Traduction de «g v glucose-oplossing vertoonden geen onverenigbaarheid » (Néerlandais → Français) :

Studies met glazen flacons, evenals met infuuszakken vervaardigd uit polyvinylchloride en polyethyleen (voorgevuld met 0,9 % g/v natriumchloride oplossing of 5 % g/v glucose oplossing) vertoonden geen onverenigbaarheid met Aredia.
6.2. Incompatibilités Les études menées avec des flacons en verre, ainsi qu’avec plusieurs types de poches et des tubulures à perfusion en chlorure de polyvinyle et en polyéthylène (pré-remplies avec une solution de chlorure de sodium à 0,9 % m/v ou une solution de glucose à 5 % m/v) n’ont montré aucune

- Studies met polyolefine zakken (voorgevuld met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of 5% g/v glucose-oplossing) vertoonden geen onverenigbaarheid met Zoledroninezuur Mylan.
- Des études avec des poches polyoléfines (pré-remplies avec une solution injectable de chlorure de sodium à 9 mg/ml (0.9 %) ou une solution de glucose à 5 % m/v), n’ont montré aucune incompatibilité avec Acide zolédronique Mylan.

Studies met polyolefine zakken (voorgevuld met natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie of 5% g/v glucose-oplossing) vertoonden geen onverenigbaarheid met Zoledroninezuur Mylan.
Des études avec des poches polyoléfines (pré-remplies avec une solution injectable de chlorure de sodium à 9 mg/ml (0.9 %) ou une solution de glucose à 5 % m/v), n’ont montré aucune incompatibilité avec l’Acide zolédronique Mylan.

Geen filter gebruiken bij infusie. Gebruik geen glucose-oplossing voor verdunning gezien de potentiële onverenigbaarheid.
Ne pas utiliser de filtre pour perfuser.

- Indien de patiënt hemodynamisch instabiel is en er geen ziekenhuisopname is gebeurd, wordt ook bij hypertone dehydratie in eerste instantie het circulerend volume hersteld met 0,9% NaCl oplossing of met 0,45% NaCl met 2,5% glucose oplossing.
- Si le patient est hémodynamiquement instable et qu’il n’a pas encore été hospitalisé, la première chose à faire (tout comme en cas de déshydratation hypertonique), sera de compenser le volume circulatoire à l’aide de solution physiologique isotonique (NaCl 0,9%) ou de solution glucosée à 2,5% avec adjonction de NaCl 0,45%.

Folinezuur mag geen trometamol als hulpstof bevatten en mag alleen verdund worden met een isotone 5% glucose-oplossing, maar nooit met alkalische oplossingen, natriumchloride of andere chloriden bevattende oplossingen.
L'acide folinique ne doit pas contenir du trométamol comme excipient et ne doit être dilué qu’au moyen d’une solution isotonique de glucose à 5%, jamais au moyen de solutions alcalines ou de solutions contenant du chlorure de sodium ou d'autres chlorures.

Folinezuur mag geen trometamol als hulpstof bevatten en mag alleen verdund worden met een isotone 5% glucose oplossing (50 mg/ml), maar nooit met alkalische oplossingen, natriumchloride of andere chloriden bevattende oplossingen.
L’acide folinique ne doit pas contenir du trométamol comme excipient et ne doit être dilué qu’au moyen d'une solution isotonique de glucose à 5% (50 mg/ml), jamais au moyen de solutions alcalines ou de solutions contenant du chlorure de sodium ou d’autres chlorures.

Folinezuur moet geen trometamol als excipiënt bevatten en moet alleen verdund worden met isotone 5% glucose oplossing, nooit in alkaline oplossingen of natriumchloride of chloride bevattende oplossingen.
L’acide folinique ne doit pas contenir de trométamol comme excipient et doit exclusivement être dilué à l’aide d’une solution isotonique de glucose à 5%, jamais dans des solutions alcalines ou dans du chlorure de sodium ou dans des solutions contenant du chlorure.

