Wanneer het vaccin aan een kat wordt toegediend, herkent het immuunsysteem de levende verzwakte of gedode virussen en de levende verzwakte bacterie als ‘lichaamsvreemd’ en maakt het er antilichamen tegen aan.
Lorsqu’un chat reçoit le vaccin, le système immunitaire reconnaît les virus affaiblis ou tués et les bactéries affaiblies comme étant «étrangers» et produit des anticorps contre eux.