Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «franstaligen – nederlandstaligen » (Néerlandais → Français) :

Deze twee groepen bestonden gelijkmatig uit Franstaligen en Nederlandstaligen.

Ces deux groupes étaient paritairement composés de francophones et de néerlandophones.


De daadwerkelijke CAF-evaluatie werd voorafgegaan door een opleidingsdag voor Franstaligen en Nederlandstaligen apart.

En préambule à l’évaluation CAF proprement dite, une journée de formation distincte a été organisée pour les francophones et les néerlandophones.


In 2010 schreven iets meer dan 300 gezondheidswerkers zich voor de communicatieopleidingsmodules in, waaronder 156 Nederlandstaligen (87 verpleegsters en paramedici en 69 dokters) en 150 Franstaligen (113 verpleegsters, 26 paramedici en 11 dokters). In 2011 schreven 322 gezondheidswerkers zich voor de communicatieopleidingsmodules in, waaronder 154 Nederlandstaligen (27 dokters,

En 2010, un peu plus de 300 professionnels de la santé se sont inscrits à des modules de formation à la communication, dont 156 néerlandophones (87


De leden, bedoeld onder 2° tot en met 21°, bestaan voor de helft uit Nederlandstaligen en voor de helft uit Franstaligen.

Les membres visés aux points 2° à 21° sont pour moitié néerlandophones et pour moitié francophones.


Voor beide leeftijdsgroepen werden meer Nederlandstalige dan Franstalige personen geselecteerd naar analogie met de verdeling Nederlandstaligen/Franstaligen in België.

Pour les deux groupes d’âge, on a sélectionné plus de néerlandophones que de francophones par analogie à la répartition entre les néerlandophones et les francophones en Belgique.


In de groep volwassenen zag men wel een significant verschil tussen de Franstaligen (86%) en de Nederlandstaligen (72%) voor wat betreft de aanwezigheid van tandplaque (p< 0,001), maar niet voor de aanwezigheid van tandsteen.

Dans le groupe d’adultes, on a néanmoins observé une différence significative entre les francophones (86%) et les néerlandophones (72%) en ce qui concerne la présence de plaque dentaire (p< 0,001), mais pas pour ce qui est de la présence de tartre.


Bij de volwassenen daarentegen rapporteerden significant meer Franstaligen dat ze een probleem hadden in de mond (Fr: 42% - Nl: 31%; p< 0,001) en significant meer Nederlandstaligen dat ze het antwoord op de vraag niet kenden (Nl: 10% - Fr: 4%; p< 0,001).

Pour les adultes, par contre, un nombre significativement supérieur de francophones ont déclaré souffrir d’un problème buccal (francophones= 42%; néerlandophones : 31%; p< 0,001) et un nombre significativement supérieur de néerlandophones ont déclaré ne pas connaître la réponse à la question (néerlandophones : 10% - francophones : 4%; p< 0,001).


In 2010 ontvingen 481 verpleegkundigen (266 Nederlandstaligen en 215 Franstaligen) de erkenning van de titel van verpleegkundige in de oncologie.

En 2010, 481 infirmier(s) ont reçu l’agrément du titre d’infirmier en oncologie (266 néerlandophones et 215 francophones).


De bevraagde populatie bestaat uit 6.077 logopedisten, waarvan 2.209 Franstaligen en 3.865 Nederlandstaligen (3 hebben geen verduidelijking gegeven over hun taalrol). Het online onderzoek vond plaats tussen 26 september en 23 oktober 2012.

La population interrogée est de 6.077 logopèdes, dont 2.209 sont francophones et 3.865 néerlandophones (3 n’ont pas donné de précision sur leur régime linguistique) L’enquête en ligne s’est déroulée entre le 26 septembre et le 23 octobre 2012.


Bij verdere specificatie van die problemen, bleek dat significant meer Nederlandstaligen een transport probleem ervoeren (Nl: 37% - Fr: 16%; p< 0,001) terwijl significant meer Franstaligen tandheelkundige behandeling te duur vonden (Fr: 42% - Nl: 20%; p< 0,001).

Lors de la spécification plus détaillée de ces problèmes, il s’est avéré qu’un nombre significativement supérieur de néerlandophones éprouvaient un problème de transport (néerlandophones : 37% - francophones : 16%; p< 0,001), tandis qu’un nombre significativement supérieur de francophones trouvaient le traitement dentaire trop onéreux (francophones : 42%; néerlandophones : 20%; p< 0,001).


w