B03BB01 Foliumzuur B05 BLOEDSUBSTITUTEN EN IRRIGATIEVLOEISTOFFEN B05B I. V. OPLOSSINGEN B05BA Oplossingen voor parenterale voeding B05BA03 Glucose in gedistilleerd water ampul 5 ml 5 à 10%, Glucose in gedistilleerd water ampul 10 ml 5 à 10%, Glucose in gedistilleerd water ampul 20 ml 5 à 10%, Glucose hypertonische oplossing ampul 10 ml 20 à 30%, Glucose hypertonische oplossing ampul 20 ml 20 à 30%, Glucose hypertonische oplossing ampul 10 ml 50%, Glucose hypertonische oplossing ampul 20 ml 50% B05BB Oplossingen betreffende elektolytische balans B05BB99B Natriumchloride (ampul of vial) 1 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 2 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 5 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 10 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 20 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 50 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride (ampul of vial) 100 ml 0,9 à 10%, Natriumchloride ampul 10 ml 20% B05C IRRIGATIEVLOEISTOFFEN B05CB zoutoplossingen B05CB02 Natriumcitraat ampul 50 mg B05CB04 Natriumwaterstofcarbonaat C CARDIOVASCULAIR STELSEL C01 CARDIACA C01B ANTI-ARITMICA, KLASSEN I EN III C01BA anti-aritmica (klasse I a) C01BA01 Kinidinesulfaat C01BB anti-aritmica (klasse I b) C01BB01 Lidocaïne C01BB01 Lidocaïnehydrochloride C01C HARTSTIMULERENDE MIDDELEN, UITGEZONDERD HARTGLYCOSIDEN C01CA adrenerge en dopaminerge middelen C01CA24 Adrenalinetartraat ampul 1 mg C01E OVERIGE CARDIACA C01EB overige cardiaca C01EB03 Indometacine GEEN HFDST.
B03B VITAMINE B12 ET ACIDE FOLIQUE B03BB acide folique et dérivés B03BB01 Folique (acide) B05 SUBSTITUTS DU SANG ET SOLUTIONS POUR IRRIGATIONS B05B SOLUTIONS I. V. B05BA Solutions pour nutrition parentérale B05BA03 Glucose en eau distillée ampoule 5 ml 5 à 10%, Glucose en eau distillée ampoule 10 ml 5 à 10%, Glucose en eau distillée ampoule 20 ml 5 à 10%, Glucose solution hypertonique ampoule 10 ml 20 à 30%, Glucose solution hypertonique ampoule 20 ml 20 à 30%, Glucose solution hypertonique ampoule 10 ml 50%, Glucose solution hypertonique ampoule 20 ml 50% B05BB Solutions concernant la balance électrolytique B05BB99B Sodium chlorure (ampoule ou vial) 1 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 2 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 5 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 10 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 20 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure (ampoule ou vial) 50 ml 0,9 à 10% , Sodium chlorure (ampoule ou vial) 100 ml 0,9 à 10%, Sodium chlorure ampoule 10 ml à 20% B05C SOLUTIONS POUR IRRIGATIONS B05CB solutions de sels B05CB02 Sodium citrate ampoule 50 mg B05CB04 Sodium (bicarbonate de) C SYSTEME CARDIOVASCULAIRE C01 THERAPIE CARDIAQUE C01B ANTIARYTHMIQUES, CLASSES I ET III C01BA antiarythmiques, (classe Ia) C01BA01 Quinidine (sulfate de) C01BB antiarythmiques, (classe Ib) C01BB01 Lidocaïne C01BB01 Lidocaïne (chlorhydrate de) C01C STIMULANTS CARDIAQUES SAUF GLYCOSIDES CARDIOTONIQUES C01CA produits adrénergiques et dopaminergiques C01CA24 Adrénaline tartrate ampoule 1 mg C01E AUTRES PREPARATIONS A VISEE CARDIAQUE C01EB autres médicaments à visée cardiaque C01EB03 Indométacine PAS CHAP.