Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "geen voorafgaande systemische behandeling gekregen " (Nederlands → Frans) :

Een hazard ratio ten gunste van sunitinib werd opgemerkt in alle geëvalueerde subgroepen van uitgangswaarde-kenmerken, inclusief een analyse op basis van het aantal voorafgaande systemische behandelingen. Een totaal van 29 patiënten in de sunitinib-arm en 24 in de placebo-arm hadden geen voorafgaande systemische behandeling gekregen; bij deze patiënten was de hazard ratio voor PFS 0,365 (95% CI 0,156, 0,857), p=0,0156.

Un total de 29 patients dans le bras sunitinib et 24 dans le bras placebo n’avaient reçu aucun traitement systémique antérieur ; parmi ces patients, le risque relatif pour la PFS était de 0,365 (IC à 95 % : 0,156 - 0,857), p=0,0156.


Op dezelfde manier was de hazard ratio voor PFS bij de 57 patiënten in de sunitinib-arm (inclusief 28 met 1 voorafgaande systemische behandeling en 29 met 2 of meer voorafgaande systemische behandelingen) en 61 in de placebo-arm (inclusief 25 met 1 voorafgaande systemische behandeling en 36 met 2 of meer voorafgaande systemische behandelingen) die een voorafgaande systemische behandeli ...[+++]

De la même manière, parmi les 57 patients dans le bras sunitinib (dont 28 ayant reçu 1 thérapie systémique antérieure et 29 ayant reçu 2 thérapies systémiques antérieures ou plus), et parmi les 61 patients dans le bras placebo (dont 25 patients ayant reçu 1 thérapie systémique antérieure et 36 ayant reçu 2 thérapies systémiques antérieures ou plus), qui avaient tous reçu au moins une thérapie systémique antérieure, le risque relatif pour la PFS était de 0,456 (IC à 95 % : 0,264 - 0,787), p=0,0036.


In de subgroep van patiënten bij wie de ziekten binnen 6 maanden na het voltooien van de adjuvante behandeling terugviel en die geen eerdere systemische antikankertherapie voor gemetastaseerde ziekte hadden gekregen (n=118) werd een behandelvoordeel gezien; hazard ratio's voor PFS en OS waren respectievelijk 0,51 (95% BI: 0,30; 0,85) en 0,61 (95% BI: 0,32; 1,16).

Un bénéfice du traitement a été observé dans le sous-groupe de patients dont la maladie a progressé dans les 6 mois suivant la fin d’un traitement adjuvant et qui n’ont pas reçu de traitement anticancéreux systémique antérieur en situation métastatique (n = 118). Les hazard ratios pour la PFS et l’OS étaient respectivement de 0,51 (IC à 95 % [0,30 - 0,85]) et de 0,61 (IC à 95 % [0,32 - 1,16]).


Veneuze digitalisatie (bij patiënten die in de voorafgaande 2 weken geen hartglycosiden toegediend hebben gekregen), IV toediening geeft een merkbaar elektrofysiologisch effect binnen de 10 minuten met een maximale werking na 2 uren.

Digitalisation veineuse : (pour les patients qui n'ont pas été traités avec des glycosides cardiotoniques pendant les deux semaines précédentes), l'administration intraveineuse donne un effet électrophysiologique perceptible dans les 10 minutes qui suivent, avec un effet maximal après 2 heures.


Het mogelijke risico op cardiotoxiciteit kan toenemen bij patiënten die tegelijkertijd, of voorafgaand, radiotherapie hebben gekregen in het mediastinaal of pericardiaal gebied en/of die onder medische behandeling zijn met potentiële cardiotoxische geneesmiddelen (zie rubriek 4.5).

Le risque potentiel de cardiotoxicité peut augmenter chez les patients ayant reçu une radiothérapie concomitante, ou antérieure, sur la région médiastinale et péricardique et/ou qui sont sous traitement médical par des médicaments potentiellement cardiotoxiques (voir rubrique 4.5).


Patiënten (N = 723) met gevorderd RCC, van wie de ziekte progressie vertoonde tijdens of na behandeling met één voorafgaande systemische therapie, waaronder regimes met sunitinib, bevacizumab, temsirolimus of een cytokine, werden gerandomiseerd (1:1) en kregen axitinib (n = 361) of sorafenib (n = 362) toegediend.

Des patients (N = 723) atteints d’un RCC avancé ayant progressé pendant ou après un traitement systémique antérieur à base de sunitinib, bévacizumab, temsirolimus ou cytokine, ont été randomisés (1/1) pour recevoir axitinib (n = 361) ou sorafénib (n = 362).


Bij analyse van het genotype van stammen van patiënten die nog geen antiretrovirale middelen hadden gekregen en die een virologisch falen vertoonden (n = 71) tijdens behandeling met nevirapine eenmaal per dag (n = 25) of tweemaal per dag (n = 46) in combinatie met lamivudine en stavudine gedurende 48 weken, werd aangetoond dat de stammen die werden gekweekt bij respectievelijk 8/25 en 23/46 patiënten, één of meer van de ...[+++]

L’analyse génotypique des isolats provenant de patients naïfs de traitement antirétroviral, présentant un échec virologique (n = 71) recevant la névirapine une fois par jour (n = 25) ou deux fois par jour (n = 46) en association avec la lamivudine et la stavudine pendant 48 semaines, a montré que les isolats provenant respectivement de 8 patients sur 25 et de 23 patients sur 46 contenaient au moins l’une des substitutions suivantes associées à une résistance aux INNTI : Y181C, K101E, G190A/S, K103N, V106A/M, V108I, Y188C/L, A98G, F227L et M230L.


De vereiste was dat de patiënten gedurende minstens 28 dagen vóór behandeling met het onderzoeksgeneesmiddel geen antipseudomonale antibiotica hadden gekregen.

Les patients ne devaient pas avoir reçu d’antibiotiques anti-pyocyaniques pendant au moins 28 jours avant le traitement par le médicament de l’étude.


1.216 patiënten die nog geen antiretrovirale behandeling hadden gekregen, met > 5.000 hiv-1-RNAkopieën/ml bij de start van de studie, werden gerandomiseerd naar nevirapine 400 mg eenmaal per dag, nevirapine 200 mg tweemaal per dag, efavirenz 600 mg eenmaal per dag of nevirapine (400 mg) en efavirenz (800 mg) eenmaal per dag plus stavudine en lamivudine gedurende 48 weken.

1216 patients naïfs de traitement antirétroviral, présentant une charge virale plasmatique d’ARN du VIH-1 > 5 000 copies/ml à l’inclusion ont reçu les traitements suivants : névirapine 400 mg une fois par jour, névirapine 200 mg deux fois par jour, éfavirenz 600 mg une fois par jour ou névirapine (400 mg) et éfavirenz (800 mg) une fois par jour, plus stavudine et lamivudine, pendant 48 semaines.


Mannen die worden behandeld met cladribine moet worden aangeraden om tot 6 maanden na de behandeling geen kind te verwekken en om advies in te winnen over het invriezen van sperma (cryoconservering) voorafgaand aan de behandeling, vanwege de mogelijkheid van onvruchtbaarheid als gevolg van de behandeling met cladribine (zie rubriek 4.4).

Il doit être conseillé aux hommes traités par la cladribine de ne pas procréer jusqu’à 6 mois après l’arrêt du traitement et de se renseigner sur une éventuelle cryoconservation de sperme avant le traitement en raison du risque d’hypofertilité lié au traitement par la cladribine (voir rubrique 4.4).


w