Bij patiënten met reeds aanwezige leverfunctiestoornissen ten tijde van toegang tot Fase-III klinische studies, waren geen aanwijzingen van een verhoogde plasma-blootstelling aan lanthaan of verslechterende leverfunctie na behandeling met Fosrenol gedurende perioden van maximaal 2 jaar.
Chez les patients avec une affection hépatique coexistante lors de l'inclusion dans les études cliniques de Phase III, aucun élément en faveur d'une augmentation de l'exposition plasmatique au lanthane ou d'une aggravation de la fonction hépatique n'a été mis en évidence après le traitement par Fosrenol sur des périodes de 2 ans maximum.