Het doel moet zijn het bereiken van een lage normale systolische bloeddruk (100-120 mm Hg) of het bereiken van een gepaste, gemiddelde arteriële bloeddruk (groter dan 65 tot 80 mm Hg – afhankelijk van de conditie van de patiënt).
L’objectif doit être d’établir une pression artérielle systolique normale faible (100-120 mmHg) ou d’atteindre une pression artérielle moyenne adéquate (> 65 à 80 mm Hg – en fonction de l’état du patient).