cirrhose et qui développent une insuffisance rénale, il faudra envisager l’ajustement de l’intervalle entre les administrations d’adéfovir ou le changement pour un autre médicament utilisé dans le traitement de l’hépatite B. L’arrêt du traitement de l’hépatite B chronique n’est pas recommandé chez ces patients.