In dit verband dient te worden opgemerkt dat overeenkomstig de leer van het Hof van Cassatie " het beroepsgeheim waartoe artikel 458 van het Strafwetboek onder meer de geneesheren, heelkundigen en andere gezondheidsverzorgers verplicht de bescherming beoogt van de patiënt; dat het daarin besloten liggende verbod om, behoudens rechtvaardigingsgrond, feiten bekend te maken di
e aanleiding kunnen geven tot strafrechtelijke vervolgingen ten laste van de patië
nt, niet kan worden uitgebreid tot feiten waarvan de patiënt het slachtoffer zou
...[+++]zijn" (Cass. 9 februari 1988, nr. 346, Arresten van het Hof van Cassatie, 1987-1988, 720).
A cet égard, il doit être observé que suivant l'enseignement de la Cour de cassation, " le secret professionnel auquel l'article 458 du Code pénal oblige notamment les médecins, les chirurgiens et le personnel soignant vise la protection du patient; que l'interdiction qu'il contient de révéler, sauf cause de justification, des faits pouvant donner lieu à des poursuites pénales à charge du patient, ne peut être étendue aux faits dont serait victime le patient" (Cour de Cassation, 9 février 1988, n° 6, Pasicrisie, 1988, I, 662).