De dosis dient aangepast te worden om zeker te stellen dat de foetus geen koperdeficiëntie krijgt en een nauwlettende observatie van de patiënte is absoluut noodzakelijk (zie rubriek 4.4).
Il est nécessaire d’adapter la posologie de façon à ce que le fœtus ne développe pas de déficit en cuivre et une surveillance étroite de la patiente s'impose (voir rubrique 4.4).