Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
CR
PR

Traduction de «gevoeligheid voor eerdere hormonale therapie » (Néerlandais → Français) :

Gevoeligheid voor eerdere hormonale therapie werd gedefinieerd als (1) gedocumenteerd klinisch voordeel (complete respons [CR], partiële respons [PR], stabiele ziekte ≥24 weken) van ten minste één voorafgaande hormonale therapie in de gevorderde setting of (2) ten minste 24 maanden van adjuvante hormonale therapie voorafgaand aan het recidief.

La sensibilité à l'hormonothérapie antérieure a été définie comme (1) un bénéfice clinique documenté (réponse complète [RC], réponse partielle [RP], stabilisation de la maladie ≥ 24 semaines) après au moins une hormonothérapie antérieure au stade avancé ou (2) au moins 24 mois d'hormonothérapie adjuvante avant la récidive.


Bij patiënten met een onbekende nodale status, eerdere andere chemotherapie, alsook een onbekende/ontbrekende status van eerdere hormonale therapie werd een niet statistisch significante trend ten gunste van tamoxifen gezien.

Chez les patientes avec un statut ganglionnaire inconnu, ou une chimiothérapie antérieure différente, ou également une hormonothérapie antérieure inconnue ou manquante, une tendance non statistiquement significative en faveur de tamoxifène a été observée.


Antivirale activiteit van Kaletra in patiënten bij wie proteaseremmer-therapie faalde. De klinische relevantie van gereduceerde in vitro gevoeligheid voor lopinavir is onderzocht via de bepaling van de virologische respons op Kaletra-therapie, ten opzichte van viraal genotype en fenotype in de uitgangssituatie, bij 56 patiënten waarbij eerder therapie met meerdere proteaseremmers faalde.

Activité antivirale de Kaletra chez les patients en échec d’un traitement par un inhibiteur de protéase : La diminution de la sensibilité in vitro au lopinavir a été évaluée en relation avec la réponse virologique à un traitement par Kaletra, en se référant aux résultats initiaux de l’analyse génotypique et phénotypique, chez 56 patients en multi-échec d’antiprotéases.


De klinische relevantie van gereduceerde in vitro gevoeligheid voor lopinavir is onderzocht via de bepaling van de virologische respons op Kaletra-therapie, ten opzichte van viraal genotype en fenotype in de uitgangssituatie, bij 56 patiënten waarbij eerder therapie met meerdere proteaseremmers faalde.

La diminution de la sensibilité in vitro au lopinavir a été évaluée en relation avec la réponse virologique à un traitement par Kaletra, en se référant aux résultats initiaux de l’analyse génotypique et phénotypique, chez 56 patients en multi-échec d’antiprotéases.


Voor alle geanalyseerde subgroepen (leeftijd, gevoeligheid voor een voorafgaande hormonale therapie, het aantal betrokken organen, status van alleen botgerelateerde laesies bij aanvang, de aanwezigheid van viscerale metastasen en over de grote demografische en prognostische subgroepen) werd een positief effect van de behandeling met everolimus + exemestaan gezien, met een geschatte hazard ratio ten opzichte van placebo + exemestaan uiteenlopend van 0,25 tot 0,60.

Pour tous les sous-groupes analysés (âge, sensibilité à un précédent traitement hormonal, nombre d’organes atteints, statut des lésions uniquement osseuses lors de l’inclusion et présence de métastases viscérales, et à travers les sous-groupes pronostics et démographiques majeurs), un bénéfice en faveur du traitement évérolimus + exémestane a été observé avec un risque relatif estimé compris entre 0,25 et 0,60 versus placebo + exémestane.


Randomisatie was gestratificeerd op basis van gedocumenteerde gevoeligheid voor een voorafgaande hormonale therapie en op basis van de aanwezigheid van viscerale metastasering.

La randomisation a été stratifiée en fonction de la sensibilité documentée à l'hormonothérapie antérieure et en fonction de la présence de métastases viscérales.


Antivirale activiteit van Kaletra bij patiënten bij wie proteaseremmertherapie faalde: de klinische relevantie van verminderde in vitro gevoeligheid voor lopinavir is onderzocht via de bepaling van de virologische respons op Kaletratherapie, ten opzichte van viraal genotype en fenotype in de uitgangssituatie, bij 56 patiënten waarbij eerder therapie met meerdere proteaseremmers faalde.

Activité antivirale de Kaletra chez les patients en échec d’un traitement par un inhibiteur de protéase. La diminution de la sensibilité in vitro au lopinavir a été évaluée en relation avec la réponse virologique à un traitement par Kaletra, en se référant aux résultats initiaux de l’analyse génotypique et phénotypique, chez 56 patients en multi-échec d’antiprotéases.


De hormonale substitutietherapie staat recent in de belangstelling en er is een soms eerder persoonlijke dan wetenschappelijke discussie rond de zin en de gevaren van deze therapie.

La thérapeutique hormonale de substitution a suscité récemment un vif intérêt, et des discussions parfois plus personnelles que scientifiques au sujet de l’intérêt et des dangers de cette thérapeutique.


Bij patiënten met vroege borstkanker zou een behandeling met exemestane vervolgd moeten worden totdat deze behandeling voltooid is na vijf jaar van gecombineerde opeenvolgende adjuvante hormonale therapie (Tamoxifen en daarna exemestane), of eerder als er tumoren terugkeren.

Patientes adultes et âgées La dose recommandée d’exémestane est de 1 comprimé de 25 mg à prendre une fois par jour par voie orale, après un repas. Chez les patientes atteintes d’un cancer du sein à un stade précoce, le traitement par exémestane devra être maintenu jusqu’à une durée totale de cinq ans d’hormonothérapie adjuvante séquentielle (tamoxifène suivi d’exémestane), ou plus tôt si une récidive tumorale est observée.


Bij patiënten met een vroege borstkanker moet de behandeling met Exemestan Sandoz worden voortgezet tot een volle vijf jaar gecombineerde sequentiële adjuvante hormonale therapie (tamoxifen gevolgd door Exemestan Sandoz) of eerder als er een relaps van de tumor optreedt.

Chez les patientes présentant un cancer du sein précoce, le traitement par Exemestan Sandoz sera poursuivi jusqu’à la fin d’un traitement hormonal adjuvant combiné séquentiel de 5 ans (tamoxifène suivi d’Exemestan Sandoz) ou jusqu’à la réapparition de la tumeur.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'gevoeligheid voor eerdere hormonale therapie' ->

Date index: 2022-11-29
w